Verkrachtingen strenger bestraffen

In het vragenuurtje in De Kamer hekelde ik voorbije donderdag het lakse strafuitvoeringsbeleid naar aanleiding van de brutale verkrachting in Sint-Niklaas door een recidivist.

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, in de media zien we alweer een schandalig gevolg van het falende justitiebeleid van enkelbandjes, vervroegde vrijlatingen, schouderklopjes, knipoogjes en kushandjes dat deze regering gewoon voortzet.

Deze keer gaat het om een illegale Marokkaan, Azrih Fikri, veroordeeld tot 3 jaar cel wegens zedenfeiten en 5 genegeerde bevelen om het grondgebied te verlaten. Ondanks dat werd hij vervroegd vrijgelaten na amper 1 jaar en dat zonder enige voorwaarde.

Vorige zomer, ongeveer gelijktijdig met uw instructie om gedetineerden met straffen tot 3 jaar versneld vrij te laten, kwam het dan tot het logische gevolg van zo’n laks justitiebeleid. Er was opnieuw een zeer brutale verkrachting door dezelfde Azrih Fikri.

Mijnheer de minister, kunt u de slachtoffers en de vele potentiële slachtoffers eens uitleggen waarom u het mogelijk maakt dat gevaarlijke criminele illegalen vrij kunnen rondlopen? Waarom worden veroordeelde illegale verkrachters zonder voorwaarden in deze maatschappij vrijgelaten?

Ik lees dat men aan een illegaal zonder adres geen voorwaarden kan opleggen. Waarom wordt hij dan überhaupt vrijgelaten? Ik begrijp het niet meer. Ik hoop dat u mij dat kunt uitleggen.

Ik begrijp ook niet waarom slachtoffers van vroegere verkrachtingen niet bij het onderzoek worden betrokken. In de zomer van 2015 was er een slachtoffer van gelijkaardige leeftijd in dezelfde buurt waarbij eveneens een allochtone dader driest te werk ging. Waarom werd de dader niet met hen geconfronteerd?

Waarom werd door politie, parket en gerecht niet publiek gecommuniceerd na zulke brutale verkrachtingen in de zomer van 2015 en de zomer van 2016? Was een correcte communicatie niet nuttig geweest om de mensen te waarschuwen of is er een reden waarom dergelijke zaken moeten worden doodgezwegen?

 

 

Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega’s dames, vooreerst wil ik mijn oprechte spijt uitdrukken over wat er gebeurd is met het slachtoffer. Ik beloof om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat dergelijke zaken in de toekomst worden vermeden.

Ik moet echter ook een paar feitelijke zaken toelichten. Op het ogenblik dat deze man gedetineerd was voor verkrachting was men in de overtuiging dat hij een Irakees was. Dat wil zeggen dat hij illegaal op ons grondgebied verbleef maar afkomstig was uit een land waarmee wij geen akkoord inzake repatriëring hebben afgesloten.

Dat betekent ook dat er op het moment van zijn normale vrijlating contact was tussen de gevangenisdirectie en de Dienst Vreemdelingenzaken. Wanneer er geen akkoord is met de betrokkene brengt men hem op zo’n ogenblik niet over naar een gesloten vreemdelingencentrum. Overigens gold de maatregel van de 6 maanden toen nog niet. De potpourriwet is pas iets later in werking getreden. Hoe dan ook, men kon hem niet overbrengen naar een gesloten vreemdelingencentrum omdat er geen akkoord is met het moederland. Men heeft hem dus bevolen het land te verlaten. Voor de zoveelste keer.

Op dat ogenblik had men niet vastgesteld dat hij een Marokkaan is. Dat is pas vastgesteld nadat hij nieuwe feiten had gepleegd. De openbare aanklager heeft voor deze nieuwe verkrachting 15 jaar gevorderd. De gevangenisdirectie zal hem deze keer na zijn straf uiteraard wel kunnen overbrengen naar een gesloten centrum.

Wij hebben het voorbije jaar 1 600 veroordeelde illegalen gerepatrieerd. Dat is 3 keer meer dan in het jaar 2014. Ik besef dat dit niet goed genoeg is. Er is nog veel werk aan de winkel, dat besef ik ook, onder meer de verzwaring van de straffen voor geweldmisdrijven, en in het bijzonder voor verkrachting. Boek 2 van het Strafwetboek zal daarin voorzien. Ik hoop dat u daaraan met mij zult meewerken.

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, u geeft geen enkele verklaring waarom men zo iemand op de maatschappij loslaat. U zegt de man niet te kunnen terugsturen omdat de nationaliteit niet vaststond. Dat is echter geen reden om zo iemand na 1 jaar zonder enige voorwaarde, zonder enige controle, op de maatschappij los te laten.

Ik las vandaag een reactie van één van de bekendste vrouwelijke strafpleiters, meester Nina Van Eeckhout, die zwaardere straffen vraagt voor verkrachters. Niet meer dan terecht overigens.

Ze zegt het volgende: “Een verkrachter die drie jaar krijgt, stapt haast automatisch de gevangenis uit na een jaar en onder de drie jaar ontsnapt hij ook aan de voorwaarden die de strafuitvoeringsrechtbank kan opleggen. Ik noem dat dweilen met de kraan open.”

Mijnheer de minister, zij heeft overschot van gelijk. Eigenlijk geeft zij een samenvatting van uw laks beleid. U zegt, en dat is de rode draad door al uw potpourris die hier zijn gepasseerd, dat u wilt besparen en minder mensen in de gevangenis. U doet dat door ze snel vrij te laten.

U zou een voorbeeld moeten nemen aan Nederland, waar men eerst heeft geïnvesteerd in capaciteit, precies om elke straf, hoe kort ook, te kunnen uitvoeren. En dat schrikt af. Nu heeft men daar capaciteit op overschot omdat er minder criminelen zijn en niet door, zoals hier gebeurt, de criminelen vrij te laten rondlopen.