Teruggekeerde jihadi’s kunnen wel degelijk beroep doen op de royale Belgische uitkeringsmechanismen. Dat blijkt uit een antwoord dat ik ontving van minister Peeters. Uit de recentste cijfers blijkt dat 15 terugkeerders hiervan gebruik maken. De bevindingen staan in schril contrast met de uitlatingen van vicepremier Jambon enkele maanden terug. Die beweerde toen dat het niet is omdat teruggekeerde IS-ers ingeschreven zijn in het rijksregister, ze ook potentieel uitkeringsgerechtigd zijn.
Dat die bewering echter geen hout blijkt te snijden. De enige voorwaarde die de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling (RVA) oplegt om uitkeringen te ontvangen, is dat men in het land verblijft en ingeschreven is in het bevolkingsregister. Aangezien Binnenlandse Zaken zelf zegt alles in het werk te stellen om teruggekeerde jihadi’s maximaal in te schrijven, is het perverse effect dat zij ook uitkeringsgerechtigd zijn.
Gevraagd naar initiatieven om teruggekeerde jihadi’s het recht op uitkeringen te ontnemen, tart het antwoord van Peeters elke verbeelding. Zolang men niet (meer) in het buitenland verblijft en ingeschreven is in het rijksregister is er geen enkele wet die hen verhindert om nog uitkeringen te ontvangen. Momenteel genieten 15 teruggekeerde jihadi’s een uitkering bij de RVA. Eerder kwam al aan het licht dat naast werkloosheidsuitkeringen gewonde ‘terugkeerders’ ook vaak beroep doen op invaliditeitsuitkeringen.
Dit getuigt van een compleet gebrek aan realiteitszin. Zelfs na de aanslagen in Zaventem, Brussel, Parijs en Nice kunnen jihadi’s ongestoord van het jihadfront naar het stempelfront terugkeren, zolang men maar is ingeschreven in het rijksregister. De karikatuur dat dit land de islamitische terreur, onrechtstreeks, financiert, lijkt meer en meer realiteit.
Mensen die meewerkten aan de horror van IS hebben hier geen plaats, laat staan dat zij aanspraak kunnen maken op onze sociale voorzieningen. De talloze verklaringen om teruggekeerde jihadisten te schrappen uit de bevolkingsregisters moeten omgezet worden in daden. Wie terreurdaden pleegt, terroristen verheerlijkt of ermee sympathiseert zet zichzelf per definitie buiten de samenleving. Het is aan de wetgever om die zelfgekozen uitsluiting te formaliseren door hen de nationaliteit te ontnemen. Dat kan vandaag al op basis van artikel 23 van het nationaliteitswetboek, maar het ontbreekt aan politieke moed om er werk van te maken.