Islamextremisme op internet tot nog toe nauwelijks aangepakt

Na de aanslagen van Parijs in november 2015 kondigde de regering-Michel een hele reeks actiepunten aan om het moslimextremisme aan te pakken. Eén van die actiepunten bestond erin de propaganda op internet van deze haatzaaiers tegen het westen aan te pakken.

Het is immers ruim bekend dat het internet één van de belangrijkste propaganda- en communicatiekanalen van het moslimextremisme vormt. Het was in dat opzicht dan ook geen slecht idee om het daar te bestrijden. Veel resultaat heeft dat tot op heden echter nog niet opgeleverd, zo blijkt uit het antwoord van de minister van Justitie op mijn vraag daarover.

Het is pas sinds 2 oktober 2016, dus bijna één jaar na de aankondiging ervan, dat de federale politie over een organisatie beschikt die internetinhouden die aanzetten tot haat detecteert en verwijdert. Het is dus ruimschoots laat dat een dergelijke dienst van start is gegaan. Bovendien stelt men zich vragen over de professionaliteit ervan, vermits deze tot nu toe blijkbaar enkel tot handmatige detectie van haat- en geweldboodschappen op internet is overgegaan. Efficiënt is anders, zouden we zeggen.

De resultaten die deze dienst sinds zijn inwerkingtreding kan voorleggen ogen dan ook weinig spectaculair. In totaal werden er nauwelijks 13 entiteiten gedetecteerd, waarvan 7 via facebook, 4 via twitter, 1 via YouTube en slechts één webstek. Daarvan werden er uiteindelijk slechts 6 door de providers gesloten.

De overheid mag ter zake een flink tandje bijsteken. Let op, vrijheid van meningsuiting is voor ons heel belangrijk en moet zo ruim mogelijk zijn, maar ze is niet absoluut. Voor ons stopt ze wanneer het gaat om het verspreiden van geweld- en haatboodschappen, zeker als die tot doel hebben onze samenleving, onze waarden en normen te vernietigen. Dat kan absoluut niet door de beugel en ik had dan ook gehoopt dat de regering daartegen krachtdadig zou optreden. Ik kan alleen maar vaststellen dat men op dat vlak nog altijd niet de juiste golflengte heeft gevonden om daar efficiënt werk van te maken. Slechts de helft van de als gevaarlijk beschouwde accounts werden effectief gesloten en het aantal gedetecteerde accounts zelf oogt ook al zeer mager. Dat moet, me dunkt, veel beter kunnen.