Tweetaligheid Brusselse politie: nog 975,5 jaar te gaan

Vandaag interpelleerde ik  minister Jambon over de stand van zaken in verband met de tweetaligheid bij de Brusselse politie. Daar is het al een tweetal decennia, meer bepaald sinds de politiehervorming van 1998 en het onttrekken van de controles daarop vanwege de vicegouverneur van Brussel, erg belabberd mee gesteld. Tweetaligheid is nochtans erg belangrijk. Het is nogal vanzelfsprekend dat een politieman die de burgers niet begrijpt geen goede politieman kan zijn. Meer zelfs, dergelijke communicatiestoornissen kunnen tot zeer gevaarlijke situaties aanleiding geven. Het is dus in ieders belang dat de Brusselse politieagenten goed tweetalig zijn. Er is immers geen deugdelijk veiligheidsbeleid in Brussel mogelijk zonder tweetalige agenten.

Ik had de minister daarover reeds in april 2015 aan de tand gevoeld. Toen verklaarde hij dat hij zich sterk maakte om een knik te maken in de achteruitgang wat betreft de tweetaligheid van de Brusselse politie.

Die knik blijkt er nog niet echt gekomen te zijn; hoogstens is er sprake van een stabilisatie van een erg slechte toestand. Op 1 januari 2015 was immers slechts 60,98% van de Brusselse politiemensen, of nauwelijks 6 op 10 tweetalig. Dat is welgeteld 0,04% beter dan een jaar eerder. Als de ‘verbetering’ van de tweetaligheid aan dit tempo verder gaat, dan zal het nog 975,5 jaar duren voordat de Brusselse politie volledig tweetalig is!

Bekijkt men de resultaten per politiezone, dan stelt men overigens vast dat in 3 politiezones er nog altijd een verdere achteruitgang is in vergelijking met een jaar eerder en slechts in 3 politiezones een lichte vooruitgang. Op basis van die vaststelling kan er dus geen sprake van zijn dat minister Jambon het afgelopen jaar een beleid heeft gevoerd om hier systematisch verbetering in te brengen. Er worden nog altijd eentalige politiemensen in Brussel aangeworven en zolang men daarmee doorgaat, zal de situatie niet merkelijk verbeteren.

Dat is merkwaardig, want enkele weken geleden eiste N-VA-senator en Vlaams parlementslid Karl Vanlouwe nog, (die van Jambon overigens voorkennis kreeg van de cijfers die ik had opgevraagd – fair is anders), dat voortaan alleen tweetalige agenten mogen aangeworven worden, dat de vicegouverneur hierop opnieuw controles moet uitoefenen en dat onwettige benoemingen moeten worden vernietigd. Eisen die ik overigens ook al een jaar eerder zelf had geformuleerd.

Ik heb deze eisen dan ook opnieuw voorgelegd aan Jambon, maar die gaf nul op het rekest en floot daarmee Vanlouwe koudweg terug. Het mag dan ook duidelijk zijn dat Jambon, en met hem de N-VA, niet wakker ligt van de tweetaligheid van de Brusselse politie. De spreidstand die deze partij tentoonspreidt in deze aangelegenheid wordt daardoor wel héél groot.