Vlamingen lusten ‘Belgisch recept’ Di Rupo niet

Vandaag is het vertrouwensstemming over de regering Di Rupo. De debatten over zijn beleidsverklaring werden gisteren uitgebreid gevoerd. U kan hieronder mijn tussenkomst herlezen.

Hier kan u mijn tussenkomst herbekijken: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/villapolitica/EP_131016_VillaPolitica?video=1.1755837

 

Mr de premier, excellenties, waarde collega’s,

U bent er nog nooit in geslaagd om tijdig met een beleidsverklaring te komen, maar er is beterschap. Dit jaar bent u slechts één week te laat. Vorige week waren de boksrondes binnen de regering nog volop aan de gang. Er moesten eerst nog ballonnetjes opgelaten en vooral ballonnetjes afgeschoten worden, met de verkiezingen in het vooruitzicht willen uw coalitiepartners immers vooral verhinderen dat anderen scoren… Maar uiteindelijk heeft het getouwtrek geleid tot een akkoord: een akkoord over een begroting van knip- en plakwerk en over relancemaatregelen nauwelijks die naam waardig.

En u moet het maar doen. U bent er in geslaagd uw beleidsverklaring nog inhoudslozer te maken dan de septemberverklaring van Kris Peeters drie weken geleden. U bent dan wel optimistischer, maar de vele superlatieven die u gebruikte kunnen de realiteit niet verdoezelen.

Excuses waren beter op hun plaats geweest. Een verontschuldiging bvb. voor de schaamteloze koehandel inzake de politieke benoemingen die enkele weken geleden na twee jaar gemarchandeer  is afgerond met daarbovenop nog een rondje geruzie over de toplonen. Daar was binnen uw regering veel langer discussie voor nodig dan gelijk welke begroting of relanceplan.

 

Laat mij beginnen met de begroting.  Tot enkele jaren geleden was het de gewoonte dat het parlement bij de beleidsverklaring een financiële nota kreeg, zodat wij ons konden vergewissen hoe die begroting was opgebouwd inzake inkomsten, uitgaven, eenmalige maatregelen, besparingen, enzovoort. Ik stel echter vast dat deze gewoonte onder uw regering helaas in onbruik is geraakt.

Er is een begroting die voldoet aan de nominale doelstelling, maar daarmee is ook alles gezegd. Door de bijsturingen van de begroting 2013 in maart en in juli bleven de maatregelen in september relatief beperkt. Wat de begrotingsopmaak 2014 betreft zien we ook niet veel nieuws.  Een gezonde lange termijn-visie is er niet in terug te vinden. U rekent alweer op meevallers. Het budgettaire beleid in België komt in het beste geval neer op blijven aanmodderen, zoals dat nu ook weer het geval is: we houden het vol tot aan de verkiezingen en dan zien we wel weer.

België moet van de EU minstens 1% structureel besparen. Het valt sterk te betwijfelen of een dividend van BNP Paribas, de meerinkomst van 108 miljoen euro uit de fiscale regularisatie – per definitie een eenmalige inkomst – of de betere en efficiëntere werking van de fiscus de Europese toets zullen doorstaan.

U maakt zich sterk dat de begroting op koers is, al wordt de schuldvoorwaarde, een daling tot onder 100%, waarschijnlijk niet gehaald. Maar het pad naar een nominaal evenwicht in 2016 blijft zeer moeilijk en zal nog voor ongeveer 8,2 miljard aan maatregelen vergen. Ik hoop dat de Vlaamse burgers en ondernemingen ook die rekening niet nog gepresenteerd gaan krijgen. Ze hebben het al kwaad genoeg. Men kan de citroen niet blijven uitpersen.

U brengt in uw verklaring fier een korte opsomming van belastingen die u niet verhoogd heeft. Bravo. Als u de lijst zou opsommen van alles wat u wel aan belastingen verhoogd heeft de voorbije twee jaar dan was u met een half uurtje beleidsverklaring niet toegekomen.

