Het recente politieke akkoord over de topbenoemingen maakte nog maar eens duidelijk dat het bezit van de juiste partijkaart in dit land nog altijd belangrijker wordt geacht dan het beschikken over de nodige competenties. Zoals eerder reeds bleek, is het in dit land zelfs perfect mogelijk dat ook overheidsmanagers die hun onbekwaamheid hebben bewezen opnieuw worden aangesteld voor topfuncties.
Het gebrek aan objectieve selectiecriteria maakt de democratische controle op dit soort benoemingen meer dan nodig. In de Kamer vroeg ik daarom dat de nieuwe politiek geselecteerde overheidsmanagers hun beleidsvisie zouden komen toelichten in het parlement. Kamervoorzitter Flahaut liet in zijn antwoord weten dat dergelijke hoorzittingen perfect mogelijk zijn, maar dat hiervoor zijns inziens dient te worden gewacht op “de formele bekrachtiging van de topbenoemingen.” Het staat er letterlijk zo. In de praktijk komt dit erop neer dat men eerst wordt aangeworven voor een job en pas nadien het sollicitatiegesprek plaatsvindt.
Vandaag bleek dat zelfs na hun benoeming geen enkele partij het nodig acht dat zij hun beleidsvisie komen toelichten. Toen kamerlid Tanguy Veys in de bevoegde Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven voorstede om de nieuwbenoemde ceo’s van de overheidsbedrijven te horen teneinde hun bekwaamheid en beleidsvisie te kunnen beoordelen werd dit door geen enkele partij gesteund! 10 dagen geleden nog verklaarde de N-VA bij monde van Steven Vandeput nochtans dat bijvoorbeeld de nieuwe CEO van de NMBS door het parlement moest gehoord worden (“N-VA-Kamerlid Steven Vandeput wil zo snel mogelijk de visie van Jo Cornu in het parlement horen over het spoorbeleid.” Bron: http://www.knack.be/…/article-normal-108287.html)
Lees hier het persbericht: http://www.vlaamsbelang.org/persberichten/2103
Nog inzake de topbenoemingen kwam gisteren eindelijk mijn vraag aan bod aan de Minister van Financiën over de herbenoeming van Jean-Paul Servais als hoofd van de banktoezichthouder:
Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, er is heel wat kritiek gegeven op alle topbenoemingen die door de regering werden gedaan. Ik denk wel dat de herbenoeming van Jean-Paul Servais als voorzitter van het directiecomité van de financiële toezichthouder tot het meeste verzet heeft geleid.
Tijdens zijn eerste mandaat als bankentoezichthouder heeft hij het debacle bij Fortis, Dexia, KBC noch Ethias zien aankomen, integendeel zelfs. Bovendien heeft hij de situatie achteraf ook altijd veel rooskleuriger voorgesteld dan zij eigenlijk was. Omdat in ons land een vertrouweling van Didier Reynders niet snel door een officiële instantie zal worden terechtgewezen, verwijs ik net naar het rapport van het Franse rekenhof. Daarin kreeg Jean-Paul Servais een vernietigende evaluatie in het Dexia- dossier. Het korte tijdsbestek van een mondelinge vraag staat mij niet toe om er uit te citeren, maar u weet ongetwijfeld waarover ik het heb.
Heel wat mensen in de financiële wereld vinden de herbenoeming van Servais onbegrijpelijk. Een slag in het gezicht, als ik econoom Ivan Van de Cloot mag citeren. Tijdens heel die benoemingscarrousel las ik trouwens in verscheidene media dat ook CD&V hem liever niet op die post zag terugkeren. Het feit dat hij nu met zijn herbenoeming een deel van zijn macht heeft moeten inleveren, toont toch wel aan dat hij als gevolg van een of ander compromis werd gekortwiekt. Uit zo’n onrechtstreekse sanctie kan ik niet anders dan afleiden dat hij niet meer het volle vertrouwen geniet.
Mijnheer de minister, vindt u dat hij de beste man is voor de job? Bent u tevreden met de keuze van Jean-Paul Servais?
Op basis van welke argumenten, behalve zijn politieke kleur dan, kunt u zijn herbenoeming verantwoorden? W elke selectiecriteria werden gebruikt?
Ten slotte mag ik hopen dat naar aanleiding van de benoemingscarrousel een grondige evaluatie werd gemaakt van Servais’ vorige FSMA- voorzitterschap. Door wie en op welke basis is die evaluatie gebeurd?
Koen Geens, ministre: Monsieur le président, chers collègues, à titre liminaire, je crois tout d’abord utile de rappeler que la crise financière a été analysée en profondeur par deux commissions spéciales mixtes de la Chambre et du Sénat assistées d’experts, mais également de membres du personnel de la Cour des comptes. Ni les experts, ni les commissions spéciales n’ont retenu de fautes dans le chef de la CBFA. Cela a également été la conclusion du conseil de surveillance de la CBFA à l’issue de l’enquête diligentée par ledit conseil.
L’évolution des structures de contrôle doit, par ailleurs, se voir dans un cadre plus large. La centralisation du contrôle macro- et microprudentiel n’est pas propre à la Belgique. Ce mouvement a été engagé, à la même époque, dans plusieurs pays limitrophes dont le Royaume- Uni. Il n’a d’ailleurs constitué qu’une étape dans la refonte des structures de contrôle. C’est, en effet, la Banque centrale européenne qui est appelée à reprendre le contrôle prudentiel pour tous les groupes systémiques dans la zone euro.
