Regering kaart gruwelijke ‘plaasmoorde’ in Zuid-Afrika niet aan

Vorige week interpelleerde ik de minister van Buitenlandse Zaken om de problematiek van de zogenaamde “plaasmoorde” — systematische moorden op vooral blanke boeren, hun familie en hun personeel — in Zuid-Afrika aan te kaarten bij de Zuid-Afrikaanse regering

 

Zuid-Afrika is sinds 1994 een volwaardige democratie en een bevriend land. Niettemin stellen wij een zorgelijke ontwikkeling in dat land vast. De geweldmisdaad neemt hand over hand toe en vormt een interne bedreiging voor het ganse land.

Een van die geweldmisdaden zijn de zgn. “plaasaanvalle” en “plaasmoorde”, gericht tegen de — hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend — Afrikaner-boerengemeenschap. (“Plaas” is in het Afrikaans het woord voor boerderij, met dien verstande dat het om grotere entiteiten gaat dan in Europa. Men zou het kunnen vergelijken met een ranch in Amerika.) Het zijn overvallen en moorden waarbij mannen, vrouwen, volwassenen, kinderen, baby’s en ouderlingen door niet-blanke moordcommando’s op de meest gruwelijke wijze worden gemarteld voordat ze uiteindelijk worden vermoord. Vorig jaar veroverde de film ‘Treurgrond’ de Zuid-Afrikaanse filmzalen. Met de bekende niet-partijpolitiek gebonden cultuuractivist, zanger, acteur en dichter Steve Hofmeyr in de hoofdrol, vertelt de film het pijnlijke verhaal van een boerengemeenschap in Zuid-Afrika die bijna dagelijks geconfronteerd wordt met aanslagen en die probeert te overleven. Deze gruwelijke misdaden hebben niet alleen gevolgen voor de naasten van de slachtoffers, maar veroorzaken ook een domino-effect, want vaak is het wegvallen van de bedrijfsleiders de oorzaak van werkloosheid en ontreddering van tal van niet-blanke werknemers en hun gezinnen.

Cijfers in verband met de “plaasmoorde” zijn er vanuit verschillende bronnen ter beschikking: 70 % van de mensen die op de boerderijen werden vermoord, waren eigenaars. Volgens misdaadstatistieken van de Zuid-Afrikaanse politie blijkt dat de 636 “plaasaanvalle” in 2005-2006  met 25  % aangroeiden tot 794 het jaar daarop. In 2005-2006 alleen al waren er 88 geregistreerde “plaasmoorde”. De politiestatistieken maakten gewag van 9378  “plaasaanvalle” die tot 1437  moorden hebben geleid tussen 1994  en 2007. Na 2007 maakte de “Suid-Afrikaanse PolisieDiens”(SAPD) merkwaardig genoeg geen aparte cijfers meer bekend aangaande “plaasaanvalle” en “plaasmoorde”…

Begin februari 2016 maakten de burgerrechtenorganisatie AfriForum en de landbouworganisatie Transvaalse Landbou-Unie (TLU SA) een verslag bekend waarin staat dat in 2015 de meeste “plaasaanvalle” konden opgetekend worden: in totaal waren er in dat jaar 318 “plaasaanvalle”, tijdens dewelke 64 boeren en hun werklui hun levens verloren. In die 318 “plaasaanvalle” in 2015 waren samen 570 boeren, hun gezinnen, werklui en toevallige gasten het slachtoffer.  In 40 gevallen waren 65 werklui directe slachtoffers.

Volgens Henk van de Graaf van TLU SA verzamelt zijn organisatie sedert 1990 hieromtrent cijfers: “Tussen 1990 en 2015 waren er 1785 “plaasmoorde” waarin 1152 boeren, 474 familieleden, 138 werklui en 21 bezoekers zijn omgekomen. In dezelfde periode waren er in totaal 3745 “plaasaanvalle”.

