Vandaag wordt in De Kamer de begroting 2018 gestemd.
Hieronder leest u mijn tussenkomst tijdens de begrotingsbespreking, hier kan u ze herbekijken.
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de voorliggende begroting bevat onvoldoende structurele maatregelen, een staatsschuld die hallucinant hoog blijft, een blijvend structureel onevenwicht tussen inkomsten en uitgaven, een overheidsbeslag dat nog altijd boven 50 percent van het bbp zit. Sinds de start van de regering kwamen er op de belastingbrief zo’n 80 posten bij.
De Europese Commissie wees er al op dat België in een weinig benijdenswaardig gezelschap is beland, samen met onder meer Portugal, Spanje en Italië, die Zuid-Europese landen waarvan minister Van Overtveldt toen hij nog journalist bij Trends was het begrotingsbeleid met de grond gelijk maakte. Ik vraag mij af, als minister Van Overtveldt een andere carrière had gekozen en nog altijd voor Trends zou schrijven, wat hij dan vandaag zou schrijven over bijvoorbeeld de maatregel om mensen de pensioenrechten voor hun studiejaren te laten afkopen. Dat levert nu wat geld op, maar dat zal later meer kosten. Ik denk dat hij dan iets in de stijl zou hebben geschreven van zijn interview bij het LVSV enkele jaren geleden. Ik citeer: “Mensen die begrotingsgewijs zeggen: “Dat is allemaal wel voor volgend jaar of het jaar nadien, maar wij nemen daar nu al op vooraf; deze mensen horen thuis in de gevangenis en niet in de Wetstraat.”
De beloofde kracht van verandering was dat de budgettaire cijfers op orde zouden komen. Herinner u dat de minister van Financiën dat destijds zowaar tot de inzet van de huidige regering heeft gemaakt. Het begrotingsevenwicht was de voorwaarde, de reden waarom het communautaire jarenlang in de koelkast zit en de belofte die de kiezer in 2014 werd voorgehouden, was zeer duidelijk. Ik citeer: “Di Rupo heeft ons een enorm structureel deficit op de begroting nagelaten. Daar moet verandering in komen. De N-VA wil de rekeningen op orde krijgen. Met een begroting in evenwicht creëren wij ruimte om een nieuw beleid te voeren en verlagen wij onze schulden.”
Voor het derde jaar op rij kan die belofte worden gecatalogeerd in de categorie van goedkope cafépraat, want er komt niets van in huis. De enige verandering die inzake de begroting opduikt, is de verandering in de marketing van de meerderheidspartijen over de begroting. Die werd de voorbije drie jaar voortdurend bijgestuurd. De focus op een begroting in evenwicht verschoof het jaar nadien naar een focus op een structureel evenwicht. Nadien werd de focus verlegd naar het financieringssaldo en het vorderingensaldo, kwestie van de staatsschuld niet te moeten meerekenen.
Die communicatie werd voortdurend bijgestuurd. Waarom zouden die bijsturingen nodig zijn als alles zo goed gaat als voortdurend wordt beweerd? Eerst was het op orde stellen van de staathuishouding de grote doelstelling waarop deze regering afgerekend kon worden. Nu wordt de begroting vermeld in een lange rij en is ze verworden tot één klein aspect waarop de regering zou falen.
Het begrotingsevenwicht werd altijd opnieuw verschoven en is nu uitgesteld tot in de volgende legislatuur. Welke belofte of bijsturing het ook was, het verplaatsen van de streefdatum of een structureel begrotingsevenwicht, maakt allemaal niet uit, want de regering geraakt er in de verste verte niet. De regering krijgt haar begroting niet op orde. 2018 kondigt zich aan als het minst slechte jaar, maar vanaf 2019 loopt het tekort weer verder op en in 2020 ziet het er niet beter uit. Après nous le déluge lijkt wel het motto.
