Gisteren ondervroeg ik tijdens het vragenuurtje in de Kamer de eerste minister over de toespraak van koning Philippe aan de gestelde lichamen…
Hieronder leest u het integraal verslag en hier kan u het herbekijken.
Barbara Pas: “Mijnheer de premier, deze week achtte koning Filip het nodig om in zijn toespraak voor de gestelde en ongestelde lichamen twee bevriende landen, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, schaamteloos de levieten te lezen, alsof zij zich tegenover ons te verantwoorden hebben voor hun democratisch gesteunde keuzes.
Mijnheer de premier, het wordt dringend tijd dat iemand Filip eens duidelijk maakt dat het niet aan een staatshoofd zonder enige democratische legitimiteit toekomt om een meerderheid van kiezers in andere landen de les te spellen.
Deze regering, dat weten wij, en de rest van de politieke elite in Europa zijn tegen de brexit en tegen het tijdelijk inreisverbod in de VS, omdat de bevolking zich wel eens zou kunnen afvragen waarom men dat in Europa niet doet. Dat wil echter niet zeggen dat een koning zich moet verlagen tot het bedenkelijke niveau van Guy Verhofstadt en Donald Tusk, die Trump als het ware afschilderen als de baarlijke duivel, zonder een onderscheid te maken tussen IS en VS. Zonder zich te verdiepen in de standpunten gaan zij over tot haatpraat en anti-Trumphysterie, zoals wij die allicht in het debat hierna ook wel te horen zullen krijgen.
Wat heeft Koning Filip gezegd? Filip, zelf resident van een paleis achter zeer hoog opgetrokken muren, zei hij in zijn toespraak dat “het geen zin heeft om muren op te trekken”. De koekjesdooskoning voegde daar nog aan toe dat de Britse en Amerikaanse kiezers nostalgie te verwijten valt.
Mijnheer de premier, de toespraken van de Koning moeten gedekt worden door de regering. Is dat ook door de voltallige regering gebeurd? Waarom heeft niemand in deze regering Filip behoed voor het maken van zulke uitschuivers? Ik vraag mij af of de N-VA akkoord gaat met zo’n aanval op de democratie en soevereiniteit van andere landen.”
Eerste minister Charles Michel: “Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, wij hebben in ons land een Grondwet. Die Grondwet is bijzonder duidelijk: het is de verantwoordelijkheid van de regering, en dus van de eerste minister, de Koning politieke dekking te geven.
Het is een traditie in ons land dat er in januari een receptie is in het paleis. Dat is de gelegenheid om twee toespraken te houden, een door de Koning en een door de eerste minister. Ik bevestig hierbij aan de Kamer dat ik als eerste minister mijn politieke dekking heb gegeven aan de toespraak van de Koning. Dat is klaar en duidelijk. Daar is geen discussie over in de Ministerraad. Dat is onze traditie in België. Er vindt een persoonlijk gesprek plaats tussen de eerste minister en de Koning. Kortom, wij hebben de Grondwet uitgevoerd en de traditie gerespecteerd.
Inhoudelijk hebben wij in deze toespraken een aantal punten duidelijk aangehaald. U geeft volgens mij een verkeerde interpretatie van de inhoud van onze toespraken. Het was belangrijk te herhalen dat een sterk vertrouwen in de instellingen een cruciaal punt is voor de toekomst, in België maar ook op internationaal niveau.”
Barbara Pas (VB): “Mijnheer de eerste minister, het is tegenwoordig mode om een maand geen alcohol te drinken of een maand geen vlees te eten. Maar wij zijn blijkbaar nog veraf van een maand zonder zaniken over de president van de Verenigde Staten. Zelfs een dag zonder gezanik lukt hier niet.
Ik begrijp dat u het moeilijk hebt met iemand als president Trump, iemand die na de verkiezingen effectief uitvoert wat hij voor de verkiezingen gezegd heeft dat hij zou doen. Dat is men hier niet gewoon, dat klopt. Dat wil echter niet zeggen dat u de Koning, die politiek neutraal zou moeten zijn, moet inschakelen in uw communicatiestrategie.
Als koning Filip aan politiek wil doen, moet hij maar troonsafstand doen en op een kieslijst gaan staan. Hij kan beter een voorbeeld nemen aan president Trump. De president van de Verenigde Staten doet afstand van zijn presidentiële pree van 400 000 dollar. Ik meen niet dat dit hier ooit al het geval geweest is met koninklijke dotaties.”