Gisteren hield ik onderstaande stemverklaring in het federale parlement.
Mijn motie van aanbeveling om niet opgenomen ouderschapsverlof overdraagbaar te maken naar de langstlevende partner werd, op aansturen van de CD&V, door alle partijen (behalve Vlaams Belang en PVDA) weggestemd.
“Het overlijden van een jonge partner, van een jonge ouder, dat is niet alleen een zware emotionele zaak, het zorgt ook voor langdurige administratieve rompslomp, praktische en vaak ook financiële problemen.
Omdat kinderen die wel nog hun beide ouders hebben, nu dubbel zoveel kunnen genieten van een ouder die ter beschikking staat met ouderschapsverlof,
en omdat het versoepelen van de regelgeving rond ouderschapsverlof voor de langstlevende partner, de combinatie werk en gezin makkelijker zou maken, wat voor de jonge weduwen en weduwnaars een aansporing is om actief te zijn op de arbeidsmarkt,
heb ik aan minister Muylle gevraagd om het mogelijk te maken dat voortaan niet opgebruikt ouderschapsverlof kan overgedragen worden op de langslevende ouder.
Het antwoord van de minister dat ze mijn bekommernis deelt maar dat het niet tot haar volmachten behoort is ronduit ontgoochelend. Met het delen van bekommernis zijn de jonge weduwen en weduwnaars echt niet geholpen.
En dat het niet tot de volmachten behoort, collega’s, is een reden te meer om mijn motie te steunen. Want met deze motie van aanbeveling kan De Kamer de minister juist machtigen om daar werk van te maken. Om daarover de gesprekken met de Nationale Arbeidsraad aan te vatten en een oplossing uit te werken om de overdracht van het ouderschapsverlof naar de langslevende partner mogelijk te maken. Laat hen daarvoor aub niet wachten op een omzetting van een Europese richtllijn in 2022 of later.”