Regering-Michel bewijst nood aan Vlaams-nationaal project
De verkiezingen van mei 2014 waren communautair. Het woord ‘confederalisme’ was een van de sleutelwoorden van de campagne. In oktober volgde de communautaire stilstand. We zijn nu vier jaar later, nog een jaar van de eindmeet, misschien.
De gevolgen van de communautaire stilstand laten zich voelen. Er zijn in Vlaanderen merkelijk minder 11 juli-toespraken dan voor 2014. Ministers van de regering-Michel pleiten onomwonden voor herfederalisering: Alexander De Croo, Marie-Christine Marghem, Maggie De Block, … Waar is de communautaire stilstand? Vlamingen herkennen zich meer in België, schrijven Jan Callebaut en Wouter Verschelden (Het merk België, 2017). Was dit de bedoeling? De Belgium-gekte slaat niet alleen in voetbalmiddens toe, maar ook bij de werkgeversorganisaties. Recent ontvingen de Kamerleden een gezamenlijke brief van de Vlaamse, Waalse, Brusselse en Duitstalige werkgeversorganisaties. VBO en VOKA schrijven er hand in hand: ‘Internationale handel maakt deel uit van het DNA van de Belgische economie. 85% van ons BBP hangt af van onze export’. Een ding wordt niet vermeld: Belgische export bestaat niet. Volgens de cijfers van Flanders Investment and Trade (FIT) tekent Vlaanderen voor 83,22% van de totale Belgische uitvoer. Onder voorzitter Luc de Bruyckere pleit Voka nog openlijk voor confederalisme, nu ondertekent Hans Maertens de brieven van VBO-baas Pieter Timmermans. ‘VBO is mijn baas’, de communautaire achteruitgang heeft toegeslagen.
Waarom moest het communautaire in de diepvries?
De regering-Michel profileert zich in 2014 als de regering van de hoop. Voor het eerst sedert Martens VIII (1988) komt er een regering zonder de PS. De centrumrechtse coalitie zal de rekeningen op orde zetten. Alles zal anders zijn dan onder de vermaledijde regering-Di Rupo. Het begrotingsevenwicht moet er komen in 2018. Het wordt later uitgesteld naar 2019 en vervolgens zelfs over de verkiezingen getild naar 2020. Net zoals Elio het deed: zijn regeerakkoord (2011) belooft een begrotingsevenwicht in 2015, later wordt het uitgesteld naar 2016 en uiteindelijk zelfs naar 2017.
De ‘door de Franstaligen gedomineerde belastingsregering-Di Rupo’ zorgt er voor dat de staatsschuld zakt onder de 100% van het Bruto Binnenlands Product (bbp). Dit is toch wat minister van Financiën Koen Geens (CD&V) aankondigt in het verkiezingsjaar 2014. Na de verkiezingen blijkt de staatsschuld echter 107% bbp te bedragen. Ook de regering-Michel lijkt op weg naar het magische cijfer 100. Volgens de prognoses van de Europese Commissie zal de schuld de komende jaren verminderen tot 101,5% van het bbp en in 2019 tot 100,2%. Net als de regering-Di Rupo zal de regering-Michel kort voor de verkiezingen onder de magische grens van 100% duiken. Maar wat het cijfer zal zijn na de verkiezingen, dat zullen we eind 2019 weten. Wat we nu wel weten is dat België zelfs met die 100% de vierde slechtste leerling van de EU is. België zit in de buurt van Latijnse landen als Spanje (98,3% bbp) en Cyprus (97,5% bbp). In de buurlanden zijn de cijfers veel beter. Duitsland klokt nu af op 64,1% bbp, Nederland op 56,7% bbp en Luxemburg op 23% bbp.
Volgens het Planbureau zakt het overheidstekort onder de regering-Michel van 3,1% bbp tot 1% in 2017 om vervolgens opnieuw te stijgen tot 1,7% bbp in 2020. Deze daling van 1,4 procentpunt is voor 1,3 te danken aan de daling van de rente en voor 0,1 aan de regering-Michel. Een begroting die 8 miljard verwijderd is van het evenwicht, dat is de vergiftigde nalatenschap van de regering-Michel. En de volgende regering zal, nog steeds volgens het Planbureau, niet meer kunnen rekenen op een lage rente.
De regering pronkt met cijfers omtrent groei en jobcreatie. Inderdaad, er is groei en er is jobcreatie, maar vergelijkt men 30 Europese landen dan staat België inzake groei op plaats 26 en inzake jobcreatie op de plaats 23.
De rekeningen zijn niet op orde. Toch moest het communautaire net hiervoor in de diepvries. De regering-Michel heeft haar bestaansreden verloochend.
