Ministeriële verantwoordelijkheid is onbestaande in België

Deze week verscheen mijn column op Doorbraak.be :

Het ontbreken van politieke verantwoordelijkheid toont aan hoezeer we in een particratie leven

De mooie Haspengouwse fruitstreek brengt soms rotte vruchten voort. Recent kwam in het nieuws dat de burgermoeder van Sint-Truiden, Veerle Heeren, voor haar misselijkmakend gesjoemel met vaccinlijsten zes maandjes schorsing opgelegd kreeg.

Nooit een sprankel schuldbesef

De christendemocrate had zichzelf, haar naasten en zelfs haar kapper laten inenten op een ogenblik dat 85-jarigen en risicopatiënten nog niet eens een prik hadden gekregen… En alsof haar egoïstische en antisociale gedrag op zich nog niet erg genoeg was, deed de voormalige CD&V-minister er nog een schepje bovenop toen haar zelfbediening aan het licht kwam.

De feiten werden eerst ontkend en vervolgens verdraaid, en daarna waren er nog bedreigingen aan het adres van de klokkenluider. Op geen enkel ogenblik heeft Heeren overwogen om zelf op te stappen en tot vandaag is er eigenlijk nooit een sprankeltje schuldbesef geweest.

Ontbreken van politieke verantwoordelijkheid

Het ontbreken van iedere politieke verantwoordelijkheid is uiteraard geen typisch Limburgs fenomeen. Ik ontwaar het ook regelmatig in mijn professionele thuisbasis, het halfrond van de federale volksvertegenwoordigers en dan vooral bij ministers. Vlak voor de heren en dames verkozenen met kerstreces gingen had minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) ons nog allemaal voorgelogen over het veilig achter slot en grendel zitten van een aantal IS-heksen.

Toen ik hem hierop wees bleek het liegen de schuld te zijn geweest van de procureur, de vrijlating van het IS-geteisem de schuld van de rechter en de kleine strafmaat de schuld van alle partijen die dit hadden gestemd, met uitzondering natuurlijk van de Open Vld, die net als hemzelf niets kon worden verweten.

Het kan erger

Maar het kan veel erger dan dat. Het in gevaar brengen van vele mensenlevens door het laten vernietigen van een hele landsvoorraad beschermingsmateriaal en dit feit vervolgens bewust blijven verzwijgen tot een defensiemedewerker het aan het licht bracht, was voor Van Quickenbornes partijgenote Maggie De Block zelfs niet zwaarwichtig genoeg om enige politieke verantwoordelijkheid te nemen.

Integendeel, ze trachtte de logische vraag naar de niet meer bestaande mondmaskers nog af te blokken door de bevolking voor te liegen over de zogenaamde nutteloosheid ervan.

Foute beslissingen of lakse houding

Dat er door foute beslissingen of een lakse houding doden vallen te betreuren is in dit land al langer geen argument meer om enige verantwoordelijkheid te nemen. Onze fractie eiste in 2019 tevergeefs het ontslag van toenmalig Justitieminister Koen Geens (CD&V) wanneer bleek dat de moord op Julie Van Espen perfect had kunnen worden vermeden.

Moordenaar en multirecidivist Steve Bakelmans had na zijn veroordeling tot vier jaar gevangenis nog geen dag in de cel doorgebracht en kon dus vrij rondlopen ondanks waarschuwingen van diens eigen vader dat hij in staat was tot moorden en een groot gevaar was voor  de samenleving. En Geens? Die bleef rustig in het pluche zitten en kwam niet verder dan de mededeling dat hij het er ‘moeilijk mee had’ dat Bakelmans op vrije voeten was.

Zondebok

Wanneer er iets misgaat en de verantwoordelijke politicus per definitie geen schuld kan treffen, moet, om te vermijden dat de hele regering in moeilijkheden zou komen, soms op zoek worden gegaan naar een zondebok. Iemand om de zwarte piet, als we die term nog mogen gebruiken, naar door te schuiven.

Een mooi voorbeeld hiervan hebben we gezien na de aanslagen van 22 maart 2016, toen bleek dat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) het jaar voordien veel te laks omgesprongen was met informatie over de arrestatie van Ibrahim El Bakraoui, een van de latere zelfmoordterroristen op Brussels Airport.

Jambon wees met een beschuldigende vinger naar een of andere verbindingsofficier in Turkije. ‘Hier heeft geen dienst, geen directie, geen politieapparaat, maar wel één iemand geblunderd’, luidde het stellig. Wanneer hier achteraf niets van aan bleek te zijn en duidelijk was dat het om een vulgaire leugen ging, bleef de N-VA echter als één man achter sterke Jan staan en was de zaak gesloten.

Niet altijd zo geweest

Ik herinner me nog zeer goed dat toen ik, aan het einde van het voorbije millennium, als scholier het politieke gebeuren begon te volgen, het wel nog kon eens gebeuren dat er een politicus zowaar overwoog om politieke verantwoordelijkheid te nemen. Louis Tobback (Vooruit) nam in die dagen ontslag als minister van Binnenlandse Zaken na de dood van asielzoekster Semira Adamu. Net zoals de ministers Stefaan De Clerck (CD&V) en Johan Vande Lanotte (Vooruit) dat deden nadat Marc Dutroux besloten had een middag op wandel te gaan…

Al moet het gezegd dat het nemen van politieke verantwoordelijkheid toen ook al een grote zeldzaamheid was en dat opstappen na Dutroux’ ontsnappen vooral ingegeven was door angst voor de zeer verbolgen reactie van het publiek.

Particratie

Het moge duidelijk zijn dat ik mijn lijst van politici zonder verantwoordelijkheidszin veel langer kan maken. Maar het moge vooral ook duidelijk zijn dat de beleidsmensen in dit land nooit enige verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag of hun beslissingen. Tenminste niet zolang ze zich gesteund weten door hun partij.

Zodra de toen nog electoraal relevante CD&V achter Koen Geens ging staan, of de N-VA achter Jan Jambon, was het overgaan tot de orde van de dag. Wie de steun van zijn of haar partij daarentegen ontbeert, kan het wel nog afbollen na een uitschuiver. Dat kan Joke Schauvliege (CD&V) u zeker bevestigen. Zij beschikte niet over de steun en moest wel vertrekken als Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw nadat ze openlijk gelogen had over de staatsveiligheid.

Alleen op papier

Alleen op papier zijn ministers verantwoordelijk voor hun kabinetten en hun naaste medewerkers. In de realiteit staan of vallen ministers met de steun die ze van hun partij krijgen. We leven dan ook veel meer in een particratie dan in een democratie.

Het is een kwalijke evolutie waaraan voorlopig weinig valt te verhelpen en die dertig jaar geleden werd ingezet door toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens (CD&V). Nadat deze in 1991 een toeristenvisum had uitgereikt aan de terrorist Walid Khaled en weigerde hiervoor op te stappen, werd hij beschermd door zijn partij, Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene op kop. Door Eyskens uiteindelijk het vertrouwen te geven hebben de Kamerleden toen zelf een einde gemaakt aan elke ministeriële verantwoordelijkheid.