Het Vlaams Belang wil het recht op veiligheid als een absoluut recht ingeschreven zien in de Grondwet. “Momenteel is dit recht vooralsnog niet Grondwettelijk gewaarborgd”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas (Vlaams Belang). “Onze fractie diende een voorstel in, dat vandaag besproken wordt in de commissie Grondwet van de Kamer.”
De terroristische aanslagen van 22 maart 2016 op de luchthaven van Zaventem en op het metrostation Maalbeek te Brussel hebben aangetoond dat de fysieke veiligheid, die voor de burgers van dit land decennialang nagenoeg een zekerheid was, vandaag de dag niet meer tot de vanzelfsprekendheden van het leven behoren. “De massale immigratie van vreemdelingen in dit land van de jongste decennia en de radicalisering die bij een deel van de islamitische immigranten de jongste jaren daarmee gepaard is gegaan, zijn er intussen helaas verantwoordelijk voor dat de burgers zich niet meer in alle veiligheid in het openbaar domein kunnen begeven”, aldus Pas.
“Het waarborgen van de veiligheid van de burgers een van de belangrijkste opdrachten van de staat en moet als dusdanig ook worden beschouwd”
“Weliswaar werden door de regering naar aanleiding van de terroristische aanslagen een aantal maatregelen genomen die tot doel hebben om de veiligheid te verbeteren, maar het is zeer de vraag of deze erg effectief zijn en een duurzaam resultaat zullen opleveren”, aldus nog Pas. “Bovendien kunnen de overheden momenteel door de burger niet worden gedwongen om alle nodige maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat hun veiligheid effectief wordt gewaarborgd.” De partij benadrukt om deze reden de noodzaak om het recht op veiligheid in de Grondwet in te voegen.
Momenteel beschikken de Belgen reeds over verschillende Grondwettelijk gewaarborgde rechten en vrijheden. Vooreerst waren er de burgerlijke en politieke rechten, de zogenaamde rechten van de eerste generatie, die veeleer als ