Communautair zit in dit land alles vast. Muurvast. Zelfs een symbolisch dossiertje als de aanpassing van de protocollaire rangorde lukt niet.
Hieronder leest u het verslag van mijn vraag hierover aan de premier in het vragenuurtje van De Kamer. Hier kan u het herbekijken.
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u kent de gevoeligheden. De diensten van het protocol bepalen de rangorde van de hoogwaardigheidsbekleders in dit land en daarbij komen de vertegenwoordigers van de deelstaten altijd na hun federale collega’s. Nu, na zes staatshervormingen, het gewicht van de bevoegdheden steeds meer bij de Gemeenschappen en de Gewesten komt te liggen, willen de deelstaten de protocollaire rangorde aangepast zien.
Minister Jambon maakte zich sterk dat hij dat in orde zou brengen tegen de Nationale Feestdag van 2015, dus op 21 juli 2015. Ik heb hem ondertussen zeer regelmatig naar de stand van zaken gevraagd, maar telkens schuift hij de deadline een beetje op. Nu durft hij zich zelfs niet meer vast te pinnen op een datum.
Vorige week werd in het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd over de internationale strategie van Vlaanderen in Europa en de wereld. In het eerste punt van deze resolutie “vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse regering om er bij de federale overheid en bij de andere deelstaten op aan te dringen om de achterhaalde protocollijst op korte termijn te actualiseren zodat de Vlaamse diplomatie en de regeringsleden van de deelstaten op een correcte manier worden ingeschaald op het buitenlandse forum.” De resolutie werd unaniem goedgekeurd.
Gelet op het feit dat men daar in het Vlaams Parlement zo’n groot belang aan hecht, heb ik minister Jambon gisteren opnieuw naar de stand van zaken gevraagd. Nu zegt hij plots dat dit dossier u toebehoort. Na mij jaren aan het lijntje te hebben gehouden, zegt hij nu dat u in dit dossier het initiatief moet nemen.
Vandaar mijn vragen aan u, mijnheer de eerste minister.
Is er ondertussen eindelijk een standpunt van de federale regering inzake de protocollaire rangorde?
Zijn er nog knelpunten? Zo ja, kunt u verduidelijken welke?
Ik heb deze vragen telkens opnieuw gesteld aan minister Jambon, maar ik mocht er nooit een antwoord op krijgen. Hopelijk is dat nu wel het geval.
Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, ik apprecieer altijd de aanmoedigingen inzake de protocollaire volgorde. Om precies te zijn, hierover staat, zoals u weet, niets in ons regeerakkoord van drie jaar geleden. Het is correct dat de minister van Binnenlandse Zaken het initiatief heeft genomen om dienaangaande een werkgroep op te richten, die moet nagaan of er na de zesde staatshervorming initiatieven moeten worden genomen op dat vlak.
In de loop van april 2017 heeft de Vlaamse regering een nota ingediend bij het Overlegcomité in verband met de protocollaire volgorde. Het Overlegcomité heeft enkel akte genomen van de nota.
Bijgevolg kan ik slechts antwoorden dat ik tot op heden geen consensus in dat verband heb vastgesteld. Wij zullen zien of het in de toekomst al dan niet mogelijk is om tot een consensus te komen.
De voorzitter: Mevrouw Pas, ik geef u gedurende 1 minuut het woord voor uw repliek.
Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, het begint in deze regering stilaan een gewoonte te worden dat u de dossiers naar u toe moet trekken om er beweging in te krijgen, maar na u te hebben gehoord, vrees ik dat het ditmaal niet het geval zal zijn.
Dat er geen consensus is, dat hoor ik al vier jaar van minister Jambon, maar wat de gevoeligheden precies zijn, dat komen wij niet te weten.
Ik besef dat er in deze tijden van communautaire stilstand ergere zaken zijn dan de symbolische protocollaire volgorde, die afbreuk doen aan de Vlamingen, maar het is veelzeggend dat zelfs zoiets niet geregeld geraakt.
Elk deelstaatparlement in dit land vindt het belangrijk. Het gebeurt niet vaak dat de andere deelstaten de mening van Vlaanderen delen. U doet er nu al bijna vier jaar over om tot een standpunt te komen en een consensus te bereiken. Deze regering houdt de Vlaamse regering niet eens op de hoogte van de stand van zaken in dit dossier.
De weg naar consensus moet u vooral in uw eigen partij zoeken, mijnheer de premier. De reactie van minister Reynders in dit dossier zegt alles. Hij stelde: “Misschien moeten wij dit bespreken bij de twaalfde staatshervorming. Wij hebben in het federaal regeerakkoord afgesproken vijf jaar lang institutioneel niets te veranderen.”