Ook al blijven deze keer de belastingverhogingen beperkt – enkel de afbouw van de subsidies op de biobrandstoffen zal een reële impact hebben – in juli werden reeds een ganse serie nieuwe lasten aangekondigd: de minimumbelasting voor bedrijven (fairness taks), de verhoging avn de liquidatiebonus van 10 naar 25%, de verhoging van accijnzen (tabak en alcohol), de belasting op beleggingsfondsen (en dit zelfs met terugwerkende kracht; van rechtszekerheid gesproken), de harmonisatie in de behandeling van dividenden, de btw-plicht voor advocaten en de belastingplicht voor intercommunales. De schoolpremie werd verminderd, de prijs van dienstencheques stijgt terwijl de aftrekbaarheid wordt beperkt en nummerplaatcertificaten worden betaalbaar.

Ik raad u aan om de ‘fiscal monitor’ van het internationaal monetair fonds van deze maand eens ter hand te nemen. Daar staan zeer interessante figuren en tabellen in.

( – Figuur  7, pg 23  ‘Advanced Economies: Change in Planned Measures, 2009−13′, In de ontwikkelde economieën  neemt België het meest zijn toevlucht tot fiscale maatregelen (higher revenu, higher expenditure).

–  Tabel 9, pg 26 ‘Tax Measures in Selected Countries, 2010–13’, België verhoogt de belastingen in alle beschouwde materies: PB (tarief en basis), VB (basis), BTW (basis), sociale bijdragen (basis), accijnzen (tarief), vastgoed (basis en tarief).

– Tabel A.2.2, pg 55 ‘Estimated Tax Effort, 2012’, Belastingdruk (fiscale inkomsten / bbp): België heeft tweede hoogste fiscale druk (46,2%) van de alle beschouwde landen. Denemarken staat met 49,7% op de eerste plaats.))

 

Uit al die grafieken kunnen we afleiden dat in de periode 2010-2013, uw hele regeringsperiode dus, vooral België een beroep heeft gedaan op belastingverhogingen. Het IMF toont nog eens zwart op wit aan dat Di Rupo I de regering is die van alle landen het grootste aantal belastingen heeft verhoogd. Doe dan ook niet zoveel moeite om in superlatieven hier het tegenovergestelde te komen beweren. Op dat gebied bent u geen haar beter dan Verhofstadt.

 

U brengt een goed-nieuws-show, maar ondertussen houdt men in de realiteit een lange – en terechte- klaagzang over de hoge lasten op arbeid, maar er wordt in concreto niks aan gedaan.

U heeft er in uw beleidsverklaring zelf naar verwezen: vorige maand zijn met 1.332 bedrijven een record aantal bedrijven failliet verklaard. Dat zijn 60 bedrijven per werkdag. ik weet niet of u dat goed beseft. Daarmee werd het vorige record, dat dateert van oktober vorig jaar, gebroken. 2012 was een recordjaar in aantal faillissementen. Alles wijst er op dat we ook dit jaar op recordcijfers afstevenen. (Na negen maanden in 2013 staat de teller op 8.904 faillissementen (+12 procent tegenover dezelfde periode in het recordjaar 2012) en 19.934 bedreigde jobs (+6 procent)). De bedrijven kreunen onder loonkost en de torenhoge fiscale druk.

Gisteren nog gaf de kersverse voorzitter van de koepelvereniging van de voertuigindustrie een verhelderend interview in De Tijd. Filip Van Hool trok nog maar eens aan de alarmbel over de loonkosten in ons land. Hij gaf als schrijnend voorbeeld dat de assemblage van een bus in België 45.000 tot 50.000 euro meer kost dan bvb in Tsjechië.  Van Hool: “Maar ook met de directe buurlanden gaapt een enorme loonkloof. Het verschil met Duitsland, Nederland en Frankrijk loopt op tot 10 à 15 procent, en dat verschil is de voorbije jaren nog groter geworden. Door de hogere loonkosten is een bus assembleren in België 10.000 tot 12.000 euro duurder dan in Duitsland.”

Mr de premier, na de drama’s bij Open Antwerpen en Ford Genk, na de duizenden jobs die bij die bedrijven en hun toeleveringsbedrijven zijn verloren gegaan, doet u niets om die loonkosten fundamenteel naar beneden te halen. Stuk voor stuk betreft het sociale drama’s, die mede het gevolg zijn van een gebrek aan beleid gedurende de voorbije decennia om tot een gunstiger sociaal-economisch kader te komen. Ik weet niet hoe dat bij u in Wallonië zit, maar ik kan u verzekeren dat in Vlaanderen vele honderdduizenden mensen zich terecht hele grote zorgen maken over hun job, hun inkomen, hun huur, of ze hun hypotheek kunnen betalen hun pensioen, de opvang van hun kinderen en de zorg van hun ouders.