In Knack lees ik vandaag dat staatssecretaris Francken verkondigt dat men met een begroting in evenwicht geen verkiezingen wint. Die uitspraak illustreert juist het probleem: regeringen – deze en voorgaande – denken op korte termijn, namelijk tot aan de volgende stembusslag. Een begrotingsevenwicht moet echter niet nagestreefd worden omdat Europa dat vraagt of omdat daar al dan niet verkiezingen mee gewonnen kunnen worden. Een begrotingsevenwicht is nu juist een kwestie van goed bestuur. Tekorten zijn funest voor de economie. De mensen zijn niet dom, want zij weten dat op termijn alles afbetaald moet worden. Als u daaraan zou werken, dan hoeft u er misschien zelfs niet aan te denken om maatregelen uit te vinden ter activering van het spaargeld. De mensen die er financieel toe in staat zijn, potten tegenwoordig hun geld namelijk op als voorzorgsmaatregel. Er zijn overschotten nodig om de stijgende kosten van de pensioenen te kunnen betalen. Op dat vlak had de collega van de meerderheid gelijk toen hij over deze begroting in de krant stelde: “Dit is geen duurzaam beleid ten opzichte van onze kinderen en kleinkinderen.” Inderdaad, u schuift de schulden door naar de volgende generaties en daarmee doet u precies wat u de vorige regering verweet.
De begroting is vooral een gemiste kans om voor verandering te zorgen. Nochtans diende de gelegenheid om voor een kantelmoment te zorgen zich wel aan, want een heel aantal belangrijke externe factoren zit mee. De economische groei wordt opwaarts herzien omdat de groei in de wereld hoger uitkomt dan eerst geschat. België lift als open economie en als luie hond gewoon mee op die betere conjunctuur. Het is nauwelijks de verdienste van deze regering die weinig ambitieus is en vooral op de winkel let, maar niet meer dan dat.
Tot nu toe werd de regering in haar begrotingssanering ook erg geholpen door de dalende rentelasten op de hoge schulden.
De voorzitter: De heer Van Rompuy wenst even tussenbeide te komen, mevrouw Pas.
Eric Van Rompuy (CD&V): U zegt dat het deficit slechter wordt voor het derde opeenvolgende jaar, dat de regering er niets van bakt. Maar, in 2017 is het tekort nu net verminderd, nominaal met 1 procent en structureel met 0,8. Nu zitten we ongeveer op 1,4 à 1,5. Dat is een halvering sinds het begin van de legislatuur. Tijdens mijn tussenkomst daarnet heb ik ook gezegd dat ik ervoor wil pleiten om op termijn naar een evenwicht te gaan. Maar u spreekt alsof er niets gebeurd is. Er is 10 miljard bespaard. Er zijn maatregelen genomen in verband met de
taxshift en de werkgelegenheid. Er werden jobs gecreëerd. De koopkracht is gestegen.
Het Vlaams Belang ziet geen enkel bilan. Het begrotingstekort is gehalveerd, er zijn 150 000 à 200 000 jobs bijgekomen, de koopkracht is gestegen.
Er zijn ook een aantal negatieve dingen. Ik ben de eerste als lid van de meerderheid om de zwakke punten aan te duiden. Maar uw discours is echt bedenkelijk. U citeert de heer Theo Francken als een soort begrotingsautoriteit. Hij heeft blijkbaar een interview gegeven over het begrotingsevenwicht. Ik weet niet of dat het standpunt is van de minister van Financiën, maar we moeten de man ook niet meer eer toebedelen dan hem toekomt. Hij is misschien de meest populaire Vlaamse politicus, maar van begrotingsproblemen kent hij niets. Ik wil mij daar dan ook totaal van distantiëren.
Barbara Pas (VB): Collega Van Rompuy, ik heb gezegd dat voor het derde jaar op rij de belofte van het begrotingsevenwicht niet gehaald is. Dat blijft men voor zich uit schuiven, terwijl dat precies de reden was waarom men heeft ingestemd met een communautaire stilstand. Daar mocht de regering op afgerekend worden, maar dat blijkt vandaag absoluut niet meer het geval.