Van communautaire leegte naar communautaire achteruitgang
Kort na de regeringsvorming verklaart vicepremier Jan Jambon (N-VA) in La Libre Belgique dat de communautaire stilstand maar 5 jaar zal duren. Meer kan een Vlaams-nationalistische partij zich niet veroorloven, stelt hij. In september 2016 wordt de communautaire stilstand uitgebreid tot tien jaar.
Maar wat is communautaire stilstand in de praktijk? Van stilstaan is er nooit sprake geweest, wel van een communautaire achteruitgang. In mei 2015 wordt het Nationaal Pensioencomité opgericht voor de publieke sector. Het is samengesteld uit twee Vlamingen en vier Franstaligen. Zelfs de pariteit is volledig zoek.
In juni 2016 wordt het Protocol van Londen gestemd. Vlaams-nationalisten hebben zich in het verleden altijd hevig verzet tegen dit dossier omdat de octrooien enkel in het Frans, Engels en Duits worden opgesteld. Voor het Nederlands is er geen plaats meer. Eén van de auteurs van dit artikel stemt tegen, de twee anderen zijn nog lid van de meerderheid maar stemmen niet, bij wijze van stil protest. De octrooiregeling wordt verder Kamerbreed gestemd. Dit was ondenkbaar voor 2014.
Ook bij de uitoefening van hun eigen bevoegdheden laten Vlaamse ministers steken vallen. Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) bant zelfs het Nederlands in de masteropleiding van de Koninklijke Militaire School (KMS). Het Legermuseum dat werd samengevoegd met enkele andere instellingen wordt omgedoopt tot het ‘War Heritage Institute’ met ook een engelstalige domeinnaam, wat volgens de Vaste Commissie voor Taaltoezicht flagrant in strijd is met de taalwet. Het staat allemaal beschreven in De communautaire leegte (2016). Reeds vanaf de vorming van de regering-Michel is de communautaire stilstand een onmetelijk diepe communautaire vergeetput. Zelfs zaken waar álle Vlaamse partijen achter staan worden niet gerealiseerd: het stemrecht voor Vlamingen in het buitenland, het rijbewijs met punten, de fusie van de zes politiezones,…
Het gaat van kwaad naar erger. Het taalrapport van de Brusselse vice-gouverneur over de taaltoestanden bij de Brusselse gemeentebesturen en OCMW’s is een horrorboek. In 2017 zijn nog 4,4% van de beslissingen van de Brusselse OCMW’s over contractuelen in orde met de taalwet. De regering-Michel laat begaan. Meer nog, de meerderheid stemt een resolutie van het Vlaams Belang weg. Het V&W-wetsvoorstel dat zorgt dat de taalwet tanden en klauwen krijgt, wordt dan weer op de lange baan geschoven. Plots is de meerderheid heel bezorgd of dit voorstel wel grondwettelijk is, maar dat de Franstalige Brusselaars de taalwet aan hun laars lappen, dat is dan weer geen probleem. Zowel de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) als de algemene vergadering van de Raad van State zetten het licht op groen. Het voorstel is juridisch in orde. Dan wordt in oktober 2017 maar beslist om hoorzittingen te organiseren. Commissievoorzitter Brecht Vermeulen (N-VA) heeft tot vandaag nog geen tijd gevonden om deze hoorzittingen te organiseren. Indien Vlamingen willen dat de taalwet te Brussel wordt nageleefd, dan kán dat. Maar niet indien de Vlaamse partijen in de Kamer een afwezige meerderheid blijven. Overigens, sedert wanneer valt het doen naleven van bestaande taalwetgeving ook al onder de communautaire stilstand?
De kers op de taart komt er in mei 2018. De regering-Michel past de taalwet gerechtszaken aan. Voortaan mag de rechter deze taalwet niet langer ambtshalve toepassen. Bovendien is een handeling in strijd met de taalwet nog slechts nietig wanneer er ook belangenschade is. De taalwet in gerechtszaken was een monument dat Vlamingen moeizaam hebben verkregen. De regering-Michel heeft het monument tot de laatste steen gesloopt. Is dit stilstaan of achteruitgaan? Er zijn er die stellen dat wij roepen aan de zijlijn. Gelukkig doen we dat, want zonder onze inzet als drie V-Kamerleden zou zelfs dit dossier in alle stilte zijn gepasseerd.
Problemen aanpakken binnen de Belgische structuren lukt niet
Communautaire stilstand wil ook zeggen dat de transfers blijven bestaan. Volgens de berekeningen van een Waals onderzoeksinstituut bedragen deze 7,8 miljard per jaar. Tien jaar communautaire stilstand, dat is dan 78 miljard euro dat uit Vlaanderen wordt gepompt.
