Het dialoogplatform als rookgordijn om democratische inspraak te veinzen

Onderstaande vrije tribune van mijn hand verscheen vandaag op doorbraak.be

Non-dialoogplatform

Na lang wachten ontvingen de federale parlementsleden op 17 november jongstleden de beleidsverklaring van de twee ministers van Institutionele Hervormingen, David Clarinval (MR) en Annelies Verlinden (CD&V). Helaas bleek het document niets te bevatten wat de laattijdigheid ervan kon verantwoorden. Alleen het reeds in het regeerakkoord aangekondigde ‘brede democratische debat over institutionele hervormingen’ viel enigszins op. Het kreeg immers wat meer concrete vorm in de gedaante van een ‘dialoogplatform’.

Dit platform zou volgens beide excellenties moeten dienen voor overleg over hoe het institutioneel verder moet met dit land. Er zullen bij loting aangeduide burgers aan deelnemen, evenals vertegenwoordigers van het middenveld en een aantal experts. Clarinval en Verlinden willen er zelfs burgemeesters bij betrekken.

Gestuurd en niet representatief

Wel, ik kan bijzonder kort zijn over dit onding, dit zogenaamde dialoogplatform. Een platform is niets anders dan een platte verhoging om iets op te zetten. Welnu, dit is inderdaad plat. Platte volksverlakkerij. Het is in het leven geroepen om tijd te winnen en moet de indruk wekken dat de burger inspraak zou krijgen bij het bepalen van de institutionele toekomst van het land. Het is daarentegen één grote farce en leugen. Het platform wordt immers volledig gestuurd door de regering. De regering bepaalt de inhoud, de omvang, de samenstelling en de werking van dit platform, deze ‘burgerdialoog’. Elk vrij en onafhankelijk overleg wordt op die manier onmiddellijk dood gemaakt. Het zou dus veel correcter zijn om niet van een dialoogplatform te spreken, maar van een ‘dialoogschavot’.

Al van bij haar totstandkoming hebben we allemaal mogen aanschouwen hoezeer de paarsgroene regering De Croo begaan is met de mening van de Vlaming. En dit komt dus ook nog eens goed tot uiting met de constructie van het platform. De representativiteit van de geselecteerde burgers wordt op geen enkel ogenblik gewaarborgd via een loterijdemocratie. Hoe gaat men die loterij trouwens organiseren? Door lootjes te trekken? En waar gaat het gebeuren? Op marktpleinen, zoals in de tijd van Conscience? Anders dan nu had in die vervlogen tijden het deelnemen aan een loting tenminste nog iets positiefs. Alvorens de vermaledijde Leopold II in 1909 de loting voor de militaire dienst afschafte, betekende het moeten deelnemen aan lotingen voor de jonge mannen vooral dat ze voortaan oud genoeg werden bevonden om te gaan vrijen of in de herbergen potten te gaan pakken.

Volkscongres naar Noord-Koreaans voorbeeld

Ook de drastische inperking van de discussiemarge maakt het platform volledig nutteloos en onzinnig. De regering bepaalt vanzelfsprekend de hoofdthema’s. En al even vanzelfsprekend gebeurt dit enkel binnen het kader van het Belgisch federalisme. Zo mogen subsidiariteit en transfers niet eens in vraag worden gesteld. Geen opmerkingen dus over de voortdurende miljardendiefstal naar Wallonië en Brussel, verpakt als ’interpersoonlijke solidariteit’. Op die manier zal de gevoerde dialoog al even interessant en verrijkend worden als deze op de volkscongressen in Noord-Korea.

Veinzen van democratische inspraak

Paarsgroen heeft een wel heel bijzondere opvatting over wat inspraak van de burger dient te zijn. Alles wordt immers gedirigeerd en ingeperkt. En bovendien heeft men ook nog eens bepaald dat de door de regering voorgekauwde bedenksels en adviezen van het platform louter raadgevend zullen zijn.

Vanzelfsprekend hoeft de regering De Croo zich hieraan niet te storen en doet ze daarna toch vierkant haar goesting. Het is maar te hopen dat deze volslagen zinloze en overbodige dialoog de Vlaamse belastingbetaler niet te veel zal kosten. Het is een eigenaardige gang van zaken, de uitvoerende macht die een gestuurde democratische inspraak organiseert.

Kortom, het platform is louter een misleiding, een rookgordijn om democratische inspraak te veinzen. Ten gronde is het louter tijdverlies. We weten heel goed waar dit land ziek aan is, waar de oplossingen liggen en in welke zin de Vlaamse bevolking wil evolueren.

Parlement en referendum

Wil men burgerinspraak? Wel, dan heb je in een democratie twee mogelijkheden. Vooreerst de representatieve democratie. Het parlement is niets anders dan een verzameling door de kiezer ‘uitgelote’ burgers en is dus een veruitwendiging van democratie, ondanks de pervertering ervan door de particratie. Als burgerparlement kan het niet representatiever zijn en de kiezer kan de leden wegstemmen. En daarnaast is er, als men het echt zuiver wil spelen, de directe democratie: het referendum.

Als het de regering dus menens zou zijn met het betrekken van de burger bij institutionele hervormingen, dan moet het de dialoog met het parlement en dus met de oppositie aangaan. Of moet men een en ander bij referendum aan de bevolking voorleggen, wat nu grondwettelijk niet kan. Paarsgroen kiest voor geen van beide, wat nog maar eens aantoont hoe hypocriet heel de onderneming van de burgerbevraging is.