Dezer dagen gaan er waarschuwende stemmen op tegen de verregaande eisen van bepaalde academische middens om het hoger onderwijs in Vlaanderen verder te verengelsen. Net op dit moment mocht Barbara Pas van de minister van Defensie, de N-VA’er Steven Vandeput, vernemen dat vanaf het academiejaar 2019-2020 alle cursussen in de masteropleiding aan de Koninklijke Militaire School volledig in het Engels zullen worden gegeven.
Dat is een forse wijziging in vergelijking met de huidige situatie. In het huidige academiejaar 2016-2017 worden er immers in de bachelorjaren maar 5 cursussen in het Engels onderwezen en 49 cursussen in de masterjaren. Dat is momenteel dus ‘slechts’ 15 percent van het totaal aantal cursussen. Over drie jaar wordt dat dus voor de masteropleiding ineens 100 percent.
Ik kan begrijpen en ermee akkoord gaan dat een goede kennis van het Engels voor leidinggevende militairen een noodzaak is, maar dat is nog iets helemaal anders dan het volledig verengelsen van het onderwijs. Misschien moet Vandeput er toch eens aan herinnerd worden dat de Vlamingen hard hebben moeten strijden om van laag tot hoog in hun eigen taal onderwezen te worden en dit op fundamentele wijze heeft bijgedragen tot de ontvoogding van ons volk. Door dit nu helemaal terug te draaien, riskeren we opnieuw gedegradeerd te worden tot een tweederangsvolk en dreigt er opnieuw een sociale kloof te ontstaan. Dat is toch wel het laatste dat we willen? Het is trouwens bijzonder schrijnend dat uitgerekend 100 jaar nadat de Vlaamse soldaten aan de IJzer hun eerste ‘Open brief aan de Koning’ stuurden om te protesteren tegen de dominantie van het Frans in het leger, Vandeput met deze maatregel komt aandraven en nu het Engels als onderwijstaal aan onze militairen wil opleggen.