Vandaag en morgen bespreken de Europese ministers van binnenlandse zaken de migratiecrisis in Italië. Namens België zijn zowel staatssecretaris voor asiel en migratie Theo Francken (N-VA) als minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en minister van Justitie Koen Geens (CD&V) aanwezig. Voorspelbaar klopt Francken zichzelf weer stoer op de borst, maar zoals zo vaak blijkt er een enorme kloof te gapen tussen wat hij beweert en de realiteit.
In het radioprogramma ‘De Ochtend’ liet de staatssecretaris optekenen enkel ‘echte’ vluchtelingen binnen te laten, maar geen economische migranten. Hij stelt er ook dat de Italiaanse regering, wiens land kreunt onder de massale toestroom van migranten, op de Belgische regering kan rekenen. Hij pleit er stoer voor meer take-backs. In het verleden liet Francken zich ook (terecht) laatdunkend uit over NGO’s die vluchtelingen overbrengen naar Italië. Zijn houding getuigt evenwel van hypocrisie…
Uit cijfers die ik opvroeg bij minister van defensie Steven Vandeput (N-VA) bleek namelijk dat de schepen van de Belgische marine exact hetzelfde doen als die NGO’s. Zo bracht de Belgische marine tussen mei 2015 en december 2016 niet minder dan 2.047 vluchtelingen over naar Italië. En dus niet naar de Libische kust. Van de take-backs waarvoor Francken pleit, is dus helemaal geen sprake. Integendeel. Recentelijk nog berichtte de VRT over een operatie waarbij het Belgische fregat Louise-Marie 118 zwarte Afrikanen, overduidelijk economische migranten, overgedragen heeft aan Frontex en dus niet heeft afgezet aan de Libische kust zoals Francken bepleit.
Het getuigt van enig cynisme om enerzijds in Italië te pleiten voor take-backs en anderzijds exact het omgekeerde te doen. Er gaapt een kloof breder dan de Middellandse Zee tussen de beloftes die Francken maakt en het beleid van zijn regering. De Belgische marine is vandaag niet meer dan een veerdienst die economische migranten aan de Libische kust oppikt en afzet aan de Italiaanse. Ik vermoed dat het de Italiaanse regering ten goede zou komen moesten ze bedanken voor dat soort ‘hulp’.