De regering creëert jobs, maar krijgt ze nauwelijks ingevuld. Federaal minister Kris Peeters (CD&V) en Vlaams minister Philippe Muyters (N-VA) schuiven elkaar de Zwarte Piet toe. Een communautaire stilstand lost niets op. Fons Leroy, topman van de VDAB pleit voor een zevende staatshervorming om tegen 2020 daadwerkelijk 75% van de beroepsbevolking aan het werk te krijgen. Zonder zal het niet lukken, stelt Leroy. Maggie De Block (Open Vld) klaagt dan weer de bevoegdheidsverdeling aan inzake gezondheidszorg. Terecht, een inefficiënte bevoegdheidsverdeling maakt dat we het geld door ramen en deuren gooien. Alleen wil De Block de bevoegdheid herfederaliseren, wat alleen maar betekent dat de Vlamingen de factuur zullen betalen want de taalgrens is ook een zorggrens.
Dan is er die eeuwige dooddoener. Toch een geluk dat de regering-Michel er is gelet op de migratie. Hoe zou dat geweest zijn met de PS? Wel het zou nauwelijks anders geweest zijn dan nu. Meer nog, onder de regering-Michel is de influx gemiddeld 7% hoger dan onder de regering-Di Rupo. 4 op de 5 uitwijzingsbevelen krijgen geen gevolg. Bij politieacties worden opgepakte illegalen nauwelijks uitgewezen. Bij een politieactie in West-Vlaanderen worden vele illegalen opgepakt, 1,8% wordt uitgewezen. Er is veel te doen over de 600 transmigranten in de buurt van het Noordstation. Tussen december vorig jaar en 9 mei zijn er 85 opgepakt, waarvan er 3 effectief zijn uitgewezen. 3 op 600 uitgewezen, dat is 0,5%. Bekijken we de recente cijfers van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) over asiel, dan zien we in 2018 de erkenningsgraad hoog blijft: 57% (april) en 58,2% (mei). In 2012 (regering-Di Rupo) worden 22% van de aanvragen ingewilligd, in 2016 (regering-Michel) 61,3%, in 2017 54,5%. Ter vergelijking, in Frankrijk bedraagt de erkenningsgraad in 2017 32%. We hebben het al vaak gesteld en Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) heeft het bevestigd: wat Theo tweet, is niet wat Theo doet.
De regering-Michel is een grote leugen: de rekeningen zijn niet op orde en de migratie is niet onder controle. Deze regering brengt geen verandering, maar sluit net als haar voorgangers aloude Belgische compromissen, zo bijvoorbeeld over de RIZIV-nummers. Toch is de regering-Michel een belangrijke les voor de Vlamingen. Deze regering toont net aan dat binnen de Belgische structuren verandering brengen niet mogelijk is. Dat de participatiestrategie, waar N-VA voor gekozen heeft, Vlaanderen geen stap vooruit brengt, maar integendeel vele stappen achteruit. Deze regering bewijst het belang van het Vlaams-nationaal project. Wie echt verandering wil, zal Vlaanderen moeten omarmen. We moeten Vlaanderen uitdragen en de Vlamingen overtuigen. Michel I bewijst immers het failliet van de communautaire stilstand. Dit biedt kansen aan de Vlaamse Beweging om het Vlaams-nationaal project in de verf te zetten.
Er zijn verkiezingen in oktober 2018 en mei 2019. De Vlamingen staan voor een belangrijke keuze, zeker de Vlaams-nationalisten. Wie kiest voor communautaire stilstand kiest voor een verdere verarming van Vlaanderen. Wie kiest voor Michel II moet ook goed weten dat het straatbeeld er in 2024 helemaal anders zal uitzien. In grote steden is dit nu reeds het geval. Vlamingen moeten strijdbaar worden en opeisen wat hen toekomt. Vlamingen zijn de meerderheid en moeten zich ook als meerderheid gedragen, niet als minderheid. Vlamingen mogen geen muis zijn die brult binnen een federale regering, zo bereik je niets. Er kunnen reuzenstappen gezet worden in de staatshervorming zonder een meerderheid van twee derden, dat leren het zogenaamde Grendelboek (2017) en Brusselboek (2018). Indien de Vlamingen over de partijgrenzen heen het belang van Vlaanderen voorop stellen, dan kan heel veel. Meer Vlaanderen moet een evidentie worden over de grenzen heen van meerderheid en oppositie. We moeten Vlaanderen vieren, niet alleen op 11 juli, maar elke dag. Vlaanderen en welvaart kunnen synoniemen worden indien de Vlamingen dat echt willen. Dit is net de kracht van het Vlaams-nationaal project.