Gisteren werd in het vragenuurtje in De Kamer een uitgebreid debat gevoerd over Catalonië. Ik beet de spits af. Hieronder leest u het verslag. Hier kan u mijn tussenkomst herbekijken.
“Mijnheer de eerste minister, eerst en vooral bedank ik u, omdat u de vragen beantwoordt en bij vragen over Catalonië niet wegloopt zoals minister Jambon.
Afgelopen zondag vond het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum plaats, al was dat volgens negationist Rajoy niet het geval. De Spaanse eerste minister heeft werkelijk met alle middelen geprobeerd om dat referendum tegen te houden. Politieagenten in burger probeerden met Spaanse vlaggen tussen de Catalaanse manifestanten rellen uit te lokken. De Guardia Civil zette ongelofelijk bruut geweld in tegen onschuldige burgers, die geen weerstand boden, maar enkel en alleen hun democratische stem wilden uitbrengen. Weerloze kiezers werden geschopt, geslagen en zelfs beschoten. Er vielen bijna 900 gewonden, waarbij opvallend veel vrouwen en zelfs bejaarden en kinderen.
Ondanks die gewelddadige repressie hebben de Catalanen zich niet laten afschrikken: zij zijn waardig en massaal gaan stemmen. Meer dan 90 % van de deelnemers van het referendum heeft voor onafhankelijkheid gekozen. Rajoy wil daar geen gevolg aan geven. Integendeel, hij dreigt er nu mee om artikel 155 in te roepen en het Catalaanse bestuur volledig onder Spaanse voogdij te plaatsen. Hij weigert nog steeds elke dialoog, terwijl door de Catalaanse overheid sinds 2006 al herhaaldelijk daarom werd gevraagd. Daarin wordt hij zelfs bijgestaan door koning Felipe, met een ongelofelijke wereldvreemdheid, zoals wij bij het ambt van koning gewoon zijn.
Mijnheer de premier, ten eerste, erkent u de legitimiteit en het resultaat van het Catalaanse referendum van voorbije zondag?
Ten tweede, u hebt als eerste terecht het geweld daar veroordeeld. Zult u ook als eerste Catalonië erkennen als dat, zoals aangekondigd, aanstaande maandag, 9 oktober, zijn onafhankelijkheid uitroept?”
Charles Michel, premier ministre: “Monsieur le président, chers collègues, la semaine passée, jeudi et vendredi, nous étions réunis en Conseil européen avec, à l’ordre du jour, la relance du projet européen. L’ambition est de rendre l’Europe plus efficace, plus près des préoccupations des citoyens et de considérer que l’Europe était une idée du siècle passé qui est fondée sur des valeurs de paix, de sécurité, de liberté.
Trois jours plus tard, le dimanche, nous avons été confrontés à ces images à la suite de ce référendum qui a été organisé et considéré comme illégal par la Cour constitutionnelle espagnole. J’ai été choqué. Ma réaction a d’abord été instinctive, intuitive.
Als eerste minister vond ik het belangrijk om een duidelijk signaal te geven. Wij zijn hier in Europa en hier wordt geen geweld gebruikt. Geweld is nooit een antwoord als men geconfronteerd wordt met een politieke crisis. Dat is mijn sterke overtuiging.
Ma conviction sur ce sujet est qu’il faut se mobiliser, avec les pays de l’Union européenne, pour encourager le dialogue politique. Je dois dire avec beaucoup de franchise, monsieur Delpérée, que j’ai là une divergence de vue fondamentale avec vous. Là où vous parlez d’ingérence, je parle de la détermination à faire valoir les vertus du dialogue politique sur le sol européen.
J’ai constaté d’ailleurs que lundi, quelques heures après les événements de dimanche, la Commission européenne a réagi en prenant ses distances avec la violence et en encourageant le dialogue politique. Je souscris à cet appel appuyé par la Commission européenne.
Om concreet te zijn, welke initiatieven hebben wij de laatste twee of drie dagen genomen vanuit mijn departement? Ten eerste, wij hebben veel gesprekken gevoerd op Europees niveau. Gisteren had ik een ontmoeting met Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, ik voerde een telefoongesprek met Jean-Claude Juncker en via onze diplomatieke adviseurs vonden er veel gesprekken plaats met andere Europese landen.
