Jambon weigert afkomst van criminelen te registeren

In tegenstelling tot onder meer Nederland bestaan er in België geen cijfers over de etnische achtergrond van criminelen. Kwestie van bepaalde vooroordelen niet te bekrachtigen. Minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon (N-VA) wil dat ook zo houden. Dat blijkt uit zijn antwoord op mijn vraag.

Mensen van Marokkaanse herkomst worden in Nederland 22 keer zo vaak verdacht van ‘delicten met geweld’ dan autochtonen. De cijfers zijn vrij raadpleegbaar bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Onze noorderburen houden de etnische gegevens nauwkeurig bij waardoor de criminaliteitsbestrijding er veel gerichter en efficiënter geschiedt dan bij ons.

Op mijn vraag of een dergelijke gestructureerde registratie ook bij ons mogelijk is, antwoordt de minister negatief. “Etnische registratie kan niet gebruikt worden voor statistische of andere analysedoeleinden. […] Het mogelijk maken hiervan zou te discriminerend kunnen zijn voor de betrokken etnische bevolkingsgroepen.”

Het verzwijgen van de etnische achtergrond van criminelen is volkomen achterhaald.  De weigering van Jambon komt dan ook neer op het verdoezelen van de realiteit. Men moet stoppen het verband tussen etniciteit en criminaliteit gelijk te stellen aan discriminatie en racisme. In het kader van de opsporingsmethoden dient dringend werk te worden gemaakt van een systematische etnische registratie. Op basis van deze registratie kunnen bijvoorbeeld etnische daderprofielen worden opgesteld en is men beter in staat gericht onderzoek te voeren.