De zomer is halverwege, maar de sportieve zomer zit er eigenlijk al voor het grootste stuk op. De Tour miste spanning, wat dan weer niet gezegd kon worden van het ook al afgelopen wereldkampioenschap voetbal. De Duitsers gingen zoals geweten en verwacht met de hoofdprijs lopen, en de Belgische nationale ploeg mocht na vier slechte prestaties en één goede iets sneller dan gedroomd naar huis.
De aanwezigheid van de Rode Duivels in Brazilië ging, ook zoals geweten en verwacht, samen met een door de pers kunstmatig opgeklopte tricolore hysterie. Het was blijkbaar ‘historisch’ en ‘heroïsch’ wat onze jongens en onze helden daar deden… (In de tijd van Hercules moest je toch heel wat meer presteren om een held genoemd te worden). En in de kranten waren de Vlaamse en de Waalse identiteit plots naar een ver oord op vakantie vertrokken. België werd alom voorgesteld als de enige relevante identiteit. Voor sommige journalisten ging het Belgisch dagdromen wel erg ver. Vincent Kompany kreeg van een van hen zelfs de vraag of hij de politiek niet in moest, kwestie van het land te redden uit de verdeeldheid en het ‘provincialisme’…
Een maand aan een stuk werden we, van 6 uur ’s morgens af, op openbare en commerciële omroep geteisterd met extra Rode Duivel-journaals. Om te weten te komen welke spelers bijvoorbeeld goed hadden geslapen, wiens kapsel het populairste was, of wat ze zouden doen mochten ze plots een vrouw zijn… Voor het geval we daar in de krant zouden hebben overgelezen! Maar nu de aandacht in de media wat is gaan liggen, en nu zelfs de meest regenbestendige tricolore vlagjes, tapijten, wimpels, vodden en achteruitkijkspiegelsbeschermingsovertrekken ondertussen uit het straatbeeld verdwenen zijn, dacht ik van die onzin af te zijn en eindelijk terug over te kunnen gaan naar de orde van de dag.
Dat was helaas buiten onze vorst, koning Filip I gerekend. De man vond het nodig om, net zoals hij dat voordien al eens deed tijdens zijn kerstboodschap, de Rode Duivels in zijn uiteenzetting van 21 juli te betrekken… De Belgische ploeg als voorbeeld voor ons allen, als bindmiddel voor de natie, als bewijs voor het goed functioneren van een land. Het is een quote die we voordien al vele politici hebben horen maken. Reynders, Whatelet, Magnette… Maar ook aan onze kant van de taalgrens. Pieter De Crem, een trouwe klant op elk regeringsvliegtuig richting voetbalstadion, had bijvoorbeeld ook de mond vol van de volksverbondenheid die de Rode Duivels in zijn visie creëren.
Alsof het goed functioneren van een land te meten is aan de prestaties van een voetbalploeg! Wanneer we de infantiele Belgicistische redenering volgen, moet Argentinië in 1978 bijvoorbeeld een zalig land geweest zijn om in te vertoeven. Het werd toen immers wereldkampioen, en dan nog wel door in eigen huis van het grote Nederland te winnen… Welnu, het Argentinië van eind jaren ’70 was zo goed als bankroet. en ging gebukt onder de militaire dictatuur van generaal Videla. In die periode verdwenen er duizenden onschuldige mensen spoorloos en kwamen de zogenaamde Dwaze Moeders wekelijks protesteren in Buenos Aires!
Die redenering slaat dus werkelijk nergens op. Het is niet omdat de Rode Duivels wereldkampioen zouden worden, dat België plots een democratisch land zou zijn, waar de rechten van de Vlaamse meerderheid worden geëerbiedigd en waar misdaad bestraft wordt.
De politieke recuperatie is derhalve ronduit belachelijk. De Braziliaanse voetbalgrootheid Pélé zei voor de aanvang van het WK nog dat voetbal en politiek moeten gescheiden blijven. En bondscoach Marc Wilmots, een verstandig man, alleszins in vergelijking met koning Filip, deed aan de politici de oproep om te zwijgen over de Rode Duivels. Maar daar hadden sommigen dus geen boodschap aan.
Evenmin als ik een boodschap heb aan de politieke recuperatie door koning of politici… Al had de koning misschien toch een punt wanneer hij stelde dat we ons in de maatschappij moeten spiegelen aan de Rode Duivels. Veelkleurigheid op een voetbalveld pakt blijkbaar veel beter en positiever uit dan veelkleurigheid op straat.