De gemeenteraad van de Stad Ronse heeft eind december 2017 een motie aangenomen om de taalfaciliteiten in de stad af te schaffen, aangezien Ronse zichzelf terecht ziet als een volwaardige Vlaamse stad, en aangezien een periode van een dikke halve eeuw meer dan volstaat voor een taalfaciliteitenregeling die voorzien was als overgangsmaatregel. De taalfaciliteiten zijn dus voorbijgestreefd, discriminerend en in strijd is met het gelijkheidsbeginsel – zo argumenteert de stad Ronse. De taalfaciliteiten brengen namelijk extra kosten met zich mee en personeel van de stad en politie moeten tweetalig zijn, waardoor sommige — voor het overige bekwame — kandidaten afvallen. Ook loopt de stad door de faciliteiten een financiële bonus van 500 euro per inwoner mis, omdat ze door de faciliteiten niet kan fusioneren met omliggende gemeenten. Ronse pleit ervoor de faciliteiten af te schaffen, maar de taalhoffelijkheid van de grensgemeente te behouden
De motie van de Stad Ronse werd gesteund door zowat alle Vlaamse partijen (CD&V, Groen, Open VLD, N-VA en Vlaams Belang).
De stad startte een juridische procedure op voor de rechtbank in Brussel, maar krijgt daar een negatief antwoord. De advocaat van de stad heeft nu een mandaat gekregen om naar het hof van beroep te trekken.
Om de stad Ronse te steunen in haar terechte eis heeft het Vlaams Belang vandaag in de federale Kamer een Voorstel van Bijzondere Wet ingediend waarbij voorgesteld wordt om de taalfaciliteiten in Ronse af te schaffen. Dit voorstel werd in een vorige legislatuur al eens ingediend (DOC54 2926 Wouters en Vuye) maar nooit gestemd. Gezien de houding van de Vlaamse partijen in de Ronsense gemeenteraad hoopt Vlaams Belang fractievoorzitter Barbara Pas alvast dat diezelfde Vlaamse partijen het voorstel in de Kamer zullen goedkeuren.