Koninklijke reizen kosten belastingbetaler 843.000 euro

Dat het Belgische koningshuis vliegtuigen van de luchtmacht gebruikt als reisbureau is al jaren een doorn in het oog van heel wat belastingbetalers. Maar dat heeft de welbekende reislust van de Saksen Coburgs alvast niet getemperd, integendeel, zo blijkt uit cijfers die ik opvroeg bij minister Reynders.

De twee Koningskoppels Filip en Mathilde en Albert en Paola lieten zich vorig jaar door Defensie rondvliegen voor een kostprijs van zo maar eventjes 843.293 euro. De groene kerstboodschap ten spijt. Van de 22 vliegreizen die ze afgelopen jaar maakten, ging het in meer dan de helft van de gevallen om een privéreis. 12 om precies te zijn. Kortom: de koningskoppels trekken er gemiddeld één keer per maand lustig op uit op kosten van de belastingbetaler. Opvallend: over de bestemmingen van de privéreizen weigert bevoegd minister Reynders informatie vrij te geven. Het enige wat we mogen weten is dat we de rekening mogen betalen.

De kostprijs is des te opvallend omdat ze een pak hoger ligt dan de voorgaande jaren. Zo bedroegen de reiskosten in 2017 nog 452.000 euro. Een bedrag dat in 2018 bijna werd verdubbeld. De kosten komen overigens bovenop de dotaties en werkingsmiddelen die nu reeds naar het Koningshuis vloeien. Samen goed voor zo’n 37 miljoen euro op jaarbasis.

Van ons mogen de Van Saksen Coburgs zoveel naar het buitenland gaan als ze willen, definitief voor mijn part, maar het is onaanvaardbaar dat zij naast hun royale dotaties vrolijk de wereld rondreizen op kosten van de belastingbetaler. Die moet niet opdraaien voor ‘Air Filip’. We eisen dan ook dat het gebruik van legertoestellen voor koninklijke privévluchten wordt afgeschaft.