Niettegenstaande uw ronkende verklaringen rond inspanningen om de lasten op arbeid te verlagen, zijn het de bedrijfsleiders zoals Van Hool die in de praktijk vaststellen dat al uw beslissingen inzake loonkostverlaging en het aanscherpen van de concurrentiekracht in hun bedrijven geen zoden aan de dijk brengen.

 

Hoeveel banen moeten er nog verloren gaan, vooraleer u stopt met de alarmsignalen van onze industrie te negeren? Het is een illusie te denken dat dergelijke massale ontslagrondes geen invloed zou hebben op de economische groei. Het Vlaams Belang pleit al lang voor een correcte toepassing van de wet op het concurrentievermogen uit 1996, om ten minste de loonkloof niet nog meer te laten oplopen. Maar ook dat is er in uw akkoord niet bij.

 

De beloftes om de loonkosten tegen 2018 op het niveau van de buurlanden te brengen gaan niet veel uithalen. Dat duurt veel te lang en komt voor vele bedrijven te laat. Professor Herman Daems berekende dat de loonkosthandicap minstens 15 tot 20 miljard bedraagt. Zoiets werk je niet in één begrotingsjaar weg, maar u geeft zelfs geen aanzet tot een meerjarenplan. Een krachtig signaal gegeven naar de ondernemers toe dat u eindelijk werk zou maken van de loonkosthandicap zou de minimale eerste stap moeten geweest zijn.

Van Hool trekt dan ook de enige juiste conclusie over uw relanceplan: het stemt hem triest. “Ik zie daar weinig positiefs in. In dat plan is geen enkel voordeel te bespeuren om ons concurrentievermogen te verbeteren”

Vlaanderen heeft uw relance-plan al afgekraakt, ook de partijen die het mee onderhandelden. In het Vlaams parlement deelt men volmondig de mening dat het onvoldoende is. “Het zal het probleem van de loonkosten en de concurrentiekracht van de Vlaamse bedrijven niet oplossen”, zegt de Vlaamse minister-president. Ondertussen gaat er kostbare tijd verloren.

Ook de werkgevers- en zelfstandigenorganisaties en zelfs het ACV zijn eensgezind in hun reactie: te weinig en te versnipperd. Eén maatregel, een structurele lastenverlaging, ware beter geweest dan het amalgaan van symbolische maatregeltjes. Het effect op de loonhandicap zal te verwaarlozen zijn.

In plaats van een fundamentele aanpak, richt u zich op specifieke sectoren zoals bvb. 48 miljoen voor Vande Lanotte zijn windmolenpark in de Noordzee. Een subsidie aan windmolens als relance is evengrote fictie als een Zilverfonds als buffer voor de pensioenen. Dat is nadien ook een lege doos gebleken.

Ik maak me geen illusies dat u daar vandaag grondige antwoorden of verklaringen voor gaat geven. Dat doet u in het parlement nooit. Ik had het u beter gisteren via twitter gevraagd. Voor perceptie en showpolitiek heeft u blijkbaar wel aandacht genoeg. Ook op dat vlak bent u geen haar beter dan Verhofstadt.

Mr de premier, U heeft enorme kansen gemist. De noodzakelijke hervorming van de wet van 1996 inzake het concurrentievermogen komt er niet. Een rechtstreekse verlaging van de loonlasten is niet gelukt, zelfs een indirecte maatregel als de verlaging van de BTW op elektriciteit heeft u er niet door gekregen. Onze loonkosten worden niet structureel aangepakt en de lasten op arbeid blijven torenhoog. De grote handicaps van onze economie blijven bestaan. De regering beperkt zich tot wat gemorrel in de marge. Uw resem mini-relancemaatregeltjes, uw versnipperd mini-plan zal hooguit voor een mini-relance zorgen.

U heeft nog maar eens bewezen dat wat Vlaanderen nodig heeft nooit in een Belgisch relanceplan of in een Belgische begroting kan staan.

