Stop samenwerking tussen ngo’s en mensensmokkelaars

Tijdens het vragenuurtje in De Kamer ondervroeg ik de bevoegde staatssecretaris over ngo’s die op en rond de Middellandse Zee illegale migratie richting Europa faciliteren.

Hier kan u het herbekijken en hieronder kan u het integraal verslag lezen.

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in een vertrouwelijk rapport van Frontex dat terechtkwam bij de Britse Financial Times beschuldigt het grensagentschap de ngo’s die actief zijn in en rond de Middellandse Zee, ervan samen te spannen met mensensmokkelaars om mensen over te zetten naar het Europees vasteland.

Frontex heeft die zware beschuldigingen expliciet herhaald in een nieuw rapport, dat verspreid werd onder de functionarissen en diplomaten bij de Europese Unie. In dat rapport staat onder meer dat de mensensmokkelaars zeer concrete richtlijnen geven, nog voor hun gammele bootjes vertrekken, over de specifieke koers die men moet varen om zo snel mogelijk bij de ngo-boten te geraken. In dat rapport is er zelfs sprake van een concreet geval waarbij de criminele organisaties de vluchtelingen rechtstreeks naar de ngo-boot brachten. Als die informatie van Frontex klopt, dan betekent het dat die ngo’s het overzetten van illegale migratie naar Europa faciliteren.

Mijnheer de staatssecretaris, bent u op de hoogte van die rapporten?

Kunt u ons zeggen welke ngo’s actief zijn bij de overzetoperaties in en rondom de Middellandse Zee?

Welke daarvan zijn specifiek betrokken bij de praktijken waarvan Frontex hen beschuldigt?

Vindt u het de taak van die gesubsidieerde ngo’s om illegale migratie naar Europa via die overzetten te faciliteren?

Als de informatie van Frontex klopt, bent u dan bereid om de subsidiëring van de ngo’s die daaraan meewerken, stop te zetten? In de praktijk werken zij immers samen met mensensmokkelaars om illegale migratie te faciliteren en dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Staatssecretaris Theo Francken: Mevrouw Pas, verschillende ngo’s zijn actief in het Middellandse Zeegebied en voeren er search-and-rescueoperaties uit met het oog op het redden van drenkelingen die Europa proberen te bereiken. De bekendste organisatie is Artsen Zonder Grenzen. De ngo’s maken daarbij geen deel uit van de officiële Europese delegaties of officiële Europese operaties in de Middellandse Zee, waaraan ook België al verschillende malen heeft deelgenomen.

Wij krijgen geregeld niet-publieke analyses van Frontex. In het najaar van 2016 maakte Frontex inderdaad melding van het feit dat men sinds juni 2016 een scherpe stijging vaststelt van het aantal reddingsoperaties waarbij ngo-schepen betrokken zijn. Voordien betrof het amper 5 % van alle reddingen. Na juni 2016 steeg het percentage plots naar 40 %. Vier op de tien reddingen gebeuren dus door ngo-schepen. Daarvoor werden verschillende mogelijke verklaringen gegeven: de aanwezigheid van het aantal ngo-schepen is verdubbeld; de schepen bevinden zich vaak heel dicht bij de Libische territoriale wateren of zelfs in de Libische territoriale wateren; hun posities zijn inderdaad ook bekend bij migranten en smokkelaars. Ik bevestig dat.

Hoewel zonder twijfel ingegeven door goede bedoelingen, heeft die praktijk van reddingsoperaties aan de rand van of zelfs in de Libische territoriale wateren als pervers effect dat steeds meer migranten de oversteek wagen en, belangrijker, dat ook steeds meer vluchtelingen daarbij het leven laten. Het heeft dus een omgekeerd en bijzonder pervers effect: bijna 5 000 doden in de Libische wateren in het afgelopen jaar, zoals u hebt gelezen. In 2016 telden wij maar liefst 180 000 migranten die per boot de oversteek probeerden te maken naar Italië en niet minder dan 4 500 verdrinkingsdoden op die route. Het is precies ook daarvoor dat Frontex waarschuwt.

In dat kader is het goed om weten dat vorig jaar in soortgelijke situaties de Griekse autoriteiten overgegaan zijn tot een aanklacht wegens mensensmokkel tegen verschillende activisten van ngo’s. Het is aan de Italiaanse autoriteiten om zich te beraden over een eventueel optreden tegen ngo’s die opgepikte migranten afzetten in Italiaanse havens.

Een fundamentele oplossing voor die problematiek in de Middellandse Zee kan er pas komen, indien de Europese Unie slaagt in de totstandkoming van een deal voor het hele Middellandse Zeegebied, net zoals de EU-Turkijedeal. Dat is de grote uitdaging, zodat migranten die een ticket kopen op een gammele smokkelboot, geen vrije toegang meer krijgen tot het Europese continent. Dat is de essentie. Alleen zo kunnen wij het businessmodel van de smokkelaars doorbreken en de schande van de duizenden verdrinkingen tegengaan.

Ik pleit daar al lang voor. De eerste minister van Malta heeft gisteren zijn visie voor het Maltese voorzitterschap uit de doeken gedaan. Hij zit ook op die lijn.

Jan Jambon en ik gaan volgende week naar Malta. Dat punt zal de komende zes maanden hét onderwerp worden. Ik hoop dat wij tegen de zomer van 2017 een oplossing zullen hebben, zoals wij die hebben uitgedacht met Turkije.

Barbara Pas (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. De samenwerkingsverbanden, op welke manier dan ook, tussen ngo’s en criminele mensensmokkelaars moeten stopgezet worden.

U haalde terecht het effect aan dat de mensensmokkelaars inspelen op het spectaculair toenemend aantal reddingsacties van de ngo’s. Op die manier zullen nog meer vluchtelingen de oversteek wagen, met alle nefaste gevolgen van dien.

U wees erop dat het aantal reddingsacties van de ngo’s vermenigvuldigd is met factor 8. Het is opmerkelijk dat in dezelfde periode, sinds juni, het aantal noodsignalen dat vertrok van op boten met illegale migranten, spectaculair gedaald is, met maar liefst 56 %. Kortom, een en ander werkt elkaar in de hand.

Mijnheer de secretaris, u maakte de vergelijking met de deal met Turkije. Ik hoop dat wij niet die weg opgaan. Ik hoop dat u wel degelijk op tafel zult kloppen bij de Europese Unie en dat u zich niet achter de Europese Unie zult wegsteken. Ik hoop dat er wel degelijk iets gedaan wordt aan de betrokken ngo’s die dat perverse effect in de hand werken.