“Walen leven niet op kosten van de Vlamingen“. De uitspraak van Waals minister president Magnette (PS) eerder dit jaar, wordt andermaal tegengesproken door de feiten. Driekwart van de Belgen die al sinds hun afstudeerperiode een uitkering ontvangen, woont in Wallonië of Brussel. Bij de langdurige uitkeringstrekkers (langer dan een jaar) stelt de situatie zich zelfs nóg scherper: 78 procent woont ervan in het Hoofdstedelijk Gewest of het zuidelijk landsgedeelte.
De gewestelijke verhoudingen liggen in de lijn van de globale werkloosheidscijfers. Dat de trend zich ook bij de jongere werklozen doorzet is echter een bijzonder nefast teken aan de wand. De cultuuromslag dat we ons sociaal model enkel overeind kunnen houden, wanneer we allemaal een inspanning leveren, zet zich bij de jongere generaties in Brussel en Wallonië duidelijk niet door. Het lijkt erop dat bepaalde uitkeringsgewoonten met de paplepel worden meegegeven.
De cijfers tonen aan dat de Vlaamse geldstromen een averechts effect hebben. Ze stimuleren de Waalse economie niet, ze wiegen ze in slaap. Gezien het budgettaire en hiermee gepaard gaande sociale onweer is het voor haar onbegrijpelijk dat geen enkele Vlaamse regeringspartij dit aan de kaak stelt. Vlaanderen zou met die centen zijn loonkosthandicap kunnen wegwerken, zijn competitiviteit versterken en onze afbrokkelende sociale verworvenheden behouden.