Het was een opmerkelijk feit. Enkele dagen voorafgaand aan de aankondiging van de kandidatuur van Bart De Wever in Antwerpen, werd de kiesstrijd niettemin reeds doelbewust ingezet met iets totaal anders, namelijk met een verklaring van Jan Jambon. Het cordon sanitaire zal door N-VA onverkort worden gehandhaafd. Altijd en overal.
Men vraagt zich terecht af waarom dat nodig was. Men vraagt zich af waarom het niet voldoende was dat enkele weken voordien de lijsttrekker in Gent, de genaamde Siegfried Bracke, reeds duidelijk de N-VA in het kamp van de traditionele partijen had gesitueerd als het over het cordon sanitaire ging. Waarom moest ook Jan Jambon dat nu nog eens zo duidelijk overdoen?
Voor Siegfried Bracke zijn wij “ook inzake het Vlaamse thema” té verschillend. Correct. Het argument van Jambon was zo mogelijk nog origineler dan dat van zijn collega. Het Vlaams Belang zou tegen de islam zijn. Voor Bart De Wever zelf moet Dewinter hem “met rust laten” of iets van die strekking. Begrijpelijk. (Debatteren met Dewinter kan lastig zijn.)
Maar zijn dat nu allemaal -in al hun verwarrende inconsistentie- redenen die fundamenteel genoeg zijn om een zo ondemocratisch mechanisme, een mechanisme dat nergens anders ter wereld bestaat, te wettigen en voorafgaand aan een zo belangrijke kiesstrijd centraal te gaan plaatsen? Neen. Natuurlijk niet. Behoudens een Kamerlid van de N-VA, ene De Decker, met zijn melding dat hij moet “kotsen” van het Vlaams Belang, lijkt geen enkele van de aangehaalde redenen van voldoende urgent en groot belang.
Er moet dus een andere reden zijn waarom de slogan van de N-VA (dat ze verandering willen) door henzelf ongeloofwaardig wordt gemaakt. Want wie zogezegd verandering wil, moet in principe alle mogelijkheden open houden en niet (in principe) er 1 uitsluiten. Het lijkt dom. Wat zou dan de echte reden kunnen zijn?
Welnu, neemt u het rustig aan van iemand met meer dan 25 jaar ervaring in de Wetstraat. Die ietwat vreemde (her)bevestiging van het cordon sanitaire, was de voorafgaande voorwaarde waaraan de N-VA in haar stormloop op de Vlaamse gemeentehuizen en provincieraden moest voldoen om -in ruil- overal door de partijen van het regime (verder) te worden erkend als gesprekspartner.
De “oude” politieke partijen hebben in de marge van de aan gang zijnde vooronderhandelingen (“contacten” worden die meestal genoemd) van de N-VA die duidelijkheid geëist. De oude machten willen namelijk op geen enkele manier het risico lopen dat een N-VA waarmee ze in Antwerpen, in Gent of elders over ambten van deputé of over schepencolleges of over grote infrastructuurwerken afspraken aan het maken zijn, plots in Ninove of in Grimbergen aan de praat zou raken met het Vlaams Belang want dan duiken er onmiddellijk zogenaamde “problemen” op, zoals Jan Jambon het noemde.
Daarom ook dat het Jan Jambon moest zijn die de verklaring deed. Hij immers werd er tot voor enige maanden nog van verdacht binnen de N-VA tolk te zijn van de Vlaamse Beweging, een milieu waarin doorgaans ondubbelzinnig en ongenuanceerd wordt gedacht over en tegen het cordon sanitaire.
In 2006 werd dat risico van -ik zal het maar noemen- “Belgische onbetrouwbaarheid” geneutraliseerd doordat N-VA ers die te dicht bij die Vlaamse Beweging aanleunden, veilig ingekapseld werden in het kartel met de CD&V. Nu moesten er echter eerst bijkomende garanties van betrouwbaarheid afgeleverd worden. En wat was er waterdichter op dat vlak dan de duidelijke en algemene, niet door enige nuance verstoorde verklaring van Jan Jambon? Juist. De “Belgische” partijen kunnen dus nu 100 procent op hun beide oren slapen en dat alles precies net op tijd voor de aankondiging van de eeuw: Bart De Wever wordt burgemeester van Antwerpen.
Zelfs Hendrik IV wist het al: Paris vaut bien une messe.
En meteen duikt er dus een fundamentele reden op waarom ik altijd een Vlaams Belanger zal zijn: niet de macht maar de idee staat voorop. Ook als de idee mij van de macht zou verwijderd houden, hetgeen zo goed als zeker het geval is met ideeën zoals het afwijzen van de confederale retoriek en het verkiezen van de Ordelijke Opdeling van België.
Het is een gedachte die mensen als Dewinter en ikzelf als een soort van mantra kregen opgelepeld toen wij het Vlaams-nationalisme uit de smurrie van de failliete machtspolitiek van de Volksunie wilden halen onder aanvoering van Karel Dillen. Het is in ieder geval een gedachte die (als ze niet actueel is) het onvermijdelijk zal worden, opnieuw. Want de macht -vraag het aan Verhofstadt, Stevaert, Leterme- is in België vernietigend en tijdelijk.
Als wij vandaag met enkele vrienden zullen verzamelen rond het graf van Karel Dillen, 5 jaar na zijn overlijden, dan zullen de woorden van Dillen over het verschil tussen Volksunie en Vlaams Blok, over de programmapartij die wij zijn, in mijn oren zinderen. Noem het gerust een “weeffout”. Ze hebben mij nooit verlaten.
Gerolf Annemans