Het Vlaams Belang is er niet over te spreken dat België nog maar eens IS-vrouwen gaat repatriëren uit Syrië. “Met het oog hierop werd al een voorbereidende missie ter plaatse ondernomen”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas (Vlaams Belang), die hierover minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) zal ondervragen. “De voornaamste taak van de overheid is het instaan voor de veiligheid van de burger en daarom alleen al mag er geen enkele sprake van zijn dit geboefte terug te halen.”
“Het gaat stuk voor stuk om gewetenloze fanatici die, nadat ze dit land de rug hebben toegekeerd en naar het leven hebben gestaan, nu op kosten van de belastingbetaler zullen worden teruggevlogen”, aldus Pas. “En die kosten zijn niet min. Het terughalen van zes Belgische vrouwen en hun kinderen uit Syrië kostte het Belgische leger in september 1.151.887 euro.”
“Terughalen van IS-vrouwen is niet alleen hallucinant, het is vooral onverantwoord”
“Men kan na de voorbereidende missie nog niet eens zeggen hoeveel IS-vrouwen er deze keer zullen worden gerepatrieerd”, vult Kamerlid Dries Van Langenhove (Vlaams Belang-fractie) aan. “Er zouden er ook enkelen bij zijn die bij een vorige repatriëring nog niet wilden terugkeren en trouw bleven zweren aan IS, maar zich nu toch hebben bedacht. Jihadistische tijdbommen die vandaag dus plots de Westerse democratieën een warm hart zijn gaan toedragen? Geen kat die dit gelooft, enkel de Belgische regering.”
“Ondertussen zijn er al zo’n 140 mannelijke en vrouwelijke terroristen naar België teruggekeerd, en daarvan is zelfs al meer dan 10 procent uit de Gemeenschappelijke Gegevensbank, de vroegere OCAD-lijst, geschrapt”, merkt Van Langenhove op. “Het geeft te denken voor de veiligheid in dit land wanneer fanatici die destijds in Syrië plezier schepten in moorden en verminken, zo snel verdwijnen uit een gegevensbank die zou moeten dienen om extremisten en terroristen op te volgen.”
“Van repatriëren mag geen sprake zijn”, besluit Van Langenhove. “Er moet in de eerste plaats aan de veiligheid van de mensen in dit land worden gedacht. Jihadisten, mannen en vrouwen, moeten berecht worden in de regio waar zij hun onnoemelijke misdaden hebben begaan.”