Vraaggesprek Doorbraak

Gisteren verscheen op het Vlaamsgezind internettijdschrift Doorbraak een vraaggesprek met mij naar aanleiding van de verschijning van mijn boek. Hieronder kan u het integraal lezen.

 

Vlaams Belang-Kamerlid Barbara Pas schreef een Wetstraatkroniek: De communautaire leegte.

Parallel met dat boek verscheen ook De angsthazen van haar broer en Vlaams Belangcartoonist Frederik Pas. Allebei zijn ze van thuis uit Vlaamsgezind. In haar studententijd engageerden broer en zus Pas zich bij het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Toen ze afstudeerde als handelsingenieur was haar enige sollicitatie bij Vlaams Blok. Toen zij er aan de slag ging als wetenschappelijk medewerkster van de Kamerfractie werkte haar broer al een half jaar bij de partij. ‘Ik hoorde niets dan positieve geluiden. Het zal wel meegespeeld hebben, maar ik was sowieso in politiek geïnteresseerd’, zegt Barbara Pas (35), vandaag nationaal ondervoorzitter van de partij.

Koningin van de communautaire vragen

Sinds 2007 is ze Kamerlid (ze combineerde dit trouwens van 2009 tot 2012 met de functie van jongerenvoorzitter) en maakte ze de communautaire spanningen onder Guy Verhofstadt en Yves Leterme mee. ‘In aanloop naar de verkiezingen waren ze enorm Vlaamsgezind en erna werd vervolgens alles vergeten om toch maar aan de macht te geraken’, zegt ze onbegrijpend. Met de N-VA had ze gehoopt dat dit niet het geval zou zijn. Daarom maakt ze er sinds het regeerakkoord een zaak van om de communautaire kwestie op de agenda te blijven houden.

Zo kroonde politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) haar tot koningin van de communautaire vragen. Volgens dezelfde professor wordt zij ook doodgezwegen in de media. Dat ze 3,5 jaar na haar eerste interview als VB-fractieleidster pas een volgend interview op Villa Politica mocht geven, is veelzeggend. In een poging om het mediacordon te doorbreken bundelde ze daarom in De communautaire leegtehaar parlementaire initiatieven op communautair vlak van de voorbije twee jaar. Op het eerste gezicht lijkt het kurkdroge kost, maar het boek is behoorlijk leesbaar. Pas breit voldoende concrete verhalen aaneen en kadert dit in een groter geheel.

De communautaire omerta deelt ze ook op per N-VA-minister (‘Bij parlementaire vragen is de communautaire stilte vaak heel letterlijk’). Ze maakt bovendien komaf met het begrip confederalisme (naar de woorden die ook Karel Dillen sprak: ‘Het confederalisme is een fédéralisme des cons’) en illustreert hierbij het bochtenwerk van N-VA en het gestruikel over onafhankelijkheidssemantiek. Daarnaast neemt ze onder meer de Vlaamse regering onder handen en schetst ze het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid via het Vlaams Parlement (‘Buiten de grondwet, maar wel democratisch’), waarbij ze de mosterd haalt uit het werk van Gerolf Annemans, De ordelijke opdeling van België – Quid nunc?

Volgens Pas is het communautaire de kapstok van alle beleid. ‘Sociaaleconomische hervormingen kunnen niet zonder communautaire verandering.’ Ze hekelt de N-VA-aanpak. ‘Door nu te doen alsof het communautaire onbelangrijk is, ga je de mensen in 2019 niet overtuigen van het omgekeerde. Op den duur gaan ze eerder geloven dat er geen communautaire problemen zijn. Je moet mensen net bewustmaken van het communautaire thema. Pas als er communautaire spanning is, kan je voor Vlaanderen iets uit de wacht slepen. Met mijn rechten als parlementslid probeer ik het communautaire daarom op te stoken.’

‘Geen communautaire stilte aan Franstalige zijde’

Pas demonstreert hoe ver de communautaire stilte gaat. ‘Het is méér dan de afspraak om geen communautaire actie te ondernemen. Zelfs als je zou meestappen in de participatiestrategie waar N-VA voor gekozen heeft, zou je toch verwachten dat ze de belangrijke federale bevoegdheden gebruiken om waar nodig Vlaams onrecht te corrigeren. Ze hebben de wetgeving aan hun kant, maar zelfs op dat vlak wordt niet het minste initiatief genomen. Aan de Franstalige federale zijde geldt de communautaire stilte trouwens blijkbaar niet.’