Als ik de heer Francken citeer, toont dat enkel aan hoe weinig men geïnteresseerd is in dat begrotingsevenwicht. Men is enkel geïnteresseerd in de volgende verkiezingen, maar niet de lange termijn. Men trekt het zich niet aan dat men de volgende generaties met schulden opzadelt.
U heeft daarnet gezegd dat het de taak is van de oppositie om kritisch te zijn. Dan kunt u er toch niet naast kijken dat we nog steeds met een aantal problemen zitten qua inefficiënte overheid, fiscale druk en staatsschuld in dit land. Het is dan ook logisch dat ik daarop focus.
Ik heb het ook over de positieve zaken. Ik heb gezegd dat de externe factoren mee zitten. De wereldeconomie trekt aan en van die conjunctuur kunnen wij mee profiteren. Degene die misschien wel het meeste bespaard heeft in deze legislatuur voor deze regering is de voorzitter van de Europese Centrale Bank.
Door zijn soepele beleid kan de Belgische overheid van lage rentes profiteren. Ik las vandaag in De Tijd dat de negatieve kortetermijnrente de schatkist in 2017 166 miljoen euro heeft opgeleverd. Die situatie zal niet blijven duren. De rentes zullen op termijn stijgen en dan hebt u een serieus probleem met de gigantische staatsschuld, die er vandaag nog altijd is. Dan zal er veel zwaarder bespaard moeten worden, alleen nog maar op de rente, om die staatsschuld te kunnen betalen. Vandaag, met de lage rentes, slaagt de regering er duidelijk niet in om de staatsschuld deftig af te bouwen. Nochtans hebben alle regeringspartijen dat voor de verkiezingen beloofd.
CD&V heeft er zelfs cijfers op geplakt. Volgens CD&V zou de staatsschuld op vijf jaar tijd met een vijfde verlaagd worden. Dat was destijds de verkiezingsbelofte. Tegen 2019 zou de staatsschuld met andere woorden op 80 % van het bbp moeten uitkomen. Vroeger lag de doelstelling nog op maximaal 60 % van het bbp. Die doelstelling staat in het Verdrag van Maastricht. Onze minister van Financiën noemt het vandaag in zijn beleidsnota zelfs ambitieus om tegen het einde van deze bestuursperiode de staatsschuld onder de 100 % te krijgen.
Men heeft trouwens de staatsschuld al artificieel omlaag gehaald, door de definitie van het bruto binnenlands product aan te passen. De Europese Unie laat sinds enkele jaren toe om ook drugs en prostitutie bij dat bbp te tellen.
De staatsschuld blijft dus een groot probleem. Ik ben het met u eens, collega Van Rompuy, dat het grootste probleem van deze begroting zich niet aan de inkomstenzijde, maar aan de uitgavenzijde bevindt, in tegenstelling tot andere retoriek die ik hier vandaag van de oppositie al gehoord heb.
Ik heb voor u echter wel nog een vraag over de inkomstenzijde, mijnheer de minister. Sinds enkele jaren is er op Europees niveau een debat gaande over de hervorming van de belastingen in Europa. Dat zal een eerste opstapje worden naar een federale belastingunie. De belastinginkomsten bepalen nu eenmaal grotendeels de begroting. Ik heb moeten vaststellen dat België, bijna als enige lidstaat, meermaals zijn kat stuurde naar de hoorzittingen met commissaris Moscovici, die bevoegd is voor die belastingunie, in samenwerking met het Europees Parlement. Zowat alle landen sturen delegaties ernaartoe, maar België viel vooral op door zijn afwezigheid. Kunt u toelichten of het een bewuste strategie is van de regering om daar niet aanwezig te zijn? Ik ben wel geïnteresseerd in uw standpunt aangaande de CCTB en de CCCTB, die eraan komen en een invloed zullen hebben op de belastinginkomsten.