Een rapport van het VN-Bureau voor Drugs en Misdaad (UNODC), de Global Study on Homicide 2013, spreekt voor het jaar 2012 van een algemeen gemiddeld moordcijfer in Zuid-Afrika van 31 op 100 000. Voor de boeren is er volgens de landbouworganisatie AgriSA op dat moment een gemiddeld moordcijfer van 313  op 100  000. De opmerking van Interpol dat het landbouwerschap in Zuid-Afrika het gevaarlijkste beroep ter wereld vormt, spreekt boekdelen.

Geweldmisdaad, zoals “plaasaanvalle”, gericht tegen de Afrikaner-boerengemeenschap heeft zonder de minste twijfel een uiterst nadelig effect op de winstgevende productie van landbouwproducten en op lange termijn de voedselzekerheid in Zuid-Afrika.

Op 27 januari 2016 werd evenwel een zekere kentering in het politiebeleid meegedeeld: voortaan zouden “plaasaanvalle”, “plaasmoorde” en veediefstal prioritair behandeld worden. Luitenant-generaal Kgomotso Phahlane, het waarnemende nationale politiehoofd, stelde daarbij dat zijn plan tegen misdaad in landelijke gebieden ook de ontplooiing van meer politiemensen en hulpbronnen zou gaan insluiten. De landbouworganisaties waren hier in ieder geval verheugd over. Zij zouden dan ook graag zien dat de politiediensten nauw gaan samenwerken met hun eigen veiligheidsstructuren teneinde gezamenlijk het probleem uit te roeien.

Begin mei van dit jaar raakte bekend dat er een formele overeenkomst werd gesloten tussen de Zuid-Afrikaanse Politiedienst (SAPD) en de burgerrechtenorganisatie AfriForum om de plaag van de “plaasaanvalle” effectief aan te pakken en in te dijken. Ook al spreken sommigen van een doorbraak, toch blijft het wachten op concrete resultaten.

Een en ander is klaarblijkelijk in een stroomversnelling geraakt na de publicatie van een 110 bladzijden omvattend rapport van de Zuid-Afrikaanse Mensenrechtencommissie van medio augustus 2015, met tal van aanbevelingen over de problematiek. Een belangrijke conclusie uit het rapport was dat blanke boeren niet exclusief geviseerd worden, maar dat het geweld toch voor een deel duidt op rassenhaat. In de Zuid-Afrikaanse context is dat niet onbelangrijk.

Maar zeker hebben ook volgende zaken en gebeurtenissen meegespeeld:

Einde mei 2010 werd een motie waarin de “plaasmoorde” als een ernstige mensenrechtenschending veroordeeld werd in Rome door het Algemeen Congres van de UNPO (Unrepresented Nations and Peoples Organisation) aanvaard.

En einde November 2015 hebben AfriForum, TLU SA en de politieke partij Vryheidsfont Plus (VF+) aandachtspunten aangaande “plaasmoorde” voorgelegd bij het Forum voor Minderheidsaangelegenheden van de Verenigde Naties. Ook de problematiek van de op handen zijnde grondhervorming, waarbij blanken ten onrechte worden beschuldigd dat zij grond zouden gestolen hebben van andere bevolkingsgroepen, en het vaak vrijlaten van verdachten wegens zwakke onderzoeken, kwamen hierbij aan bod. Ten slotte heeft AfriForum op hetzelfde moment een bewustmakingsactie gevoerd bij 15 ambassades in Pretoria door een memorandum af te geven. AfriForum heeft daarbij de aangesproken landen verzocht er bij de ANC-regering op aan te dringen om de rechten van minderheden in Zuid-Afrika te beschermen en de problematiek van de “plaasmoorde” aan te kaarten. Landen zoals Duitsland, Nederland, Namibië, Hongarije hebben bij de overhandiging meteen positief gereageerd.