De politica uit Dendermonde is vooral verbaasd van het gemak waarmee N-VA de communautaire knop heeft omgedraaid. ‘Vorige legislatuur fulmineerden ze nog zwaar over al die zaken en nu schuiven ze het zonder probleem allemaal opzij. De voorbije twee jaar heb ik gemerkt met welk gemak zij moties van aanbevelingen wegstemden waar ze in principe voor zouden moeten zijn. De enigen die af en toe een communautaire vraag stelden waren Hendrik Vuye en Veerle Wouters, in zoverre dat ze dat mochten.’ Toch had ze niet verwacht dat na hun exit nog andere parlementsleden de partij zouden verlaten. ‘In de Kamer kan je de flaminganten van N-VA op één hand tellen, de anderen behoren eerder tot de liberale strekking van de partij. Vuye en Wouters hebben nu het voordeel dat ze als onafhankelijke V-Kamerleden niet het mediacordon van Vlaams Belang hebben. We komen goed overeen, maar er is geen officiële samenwerking. Ik zou ook niet willen dat ze zo in een mediacordon komen. Het siert hen alleszins dat ze stemmen volgens inhoud, in tegenstelling tot andere partijen.’ N-VA-voorzitter Bart De Wever zei vorig jaar in De zevende dag in debat met Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken zelfs nog: ‘Als u morgen een resolutie indient dat de zon schijnt, dan zal ik nog niet meestemmen.’ N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover wilde naar aanleiding van Pas’ boek bovendien niet eens met haar in debat gaan in Terzake. De Roover verzekerde Terzake dat dit voor de komende jaren zo zal blijven. Volgens Pas bewijst dit net dat hij helemaal niets te verdedigen heeft. Haar boek haalde in ieder geval de uitzending niet meer …

Onafhankelijkheidsverklaring vanuit Vlaams parlement

Ook aan de Vlaamse regering heeft ze daarin een stuk gewijd. ‘In het Vlaamse regeerakkoord staat geen communautaire stilte, ze zou dus volop die communautaire spanning kunnen oppoken. Maar we zien dat er met de eerste Vlaams-nationale minister-president er nog nooit zo weinig Vlaamse ambitie is geweest. Er is geen sprake meer van de vijf Vlaamse resoluties van 1999. Voor het eerst staat er in het regeerakkoord ook niets over de afbouw van transfers, dat was onder Yves Leterme en Patrick Dewael zelfs niet waar.’

‘Nu verliezen we minstens vijf jaar kostbare tijd, want het ziet er niet naar uit dat het in 2019 ineens beter wordt’, meent Pas. Ze heeft ook geen begrip voor de uitblijvende grondwetsherziening aangezien dit in de vorige legislatuur niet werd aangekondigd. ‘Men had nu op zijn minst ook de afspraak moeten hard maken om bepaalde artikelen voor herziening vatbaar te maken voor de volgende legislatuur, maar zelfs dat heeft N-VA niet in de wacht kunnen slepen.’ Toch denkt ze dat dit niet de essentie van het verhaal is. ‘Zo blijf je namelijk in die Belgische context zitten. Ik ben ervan overtuigd dat, zoals Hendrik Vuye in 2013 het al zei met het petje van professor staatsrecht, je buiten de grondwet moet kleuren en de onafhankelijkheidsverklaring via de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement zal moeten gebeuren. Staatsmisvormingen verlopen altijd volgens hetzelfde stramien: stukjes van bevoegdheden worden geruild voor een financiële prijs en zware politieke prijzen. In Brussel en in de Vlaamse Rand denken de Franstaligen wél vooruit en maken ze zaken onomkeerbaar voor als het land ooit zou splitsen. Mijn grootste verwijt aan de Vlamingen is dan ook dat zij het minst voorbereid zijn en op dat gebied zij zich steeds laten rollen.’