Eigen rechtbank voor Halle-Vilvoorde onmogelijk gemaakt door wie daarover nu aan de klaagmuur staat

Recent kwam aan het licht dat een Franstalige Brusselse rechter in drie vonnissen zwaar beledigende en taalracistische opmerkingen heeft neergeschreven aan het adres van het parket en de politie van Halle-Vilvoorde, waarover nu terecht heel wat commotie bestaat. Onder meer 35 Vlaams-Brabantse burgemeesters vragen nu een volwaardige rechtbank voor Halle-Vilvoorde.

Het Vlaams Belang is het met deze 35 Vlaams-Brabantse burgemeesters volmondig eens dat er absoluut nood is aan een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde dat volledig autonoom van het gerechtelijk arrondissement Brussel kan opereren.

Maar de boodschap uit de mond van veel van deze burgemeesters klinkt wel heel erg vals. Het is immers zo dat met de zesde staatshervorming het gerechtelijk arrondissement Brussel, met inbegrip van de verwevenheid met het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde, communautair dubbel werd vergrendeld. Artikel 157bis van de Grondwet stelt immers dat wijzigingen aan de huidige regeling enkel met een bijzondere meerderheid kunnen gebeuren. Dat wil zeggen dat een 2/3e parlementaire meerderheid én een meerderheid in elke taalgroep noodzakelijk zijn. Onder meer Hans Bonte heeft deze betonnering op 21 juni 2012 mee goedgekeurd.

Wanneer de heer Bonte en de Vlaams-Brabantse sp.a-, CD&V- en Open VLD-burgemeesters nu dus aan de klaagmuur staan over de schandalige behandeling van het parket en de politie van Halle-Vilvoorde door Brusselse rechters, dan hebben zij dit uitsluitend aan hun eigen stemgedrag en dat van hun partijen in 2012 te danken. Het is dus nogal hypocriet om nu moord en brand te roepen, te meer omdat het Vlaams Belang in 2012 er uitgebreid voor heeft gewaarschuwd dat de huidige regeling niet werkbaar zou zijn, wat intussen ten overvloede bewezen is.

Ik zal minister Geens eerstdaags hierover ondervragen, maar het is duidelijk dat, door het onverantwoord stemgedrag van de Vlaamse traditionele partijen tijdens de zesde staatshervorming, het bijna een onmogelijke zaak is geworden om dit in Belgisch staatsverband nog recht te trekken.