In tegenstelling tot alle andere partijen zijn wij ervan overtuigd dat sociaal-economisch herstel niet kan zonder dat de sociaaleconomische hefbomen ook door Vlaanderen kunnen gehanteerd worden. Alleen al om sociaaleconomische redenen is een ordelijke opdeling van dit land een noodzaak. Dat is onze rotsvaste overtuiging.

 

En zo kom ik bij de staatshervorming.

Ook de staatshervorming verloopt via het Belgisch recept:  namelijk het theorema dat een staatshervorming die aan beide Gemeenschappen nieuwe bevoegdheden verschaft alleen kan als de Vlamingen in ruil daarvoor toegevingen doen. Deze staatshervorming dient duidelijk niet om België een moderne structuur te bezorgen. Ze dient enkel om België te laten overleven. Niet de deelstaten, zoals Vlaanderen wenste, maar het federale niveau met zijn Franstalig overwicht wordt versterkt.

Wij geloven in meer goed bestuur, meer welvaart en meer welzijn wanneer een Vlaamse natie haar eigen economische en sociale koers zelf kan kiezen. Het is essentieel dat we onze eigen fiscale en sociale hefbomen in handen hebben om een beleid op maat te kunnen voeren.

Maar helaas zijn wij de enigen in dit land die deze juiste conclusie trekken. Vroeger deelde de collega’s van de NV-A die analyse en was ook voor hen de sociaal-economische bevoegdheden in Vlaamse handen krijgen een conditio sine qua non om de problemen in Vlaanderen ten gronde te kunnen aanpakken. Maar collega Bracke, helaas moeten wij vaststellen dat u plots de logica heeft omgegooid en kiest voor een sociaal-economische herstelregering en dat het confederalisme, wat dat dan ook moge zijn, daar wel uit zal volgen… Na uw binnenbocht, kwam de buitenbocht van uw partijvoorzitter die die strategie-wijziging nog bevestigde in een interview in De Zondag vorige week.

Collega’s van de NV-A,

Het is juist door het communautaire in de koelkast te zetten en steeds maar te hameren op die zogenaamde sociaal-economische herstelregering dat uw concurrenten in de federale regering vandaag beweren: sociaal economisch herstel, dat kunnen wij ook. De belgitude wordt geholpen door twee zaken: 1. de Rode duivels en 2. NV-A die het communautaire opzij schuift.

Di Rupo I noemt zichzelf een sociaal-economische herstelregering,  dat is het soort regering waar u blijkbaar naar verlangt, waar u eigenlijk op uw blote knieën om vraagt, en het is alleszins zo’n soort regering dat u dan zal krijgen. De fundamentele problemen waar onze Vlaamse bedrijven mee te kampen hebben, die u vanmorgen terecht heeft geschetst, zullen niet opgelost geraken met een Belgisch recept. Daar kan geen voetballer of nobelprijswinnaar iets aan veranderen.  Een compromis in een Belgische context is altijd een compromis tussen recht en krom: het resultaat is altijd krom.

Enkel Vlaamse staatsvorming, los van het Belgische weefsel, kan een meerwaarde betekenen voor Vlaanderen en de  toekomst van zijn burgers. Tot en met vandaag houdt het ene landsdeel het andere in een houdgreep zodat België uitblinkt in immobilisme. Een nieuwe staatshervorming of het zogezegd ‘verdampen van de Belgische staat’, betekent enkel een nog stevigere houdgreep, een nog ergere verlamming.

 

Meer dan ooit tevoren wordt de regisseursrol in het Belgische huishouden toevertrouwd aan het federale niveau, waar niets kan gebeuren zonder instemming van de Franstaligen. De federale overheid wil de teugels over de sociaaleconomische en fiscale beleidsdomeinen koste wat het kost in handen blijven houden om de welvaartsoverdracht in stand te kunnen blijven houden. De massieve geldstroom van noord naar zuid moet blijven vloeien.

Het feit dat de vertegenwoordigers van de meerderheidspartijen tijdens de commissie-vergaderingen amper bereid zijn tot een deftig inhoudelijk debat zal ons niet weerhouden om in alle klaarheid en duidelijkheid aan te tonen dat deze staatshervorming niet is wat ze lijkt.

