Het aantal kwaadwillige oproepen naar het noodnummer 112 zit de jongste jaren weer in de lift. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Belang-fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas opvroeg bij minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Pieter De Crem (CD&V).
Na een daling van het aantal kwaadwillige oproepen in 2016 en 2017, is de jongste jaren weer een stijging merkbaar. Ook het totale aantal oproepen naar 112 zit in stijgende lijn. Zo kwamen er in 2017 2.659.310 oproepen binnen op het noodnummer 112. 29% daarvan of zo’n 770.000 waren oneigenlijke oproepen. Het overgrote deel daarvan waren zogenaamde ‘broekzakoproepen’ (ca 530.000). Een 26.600 oproepen waren echter bewust kwaadwillige oproepen.
In 2018 kwamen er 2.794.184 oproepen binnen op het noodnummer, waarvan meer dan 810.000 oneigenlijke. Opnieuw waren de broekzakoproepen goed voor 530.000 telefoontjes, en steeg het aantal bewust kwaadwillige oproepen tot 28.000. Voor 2019 steeg het totaal aantal oproepen tot 2.928.454, waarvan 878.500 oneigenlijke oproepen. Daarvan waren er 615.000 broekzakoproepen en zowat 30.000 kwaadwillige oproepen, of meer dan 80 per dag. Een laatste opvallende vaststelling: in Wallonië belt men veel sneller het noodnummer 112 dan in Vlaanderen. Van de 2.928.454 oproepen uit 2019 kwamen er 459.114 uit het Brussels Gewest (15.68%), 1.185.237 uit Wallonië (40.47%) en 1.284.103 uit Vlaanderen (41.94%).
“Ongelukken kunnen gebeuren, maar noodnummers zijn belangrijke en cruciale contactmiddelen”, zegt Pas. “Elk ongeluk en zeker elke grap of kwaadwillige oproep kan het verschil betekenen tussen leven en dood. De operatoren van de hulplijnen hebben maar twee handen en wie misbruik maakt van hun tijd zorgt ervoor dat hulpbehoevenden langer dan nodig aan de lijn moeten blijven. De straffen die voorzien zijn dienen dus zoveel mogelijk ook effectief uitgevoerd te worden.”