Ik stel vast dat momenteel iedereen op dezelfde lijn zit. Ten eerste, geen geweld, want dat is geen politiek antwoord en, ten tweede, wij moeten er alles aan doen om in Spanje een dialoog aan te moedigen tussen de Catalaanse autoriteiten en de Spaanse regering. Dat moet een absolute prioriteit zijn.
Op dit moment steun ik een internationale of Europese bemiddeling nog niet. De prioriteit voor de volgende dagen is om er alles aan te doen om een dialoog te bewerkstelligen tussen de Spaanse regering en de Catalaanse autoriteiten. Op basis van de ontwikkelingen zullen wij de situatie later misschien moeten evalueren. Dat is logisch en evident. In de loop van de maand oktober zal er een Europese top plaatsvinden en op basis van nieuwe feiten en nieuwe elementen zal een stand van zaken worden opgemaakt.
Ik heb de vragen gehoord over het erkennen van de onafhankelijkheid. Ik wil in dat verband zeer duidelijk zijn.
Il n’est évidemment pas question de s’exprimer sur un sujet qui à ce stade-ci n’est pas posé. Une initiative a été prise. Elle est contestée par les autorités espagnoles et par la Cour constitutionnelle. Nous verrons en quoi consisteront les développements futurs. Je serai conséquent. Nous ne pouvons à la fois vouloir un dialogue et déjà préjuger des conséquences de celui-ci.
Point complémentaire extrêmement important à mes yeux: nous allons être très, très engagés dans un cadre européen pour veiller à ce que l’État de droit dans toute sa dimension, les principes démocratiques, l’ordre national sur le plan juridique puissent être pris en considération dans le cadre de ce dialogue tellement nécessaire.
Een laatste woord, mijnheer de voorzitter, en dit is ook mijn persoonlijke overtuiging op basis van onze ervaring in België. De laatste drie decennia hebben wij in België regelmatig belangrijke, fundamentele meningsverschillen gehad in deze assemblee over de toekomst van ons land. Het is volgens mij een eer dat wij er altijd in zijn geslaagd om oplossingen te vinden in een logica van dialoog, conform onze democratische principes. Dit lijkt mij een belangrijke les voor de toekomst en het is ook mijn overtuiging.
Barbara Pas (VB): “Mijnheer de premier, het is tekenend als België als voorbeeld moet worden genomen voor een goede gang van zaken voor de regio’s.
Ik heb drie elementen van repliek.
Eerst en vooral, ik kan mevrouw Fernandez Fernandez geruststellen. Zij heeft verwezen naar de stoere taal in het Vlaams Parlement. De resolutie die gisteren in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd, veroordeelt alleen maar het geweld en kiest geen kant in het conflict tussen Spanje en Catalonië. Wij vroegen in onze resolutie het referendum als legitiem te beschouwen en een erkenning van het resultaat. Bovendien vroegen wij Catalonië te erkennen als zij de onafhankelijkheid zouden uitroepen. Deze resolutie werd in het Vlaams Parlement door alle partijen behalve de onze weggestemd.
Ten tweede, de discussie over de grondwettelijkheid is bijzaak. Zowat elke staat is ontstaan door buiten de grondwet te treden, zo ook België. De wil van een volk laat zich niet door wetten begrenzen. In Catalonië is het verschil tussen wet en grondwet, enerzijds, en de democratische legitimiteit, anderzijds, veel te groot geworden.
Ten slotte, men spreekt over dialoog en bemiddeling. Catalonië vraagt dit al meer dan tien jaar. Iedereen die het daar een beetje heeft gevolgd de voorbije jaren weet dat het daar nu niet langer over gaat. Vandaag gaat het over onafhankelijkheid. Net zoals uit de beschamende vertoning van gisteren in het Europees Parlement duidelijk is gebleken dat Catalonië niet moet rekenen op de Europese Unie, is ook uit uw antwoord, mijnheer de premier, duidelijk geworden dat Catalonië niet op deze N-VA-regering moet rekenen.”