En ce qui concerne plus précisément vos questions, je peux ajouter ce qui suit. M. Servais dispose de l’expérience utile et nécessaire pour exercer cette fonction. Il a exercé la fonction de vice-président pendant six ans et, ensuite, de président d’avril 2007 à avril 2011, après avoir été actif au sein de l’ancienne Commission bancaire pendant plusieurs années.
Il a, par ailleurs, exercé la fonction de président de la FSMA depuis sa création le 1er mai 2011.
Comme vous le savez, la FSMA a, dès après sa constitution, rapidement pris de nombreuses initiatives en vue de l’amélioration de l’éducation et de la protection des consommateurs de services et produits financiers, services ressortant à la compétence du ministre de l’Économie.
Ceci a été souligné par le Fonds monétaire international dans l’évaluation du secteur financier belge réalisée cette année: “The FSMA has approached the challenges of the new arrangements with resolve. The FSMA treated the restructuring as an opportunity to drive cultural change in a reinvented organization. Initiatives are focused heavenly on investors location and protection.”
Historiquement et réglementairement, le salaire du président de la FSMA est calqué sur celui du vice- gouverneur de la BNB et s’élève à 420 000 euros par an.
De aanpassingen aan de werking van de FSMA, die ik zal voorstellen, zijn drieërlei.
Eerst en vooral wens ik de rol van het auditcomité binnen de Raad van Toezicht versterkt te zien, in hoofdzaak door een rechtstreekse wisselwerking met de dienst Interne Audit mogelijk te maken. Deze rechtstreekse wisselwerking betreft onder andere de selectie van de interne auditors, de planning van de auditwerkzaamheden en de bespreking van de auditverslagen. De interne auditor zal rechtstreeks aan de voorzitter van het auditcomité rapporteren.
Ten tweede, ik wens bijkomende waarborgen in te bouwen voor een evenwichtige besluitvorming binnen het directiecomite. Zo zal de voorzitter in geval van staking van stemmen geen doorslaggevende stem meer hebben. Ook worden op het vlak van de aanwezigheidsvereisten de regels verscherpt.
Dat alles moet ertoe bijdragen dat elk individueel lid van het directiecomité zijn verantwoordelijkheid te allen tijde moet nemen, wat de collegialiteit van de besluitvorming versterkt.
Ten slotte, ik wens de taken van de secretaris- generaal in het directiecomité te integreren zodat de leden ook op het vlak van de algemene organisatie van de FSMA meer worden geresponsabiliseerd. Door de genoemde maatregelen brengen wij ook het aantal mandaten van vijf naar vier.
Vooral de eerste maatregel, zijnde de versterking van de rol van het auditcomité, geeft de Raad van Toezicht van de FSMA een hefboom, om van naderbij op het doeltreffend functioneren van de instelling toe te zien. Ze verplicht ook het directiecomité om meer dan vandaag over de werking ervan rekenschap af te leggen
Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, ik heb helaas geen antwoord gekregen op mijn vraag of u tevreden mee bent met deze herbenoeming en of u de heer Servais de beste man voor de job vindt. Dat is veelzeggend. Ik heb ook geen antwoord gekregen op basis van welke argumenten hij benoemd is, tenzij zijn ervaring. U hebt zijn handelen van destijds enigszins proberen te vergoelijken, maar de rol van de toezichthouder mocht in de bijzondere commissie Dexianiet onderzicht worden. Zoals ik in mijn vraagstelling al heb gezegd, een officiële instantie zal een vertrouweling van minister Reynders niet gauw tot de orde roepen. Als wij de mening van toch hooggeplaatste personen in de financieel-economische wereld erop na lezen en als wij het verslag van het Franse rekenhof erop na lezen, blijkt echter dat die een andere mening zijn toegedaan.
U bevestigt met uw voorbeelden dat hij geen doorslaggevende stem meer heeft als voorzitter en dat zo aan zijn macht geknibbeld wordt. Dat wijst er niet echt op dat men nog veel vertrouwen in de man heeft. Dat doet mij besluiten dat zijn herbenoeming puur het resultaat is van het puzzelwerk in het raam van de benoemingscarrousel van deze regering.
Dat iemand beoordelingsfouten maakt, wat de heer Servais destijds zeker gedaan heeft, is uiteraard menselijk. Dat iemand beoordelingsfouten maakt met catastrofale gevolgen voor de maatschappij is bijzonder triest. Dat men zo iemand via een politieke benoeming herbenoemt, is echter onbegrijpelijk.
Wij hebben reeds voorgesteld een einde te maken aan de carrousel van politieke benoemingen omdat die nu zonder enige tegenspraak plaatsvinden. In vele landen passeren benoemingen al via het Parlement. Waarom zou men de kandidaten die de regering voor ogen heeft voor een topfunctie niet eerst horen in het Parlement? Waarom kunnen wij die niet op de rooster leggen en via pertinente vragen vaststellen of zij inderdaad de juiste man of vrouw op de juiste plaats zijn? Het zou niet de eerste keer zijn, getuige de buitenlandse voorbeelden, dat kandidaten die gehoord worden door het Parlement afgewezen worden omdat uit de hoorzittingen blijkt dat zij niet voldoen.
Helaas werden al onze voorstellen daartoe om de mensen zelfs maar na hun benoeming te horen over hun beleidsvisie, vandaag in de commissie voor de Infrastructuur afgewezen. Ik moet vaststellen dat de democratie ter zake nog heel ver weg is.