Voor het Vlaams Belang zijn de nationale orden en ridderorden niet meer van deze tijd. “Door hun aura van onmenselijk kolonialisme en misplaatste loyaliteit ten opzichte van één welbepaalde familie geven deze ordes alleen nog aanleiding tot schaamte en verlegenheid ten aanzien van de rest van de wereld”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas. “Onze partij heeft dan ook reeds enige tijd geleden een voorstel van resolutie ingediend ter afschaffing van deze ordes.”
Op donderdag 30 juni vindt in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een plechtigheid plaats ter gelegenheid van de uitreiking van eretekens in de nationale orden. Onder meer Kristof Calvo, Veli Yüksel, Els Van Hoof, Jean-Jacques Flahaux, Ahmed Laaouej en Özlem Özen zullen er benoemd worden tot ridder in de Leopoldsorde.
“En daardoor komen ze in een bedenkelijk lijstje te staan met de Ethiopische Keizer Haile Selassie, voornamelijk gekend om zijn vele schendingen van de mensenrechten en etnische zuiveringen, De Turkse president Recep Erdogan, verantwoordelijk voor de afbouw van de democratie in zijn land, en de Chinese president Xi Jinping, verantwoordelijk voor wandaden tegen etnische minderheden in het land”, aldus Pas.
“Wie graag koningen en ridderorden ziet, moet naar de Efteling gaan, niet naar een parlement”
“Het is bijna surreëel te moeten vaststellen dat in tijden van onder meer torenhoge inflatie, blijvend stijgende brandstofprijzen en ongeziene koopkrachtdalingen sommige politici veel aandacht hebben voor een koninklijke onderscheiding”, vervolgt Pas. “Ze zouden zich beter bezighouden met het oplossen van maatschappelijke problemen. Daarvoor zijn ze tenslotte verkozen, al is dat laatste voor vele excellenties in dit land minder en minder het geval.”
“Het is trouwens bijzonder frappant en dubbelzinnig dat sommige van deze Kamerleden oproepen voor excuses en herstelbetalingen aan Congo voor de misdaden van Leopold II”, merkt Pas tot slot op, “want allen zullen ze met trots hun ereteken van ridder in de Leopoldsorde in ontvangst nemen. En dat uitgerekend op de verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo.”