Van één naar twee zinloze centra

Gisteren werd door alle partijen, behalve het Vlaams Belang, een wetsontwerp goedgekeurd om het centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding (CGKR) om te vormen in twee nieuwe centra.

Als enige kwamen wij tussen in het debat in plenaire zitting. Mijn tussenkomst kan u hieronder herlezen:

 

“Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij bespreken vandaag een wetsontwerp dat van één overbodig centrum twee overbodige centra maakt. Er komt dus nog een centrum bij, een typisch Belgische oplossing die de gespletenheid van het land nog maar eens symboliseert.

Wij krijgen een nieuw interfederaal centrum, met als taak discriminatie en racisme bestrijden. Daarnaast krijgen wij een federaal centrum, met als taken analyse van migratiestromen, bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en strijd tegen mensenhandel.

Mevrouw de minister, in de commissie hebt u zelf al toegegeven dat wat de bescherming van de fundamentele rechten van de vreemdelingen betreft, dit een wel heel ruime omschrijving van de taak is, maar dat u daaraan niet wenst te tornen omwille van allerlei evenwichten.

De voorganger, de huidige instelling CGKR, heeft de integratie van de allochtonen alleszins geen stap dichterbij gebracht. Het werd in eerste instantie opgericht om het Vlaams Blok te bekampen. Ik wil even heel kort schetsen waar het vandaan komt.

Ook het CGKR had een voorloper, het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid, dat in 1989 werd opgericht. De aanleiding voor de oprichting daarvan was het feit dat het Vlaams Blok bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 plots een behoorlijk succes behaalde.

Dat koninklijk commissariaat verdween na vier jaar. Het was slechts voor een beperkte termijn opgericht. Het Vlaams Blok was toen helemaal niet verdwenen, integendeel. Dus werd in de wet van 15 februari 1993 voorzien in een vervanger voor dat koninklijk commissariaat, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.

Het minste dat wij kunnen zeggen van de afgelopen jaren waarin dit centrum heeft gewerkt, is dat de werking ervan haaks staat op de democratische principes. Als regeringsdienst heeft het CGKR zich nooit objectief of terughoudend opgesteld, wel integendeel.

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heeft zich met de regelmaat van de klok in het politieke debat gemengd. Dat was absoluut niet de officiële bedoeling.

Ik geef enkele voorbeelden die dit staven.

Een eerste voorbeeld is de reden van oprichting. Het centrum heeft regelmatig de stellingnames van het Vlaams Blok bestreden. Dat is ondertussen trouwens openlijk toegegeven door het centrum. Blijkbaar mag een regeringsdienst zomaar een deel van de publieke opinie bestrijden, een politieke partij bestrijden die democratisch in het Parlement vertegenwoordigd is.

Een tweede concreet voorbeeld is dat het CGKR destijds lobbyde voor het omstreden stemrecht voor niet-Europese vreemdelingen. Ook dat is een rechtstreekse bemoeienis in het politieke beleid.

Een derde, recenter, voorbeeld is dat het CGKR zich verzette tegen de strengere voorwaarden inzake de gezinshereniging.

Deze voorbeelden tonen aan dat het CGKR puur aan politiek doet, terwijl dat helemaal niet zou mogen. Het is aan het Parlement om zulke debatten te voeren.

Daar komt nog bij dat het CGKR zich burgerlijke partij kan stellen in racismeprocessen en ook klacht kan indienen tegen vermeende daden van racisme. Met andere woorden, het CGKR kan zich ontpoppen als een soort openbaar ministerie van de weldenkendheid om echte of vermeende dissidentie tegenover de politieke weldenkendheid op te sporen en in de kiem te smoren. Wij hebben de voorbije jaren de pure willekeur kunnen vaststellen wanneer het CGKR zich wel of niet burgerlijke partij stelde. Een duidelijke visie was daar niet in te vinden. Willekeur stond voorop.

Het grootste struikelblok voor de splitsing in twee centra is nog niet beantwoord: wie betaalt wat? De verdeelsleutel moet nog worden vastgelegd. Alles dient nog onderhandeld te worden en in een samenwerkingsakkoord gegoten te worden. Ik ben benieuwd…

Net zoals de directeur van het CGKR vroeger door een koninklijk besluit werd benoemd, zal dat ook het geval zijn voor de leden van de raad van bestuur van de nieuwe centra. Er is geen enkele garantie dat deze verdoken politiek benoemden plots wel objectief zullen handelen.

Wij hebben het huidige CGKR van bij de oprichting bestreden. Het zal u dan ook niet verbazen dat wij de omvorming van één overbodig centrum naar twee overbodige centra niet zullen steunen.

Dat de traditionele partijen dat geldverslindend onding wel steunen, verbaast mij helemaal niet, maar van de collega’s van de N-VA verbaast mij dat wel, want zij hebben toch wel aangetoond dat wijsheid blijkbaar niet met de jaren komt.

Collega’s van de N-VA, toen u enkele jaren geleden nog in de oppositie zat, was u nog voorstander om dit centrum af te schaffen. Ik citeer uw huidige voorzitter over het centrum: “Afschaffen vanwege totaal zinloos en omdat het centrum een permanente bedreiging voor het recht op vrije meningsuiting vormt.” Absoluut juist en vandaag niet minder waar. Ik zie dus niet in waarom u plots van mening verandert.

Vlaanderen zit niet te wachten op een Vlaams CGKR. Vlaanderen heeft geen politiekcorrecte gedachtepolitie nodig.

Mijnheer de voorzitter, ik zou willen afsluiten met de woorden van president Truman: “In a free country we punish men for the crimes they commit, never for the opinions they hold.” Zo zou het inderdaad moeten zijn. Daarom zullen wij tegen dit wetsontwerp stemmen.”