Een andere mening. Mag dat nog, ja?

Onderstaande column van mijn hand verscheen op doorbraak.be:

 

Een andere mening. Mag dat nog, ja?

Het moet gezegd: Doorbraak laat alle meningen aan bod komen. En daarmee is het in dit land een moedige uitzondering. In een democratische rechtstaat zou dat nochtans in alle zogenaamde objectieve media de evidentie zelve moeten zijn. Maar hier is dat allerminst het geval… 

Antwoorden op parlementaire vragen publiceren zonder de vraagsteller te vermelden, woorden verdraaien of gewoonweg doodzwijgen van Vlaams Belang-standpunten, … het is allemaal niet nieuw en het is in de pers meer de regel dan de uitzondering.  Al is het gelukkig niet altijd kommer en kwel, want af en toe zijn er toch lichtpuntjes te ontwaren: zo kreeg ik onlangs een uitgebreid interview in het magazine Knack en vorige maand kreeg mijn partijvoorzitter voor de allereerste keer een opiniestuk in Het Laatste Nieuws, met zijn reactie op de uitspraken van Herman De Croo over de demografische evolutie in Antwerpen en de politieke effecten daarvan. 

Tegenaanval helpt 

Tegen elke onrechtvaardige behandeling protesteren, is gewoonweg onbegonnen werk. Het zou onze dagelijkse bezigheid zijn. Soms loopt het echter de spuigaten uit, en dan kunnen we niet anders dan er een zaak van maken. De laatste jaren hebben dergelijke procedures trouwens alleen maar tot successen geleid. Men kan nu eenmaal niet anders dan steeds weer de overduidelijke discriminaties jegens het Vlaams Belang vaststellen. Zo kreeg de VRT een waarschuwing van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) omwille van partijdigheid in een uitzending van De Afspraak over de ‘labbekakken van het Vlaams Belang’. En ook ons Brussels parlementslid Dominiek Lootens haalde via de rechtbank zijn gelijk tegen Bruzz omdat dit met ons belastinggeld gesubsidieerde Brusselse weekblad zomaar weigerde advertenties van het Vlaams Belang in z’n publicaties op te nemen. Het feit dat mijn boek De Communautaire Leegte  vorig jaar op de Antwerpse Boekenbeurs te vinden was, was absoluut niet vanzelfsprekend. Ook dat moest afgedwongen worden via de rechtbank. Na jarenlang zonder enige motivatie geweerd te zijn op de Boekenbeurs, heb ik, als benadeelde auteur, samen met uitgeverij EGMONT de organisatoren van de Boekenbeurs, BOEK.BE, en vzw GAU (de ledenorganisatie van Vlaamse uitgevers) gedagvaard. De rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen stelde op 3 oktober 2017 terecht een inbreuk op de antidiscriminatiewet vast in hoofde van BOEK.BE en verplichtte de boekenbeursorganisator om Uitgeverij EGMONT op alle komende beurzen toe te laten, met een dwangsom van 500.000 euro per inbreuk. 

De deelname van Uitgeverij EGMONT vorig jaar verliep probleemloos en succesvol, maar toch toonden vzw BOEK.BE en vzw GAU zich slechte verliezers. Ze tekenden beroep aan. Ondertussen werden de pleidooien voor het hof van beroep afgesloten, en recentelijk werd ook het schriftelijk advies van de procureur-generaal neergelegd. Zijn advies is niet bindend, maar is door de antidiscriminatiewet wel verplicht. De beide advocaten hebben nog tot 17 september om op dit advies te antwoorden en ten laatste een maand later, op 17 oktober, zal er een arrest zijn… Tien dagen voor het begin van de Boekenbeurs heeft Uitgeverij EGMONT dus pas zekerheid over een nieuwe deelname aan de beurs! 

