Het Vlaams Belang heeft zonder veel verbazing kennisgenomen van het uitstel van de state of the union van eerste minister Michel, net zoals bij Di Rupo I al eens het geval was in 2013. Van het beloofde ‘structureel hervormen’ komt niets in huis. De beloofde kracht van verandering draait in de praktijk uit op de kracht van de ontgoocheling.
Het is dan ook zonneklaar dat een deugdelijk sociaaleconomisch beleid en het presenteren van een fatsoenlijke begroting pas kunnen wanneer Vlaanderen en Wallonië zelf voor hun sociaaleconomisch beleid instaan en zélf verantwoordelijkheid te dragen voor hun staatshuishouding.
Maar een institutionele hervorming is nu net dàtgene wat deze regering voor vijf jaar ten grave heeft gedragen. De N-VA botst hiermee dan ook tot haar eigen schade en schande op het failliet van haar strategie die erop gericht was het communautaire voor vijf jaar in de diepvriezer te steken ten einde sociaaleconomisch orde op zaken te kunnen stellen.
Dit land heeft het laatste decennium geen normale regering meer gehad. Ook deze regering sleept zich voort van crisis naar crisis, waardoor structurele hervormingen uitblijven. Zolang het Belgische denkkader niet wordt verlaten, zal dit weinig fraaie schouwspel eerder regel dan uitzondering worden. Die conclusie maakte de N-VA ook voor de verkiezingen. Eens de ministerpostjes verdeeld, bleek het echter niet meer dan een goedkope belofte. Wat vandaag gebeurt, is niet meer dan de confrontatie met die woordbreuk.