Wat de uitgavenzijde betreft, de beperkte spreektijd laat me niet toe uit te weiden over de extra middelen waarin dit ontwerp van begroting voorziet voor leden van het koningshuis, inclusief voor Laurent, en voor Unia, en die u eenvoudigweg kunt stopzetten door mijn amendementen te steunen. Ik wil wel kwijt dat er nog heel veel ruimte is voor besparingen. Er kan nog echt gesaneerd worden aan de uitgavenzijde. Daarvoor moeten echter wel een aantal taboes bespreekbaar zijn. De miljarden euro’s die in dit land naar asiel en migratie gaan, worden niet in vraag gesteld. Die kosten houden niet op. Een voorbeeldje uit deze begroting: men gaat zelfs een extra site in Neder-Over-Heembeek aankopen als aanmeldcentrum voor asielzoekers, dat vanaf 1 januari 2019 geopend moet worden. De aankoopprijs bedraagt 12 miljoen euro.
Evenmin wordt er beknibbeld op de uitgaven aan de Europese Unie. Als men de begrotingspost bekijkt, of enkel nog maar de werkingskosten van die Europese Unie, dan stelt men vast dat deze regering daarvoor elk jaar opnieuw meer dan 3 miljard euro uittrekt. Al 20 jaar op rij keurt de Europese Rekenkamer de boekhouding van die Europese Unie af, meestal wegens miljarden aan onrechtmatig gemaakte kosten, maar elk jaar geeft deze regering wel kritiekloos miljarden voor de werking van die Europese Unie. Die zorgt dus niet alleen voor nationale begrotingen die in het rood gaan, door haar falende beleid inzake de euro en inzake de vluchtelingeninvasie, maar daar komt nog eens een wanstaltig hoog bedrag voor die Europese Unie zelf bij. Een geschenk aan de EU voor slecht beleid, als het ware.
Ik vraag me af of die dotatie niet drastisch omlaag kan. Er zijn heel wat agentschappen bij die Europese Unie die hun werkingsmiddelen elk jaar opnieuw niet opgebruiken maar gewoon overdragen naar het volgende jaar. Het zou toch de logica zelve zijn dat dit geld eerst met een verdeelsleutel terugkomt naar de lidstaten, vooraleer er extra bij te storten.
Ik kom tot de conclusie, dat deze regering precies uitvoert wat ze de vorige verweet: het doorschuiven van schulden naar de volgende generaties. Door die gunstige conjunctuur en de sterk gedaalde intrestlasten had deze begroting een kantelmoment kunnen zijn om opnieuw perspectief te bieden. Ondanks de gestegen belastinginkomsten en de lage intrestlasten blijft men met een miljardentekort zitten.
Men zal hier later op terugkijken als een gemiste kans om de rekeningen eindelijk op orde te krijgen. Van de belofte om, in ruil voor het bevriezen van de Vlaamse eisen, sociaal-economisch orde op zaken te stellen, schiet helemaal niks meer over. Het verbaast me niet dat echte verandering onmogelijk blijkt binnen het Belgische kader. Hier wordt het probleem gemanaged, in plaats van opgelost. De inefficiënte overheid laat de fiscale druk en de staatsschuld er niet op vooruitgaan.
Een lagere fiscale druk en sociale bescherming zijn perfect te realiseren binnen Vlaanderen. Ook daar zullen er nog uitdagingen zijn. Ik ben er echter van overtuigd dat deze, louter in Vlaanderen, wél kunnen worden aangepakt. Vandaag moeten we vaststellen dat de Vlaming langer werkt, maar vooral blijft betalen. Hij blijft betalen voor minder sociale rechten en minder pensioen. Hierbij noem ik ook de vermindering in de kinderbijslag als voorbeeld. Ik vraag mij af of dit de verandering is waar de Vlamingen voor hebben gestemd. Is dit ‘de faire deal’ die men ons aanbiedt? U zult dan ook niet verbaasd zijn dat mijn fractie deze begroting niet zal steunen.