Gunstig advies 

De procureur-generaal stelt in zijn advies letterlijk dat EGMONT ontegensprekelijk het bewijs levert van het vermoeden van discriminatie op grond van politieke overtuiging; en dat tegenpartijen het bestaan van deze discriminatie niet eens betwisten. Meer nog: dat zij zelfs geen poging ondernemen om het tegenbewijs van de beweerde discriminatie te leveren… Eigenaardig om in beroep te gaan, terwijl men vervolgens nog steeds geen enkel argument kan vinden (of uitvinden) om de discriminatie jegens EGMONT en mezelf als auteur tegen te spreken.

Opmerkelijk is de passage in het advies van de procureur-generaal, waar hij stelt dat ‘het helemaal niet bewezen is dat de politieke overtuiging die gelieerd kan worden aan de politieke partij in kwestie, het Vlaams Belang, racistische of discriminerende tendensen zou vertonen.’ En hij vervolgt: ‘Terecht merkt de eerste rechter daaromtrent op dat tot op heden geen acties opgestart zijn tegen het Vlaams Belang welke toelaten die partij te kwalificeren als een partij met een racistisch gedachtegoed. Alle overwegingen met betrekking tot het verleden over de politieke partij genaamd Vlaams Blok, welke in conclusies van appellanten uitvoerig worden behandeld, zijn niet ter zake.’ Zo hoort u het eens van een ander… woorden die voor zich spreken. 

Kleintjes 

Van linkse uitgeverijen en journalisten, die trouwens niet in het minst geïnteresseerd zijn in communautaire zaken, verbaast het mediacordon allerminst. Heel triestig is het echter gesteld als de boycot vanuit Vlaamsgezinde kringen komt. Neem nu bijvoorbeeld het Vlaams Komitee voor Brussel (VKB). Een vzw die in haar statuten heeft staan ‘de verschillende geledingen van de Vlaamse beweging groeperen’, maar die er al maandenlang in slaagt om elk persbericht van mijn partij straal te negeren. Enkel berichten van N-VA, Vuye & Wouters en Luckas Vander Taelen worden door haar voorzitter op de Facebookpagina vermeld. Vlaams Belang-medewerkers die iets rechtstreeks op die pagina willen plaatsen, worden ruwweg geblokkeerd en hun reacties verwijderd. Wanneer bijvoorbeeld een persbericht van Brussels parlementslid Dominiek Lootens en mezelf op 21 juni aan VKB wordt bezorgd met de hallucinante cijfers van het Taalrapport 2017 van de Brusselse vice-gouverneur (dat opnieuw aantoont dat de taalwet in Brussel blijkbaar niet veel meer is dan een waardeloos vodje papier: in 2017 zijn nog 4,4 procent (!) van de beslissingen van de Brusselse OCMW’s over contractuelen in orde met de taalwet), dan krijgt dat geen vermelding. Onze medewerker krijgt niet eens een antwoord. Maar als enkele dagen later Vuye en Wouters dezelfde cijfers brengen, is dat wel een vermelding waard en kondigt men dat bericht aan als ‘vers van de pers’… Tja. 

Het is bijzonder jammer en zielig dat uitgerekend zij die de politieke partijen (terecht) oproepen om samen te werken voor een gemeenschappelijk doel, daar zelf omwille van persoonlijke rancunes niet toe in staat zijn. 

Wij zwijgen niet 

Wij laten het alleszins niet aan ons hart komen dat de 430 volgers van de Facebookpagina van VKB geen Vlaams Belang-berichten te zien krijgen. We kunnen zelf rechtstreeks via bijna 130.000 Facebook-volgers onze berichten verspreiden. En dat aantal groeit nog elke dag. 

Ik ben het gewend om mijn mening steeds te verkondigen, en dit in tegenstelling tot sommige collega’s in het parlement die zichzelf een zwijgplicht opleggen over hetgeen hun ‘corebusiness’ zou moeten zijn. Klagen heeft enkele geen zin, (juridische) tegenaanval wel en vooral zelf maximaal gebruik maken van de alternatieven die voorhanden zijn. Vóór het bestaan van de sociale media verkondigden wij ook reeds de waarheid en dat zullen wij consequent blijven doen, ook al is de waarheid nu eenmaal niet politiek-correct.