Wat die landhervormingen betreft, werd onlangs, op 26 mei 2016, in het parlement het Wetsontwerp op Grondonteigening goedgekeurd, dat de landhervorming in een stroomversnelling moet brengen. Het ontwerp roept echter nog tal van onbeantwoorde vragen op, ook grondwettelijke. Zo vraagt bijvoorbeeld het ‘Suid-Afrikaanse Instituut vir Rasseverhoudings (SAIRR)’ om het omstreden wetsontwerp opnieuw naar de Nationale Vergadering te verwijzen. De Demokratiese Alliansie/Democratic Alliance, de grootste oppositiepartij, stelt daarnaast dat nog tal van begrippen onvoldoende omschreven en gedefinieerd zijn. Nog anderen zien in dit wetsontwerp een politiek opbod tussen het regerende ANC en de extreem-linkse en zeer radicale EFF (Economic Freedom Fighters). Het valt te hopen dat het gezond verstand het haalt en dat de landhervormingen eerlijk en rechtvaardig tot stand komen, waarin alle Zuid-Afrikanen hun rol kunnen blijven spelen.

In 1994 waren er in Zuid-Afrika nog 85 000 geregistreerde commerciële boeren. Medio 2004 waren er dat nog slechts 35 000. Volgens informatie van de Transvaalse Landbou Unie waren er dat aan het einde van 2010 nog maar 30 000.

Misdaad op “plaasvlak” raakt dus niet alleen de boerderijen, maar ook de plaatselijke economie van landelijke dorpen die in grote mate voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van landbouw. Zowat 40 % van de bevolking van het land en meer dan de helft van de provincies is primair afhankelijk van de landbouw.

In Zuid-Afrika zijn door deze aanvallen en moorden grote beroering en angst ontstaan. Democratische oppositiepartijen doen er alles aan om hun regering te bewegen iets te ondernemen tegen deze gruwelijkheden. Dat de regering weinig haast maakt van doortastende maatregelen, bewijzen de aanhoudende initiatieven van de landbouworganisaties en burger(rechten)initiatieven en de politieke partij VF+. Maar ook zwarte gemeenschappen vragen met aandrang om het geweld daadwerkelijk een halt toe te roepen. Zo leidde in mei van dit jaar de moord op enkele blanke boeren nog tot een protestmars van leden van de Zwathi-gemeenschap, waarin zij eisten dat het geweld een halt wordt toegeroepen. Een memorandum ter zake werd overhandigd in het politiekantoor van Gluckstadt in de provincie Kwazulu-Natal.

Diezelfde oppositiepartijen en individuele initiatieven proberen ook de aandacht van het buitenland te vestigen op de problematiek. Zo werden reeds jaren geleden de regeringen van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland aangeschreven. Het parlement van het Verenigd Koninkrijk zou bereid zijn, gelet op de historische banden met Zuid-Afrika, een niet nader omschreven onderzoek uit te voeren. En in juni 2004 werd er ook een brief aan paus Johannes-Paulus II gestuurd om zijn aandacht te vestigen op de verschrikking van de “plaasmoorde” en een beroep te doen op zijn internationaal moreel gezag om dit ernstige probleem aan te kaarten.

De ANC-regering lijkt wel boter op het hoofd te hebben. Pieter Mulder van de partij Vryheidsfront Plus heeft er met zijn partij tien jaar over gedaan om via gerechtelijke weg de beruchte ANC-slagzin “Kill the Boer, kill the farmer!” als haatspraak veroordeeld en verboden te krijgen. Toch bleef het ANC die slogan tot het laatste moment verdedigen met een beroep op… de vrijheid van meningsuiting!

Dit alles wekt een golf van achterdocht en verontwaardiging op bij de blanke Afrikaner- boerengemeenschap. Deze gemeenschap wil geen voorrechten, maar eist wel bescherming voor zichzelf en haar talrijke personeel, gelet op haar enorme bijdrage aan de voedseleconomie van het land.

 

 

 

Met een motie van aanbeveling wilde ik dan ook de regering oproepen om bij haar Zuid-Afrikaanse evenknie de druk op de ketel te zetten teneinde de Zuid-Afrikaanse samenleving te verlossen van deze barbarij.

 

De motie van aanbeveling werd vandaag in de plenaire zitting door alle meerderheidspartijen weggestemd.