Want wat men ook moge beweren, het gemarchandeer aan de federale onderhandelingstafel heeft niet geleid tot een verregaande Vlaamse autonomie. Het gaat om partiële bevoegdheidsoverdrachten zodat de versnippering alleen maar groter wordt. De homogene bevoegdheidspakketten waar alle Vlaams partijen ten tijde van de 5 Vlaamse resoluties in 1999 nog zo’n voorstander van waren, zijn ver af. Bovendien blijven de essentiële elementen federaal.

Zowel op het vlak van arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg als kinderbijslag wordt Vlaanderen onderworpen aan een onbuigzaam federaal kader, dat elke bewegingsvrijheid ondermijnt. De financiering van het ouderenbeleid, het gezinsbeleid en het arbeidsmarktbeleid blijft allemaal federaal.

Ook de fiscale autonomie is veel beperkter dan wordt voorgesteld.

De financiering van de deelstaten blijft gebaseerd op het Belgische dotatiesysteem, waarbij een bijkomende mogelijkheid tot het heffen van op- en afcentiemen de indruk moet wekken van enige autonomie. De deelstaten hebben geen enkele inningsbevoegdheid. De federale wetgever blijft exclusief bevoegd voor de vaststelling van de belastbare basis, de bedrijfsvoorheffing en de inning van de pb. De deelstaten kunnen zelfs geen belangenconflict inroepen als de federale overheid de belastbare basis, het tarief, de vrijstellingen of een ander element in de berekening van de PB wijzigt.

Met de over te hevelen bevoegdheden zal in verhouding maar 87.5% van de middelen voor die bevoegdheden mee overgeheveld worden. Met als gevolg dat reeds in 2014 Vlaanderen minstens 150 miljoen euro zal moeten ophoesten, in 2015-2016 zelfs meer dan 1,3 miljard euro. (Het gaat onder meer over de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren. Over het pensioenstelsel van de Vlaamse ambtenaren zelf heeft Vlaanderen niets te vertellen. Dat was nochtans een eis van de Vlaamse regering…) De academische denktank Vives heeft berekend dat de nieuwe financieringswet de transfers vanuit Vlaanderen tegen 2030 met een vijfde zal doen toenemen.

Er werd ons voorgespiegeld dat de BFW minder complex en transparanter zou gemaakt worden, maar niets is minder waar. Het is een bijna onontwarbaar kluwen geworden. Een gedrocht van een compromis. Zoals alle vorige aanpassingen van de BFW blijft het bij parameters wijzigen, verdeelsleutels corrigeren bevoegdheden verschuiven en overgangsperiodes invoeren. Om verspilling en misbruiken te voorkomen zouden dergelijke enorme geldstromen volgens een beperkt aantal transparante en objectieve criteria moeten verlopen. En zoals bij alle communautaire problemen in België is dit expliciet niet het geval.

Ook het financieringsluik van deze staatshervorming zal een desillusie voor Vlaanderen blijken. Brussel wint de jackpot: (jaarlijks bijna een half miljard aan middelen extra zonder noemenswaardige tegenprestatie, zonder een broodnodige vereenvoudiging van de administratieve structuren, zonder een interne staatshervorming)

Wallonië verzekert zich voor nog minstens 20 jaar van het transferinfuus en Vlaanderen moet hopen op een structureel hogere economische groei om baat te hebben bij de nieuwe BFW. Gezien de economische prestaties uit het verleden, is dit verre van evident.

 

Mr de premier,

In uw beleidsverklaring zei u: “De gordiaanse knoop “BHV” behoort nu echt tot het verleden

Ik geloof best dat de Vlaamse onderhandelaars niet meer wensen geconfronteerd worden met de eindeloze reeks toegevingen die daar tegenover stonden, maar het eerst luik van de zesde staatshervorming is nog niet afgerond, mr de premier. Het is niet omdat men tot op vandaag verhindert dat de werklastmeting van KPMG in dit parlement besproken wordt, dat daar geen gevolgen aan gegeven moeten worden.

Voor de splitsing hebben de  Vlamingen ondermeer een zware prijs betaald inzake de taalkaders in de rechtbanken. De Franstaligen zijn er aan de onderhandelingstafel in geslaagd om voor de rechtbank van eerste aanleg en de arbeidsrechtbank een compleet waanzinnige taalverhouding af te dwingen van nog amper 20 % Nederlandstaligen en 80 % Franstaligen.

Wij hebben vorig jaar tijdens de besprekingen uitvoerig gewezen op dit het meest stuitende, meest onrechtvaardige en tegelijk ook meest absurde onderdeel van het gerechtelijk BHV-akkoord.  Het is het Vlaams Belang dat deze cijfervervalsing heeft ontmaskerd. Dat een 20/80- verhouding helemaal niet in overeenstemming is met het werkvolume, noch met de bevolkingssituatie in Brussel-Halle-Vilvoorde, hebben wij aangekaart. De werklastmeting geeft ons vandaag gelijk.

Ondanks dreigementen van bvb. cdH-senator Francis Delpérée die op een bijeenkomst van het Vlaams pleitgenootschap destijds duidelijk maakte dat de 80/20-verhouding een essentieel onderdeel is van het politiek akkoord en niet zal worden aangepast door welke werklastmeting dan ook, dringen wij er op aan dat wel rekening zal gehouden worden met die werklastmeting. Gaat u dat doen, mr de eerste minister? Wanneer dan wel? Of behoort het echt tot het verleden, behoort het tot het politiek akkoord en wordt het niet meer gewijzigd? Graag duidelijkheid hierover.

 

Collega’s,

Ondertussen ondergaat de Vlaamse regering de N-VA op kop, deze staatshervorming. Ze staat erbij en kijkt ernaar, als een koe naar een trein, als een konijn naar een lichtbak. Nochtans heeft deze regering wel de politieke mogelijkheid om een en ander bij te sturen, maar dat gebeurt niet. Belangenconflicten van het Vlaams Belang worden niet gesteund. We horen de Vlaamse regering hierover vooral oorverdovend zwijgen. De Vlaamse regering heeft tegenover de zesde staatshervorming de hele tijd een passiviteit tentoongespreid die enkel wordt overtroffen door de winterslaap van een reuzenluiaard. De door Kris Peeters beloofde copernicaanse omwenteling is nochtans ver af.

 

Gelukkig kunnen de Vlamingen rekenen op een consequente partij als het Vlaams Belang. een partij die zich rechtlijnig op alle niveaus tegen deze staatshervorming verzet. Wij zullen in alle klaarheid aantonen dat wij de enige onafhankelijkheidspartij zijn die niet uit is op machtsdeelname en precies daardoor geen enkel van zijn principes laat varen.

Het confederalisme als antwoord op deze eeuwigdurende impasse is niet het antwoord van het Vlaams Belang. Trouwens wat betekent dit begrip nog nu het door N-VA, CD&V en liberalen compleet anders wordt ingevuld of uitgehold? Holle slogans zoals “wij gaan voor een sterk België met meer zelfstandigheid voor Vlaanderen” zijn een draak van een tegenstelling. Wij verzetten ons dan ook met klem tegen de confederalistische sprookjes die niet meer zijn dan een nodeloze verlenging van de systemische ziekte die België heet. Wie gelooft dat België automatisch zal verdampen op het ritme van de Franstalige inschikkelijkheid, heeft niets geleerd uit de politieke geschiedenis van de afgelopen 43 jaar.

Voor het Vlaams Belang moet de institutionele bric-à-brac en confederalistische constructies die enkel leiden tot meer België stopgezet worden. Wij willen dat Vlaanderen zijn eigen lot en al zijn bevoegdheden in handen neemt. Niet op het ritme van wat de Franstaligen aanvaardbaar vinden, maar op het ritme van wat nodig is voor de toekomst van Vlaanderen. Niet het mogelijke of het haalbare, maar het voor Vlaanderen noodzakelijke moet de leidraad zijn. En wat Vlaanderen nodig heeft, zal het in een Belgische context nooit krijgen…

De titel van uw beleidsverklaring is verkeerd: België gaat niet vooruit, het wordt bestendigd en staat stil. Vlaanderen gaat achteruit.

Van de Vlaams Belang fractie zal u het vertrouwen niet krijgen.

Ik hoop vurig, in het belang van de Vlamingen, dat het gisteren uw laatste beleidsverklaring was.