In de Kamer kreeg ik gisteren 3 minuten spreektijd in het groots aangekondigde terreurdebat. Buiten wat vrijblijvend gepalaver over dialoog, respect en tolerantie durfde – buiten het Vlaams Belang – niemand de islamitische olifant in de kamer te benoemen. Ook over de pijnlijke opeenvolging van blunders bij onze veiligheidsdiensten, gerecht en zelfs onze ambassades, kwam er geen antwoord.
Hieronder kan u mijn sereen maar snedige tussenkomst lezen. Hier kan u het herbekijken.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil mij aansluiten bij de woorden van afschuw die al werden uitgesproken over de barbaarse aanslagen van deze week. Een oprechte hulde voor alle hulp- en politiediensten die in deze omstandigheden doen wat zij kunnen, en zelfs meer, is vandaag meer dan op haar plaats.
Naast medeleven met de slachtoffers deel ik ook de verontwaardiging en de woede. Ja, ik was boos. Ik ben boos omdat het toch zover is gekomen, boos omdat onze waarschuwingen voor islamfanatici in het algemeen en voor de broers El Bakraoui in het bijzonder werden weggehoond, boos omdat al onze voorstellen voor oplossingen en nultolerantie door u werden weggestemd.
De vele steunbetuigingen bieden troost, maar geen oplossing. Ik heb hier aangrijpende uiteenzettingen gehoord, maar geen antwoorden. Het mooiste eerbetoon aan de slachtoffers zou nochtans geweest dat u vandaag in dit Parlement al antwoorden had gegeven. Kunnen er op zijn minst enkele woorden uitleg worden gegeven?
Hebben ministers Geens en Jambon, die intussen zijn vertrokken, hun ontslag aangeboden? Mogen wij weten waarom?
Is het omdat de antiterreurmaatregelen die reeds na Parijs werden aangekondigd al maandenlang stof liggen te vergaren?
Is het omdat het opengrenzenbeleid onverminderd wordt bestendigd? Dat zorgde ervoor dat een van de daders, Najim Laachroui, in Syrië kon gaan rekruteren en samen met Abdeslam ongehinderd als asielzoeker naar België terugkwam?
Is het door de ware cascade van dodelijke laksheid als resultaat van een falend justitiebeleid, van vervroegde vrijlatingen, enkelbandjes, schouderklopjes, een beleid dat door deze regering gewoon wordt voortgezet?
Het is werkelijk onvoorstelbaar dat Ibrahim El Bakraoui vrij rondliep. Het is wraakroepend dat hij tegen alle adviezen in na amper de helft van een lichte straf vervroegd vrijkwam. Collega’s, de broers El Bakraoui hadden op 22 maart 2016 niet in Zaventem en niet in de Brusselse metro moeten zijn, maar achter de tralies moeten zitten.
Heren ministers, u bent daar politiek verantwoordelijk voor. Er zijn hallucinante zaken gebeurd. Een verbindingsofficier meldt aan Binnenlandse Zaken dat een verdwenen, voorlopig vrijgelaten, persoon zich aan de Syrisiche grens bevindt, klaar om naar een jihadistische conflictzone te gaan. Zijn melding blijft zonder enig gevolg. Voor de huidige regering is iemand blijkbaar pas een terrorist, wanneer die persoon zichzelf opblaast en wanneer het veel te laat is.
Het is triest vast te stellen dat 20 jaar na Dutroux niets is veranderd. Nochtans werd toen voor minder door ministers ontslag genomen. Ik wou hier vandaag het ontslag van minister Geens en minister Jambon vragen. Ik vraag niet een beetje ontslag, zoals zij vandaag zelf hebben gedaan. Men kan immers niet een beetje zwanger zijn.
Mijnheer de eerste minister, u zou hun ontslag hebben geweigerd. Waarom blijven zij aan? Kunnen zij nog functioneren? Kunnen zij nog voortdoen, om wat te doen? Is het om fouten te blijven maken? Is het om het beleid dat de aanslagen mogelijk heeft gemaakt, voort te zetten? Vervang hen en zorg voor een ommekeer in het beleid. Zorg ervoor dat de gruwel die wij de voorbije week hebben meegemaakt zich nooit nog kan herhalen.
Niemand heeft vandaag immers een boodschap aan dat slecht politieke theater, aan een schaamteloos toneeltje. Het gaat om een een-tweetje, zodat ondertussen een onderzoekscommissie kan worden opgericht, om tijd te winnen en ondertussen alles te laten afkoelen. Het gaat om een witwaspoging, zoals ik al meerdere zogenaamde onderzoekscommissies hier in het Parlement heb meegemaakt. Maak er op zijn minst ditmaal een echte parlementaire onderzoekscommissie van, die snel antwoorden geeft. Dat is het minste wat u aan de slachtoffers en hun familie bent verschuldigd. Het moet een onderzoekscommissie worden die alle blunders ten gronde blootlegt zodat zij nooit nog kunnen worden herhaald. Het moet ook een onderzoekscommissie worden die de politieke verantwoordelijkheden aanduidt.
Mochten ze nog aanwezig geweest zijn, had ik minister Geens en minister Jambon alsnog opgeroepen om niet op die onderzoekscommissie te wachten, om niet een beetje maar echt ontslag te nemen. Ze hebben er gegronde redenen voor.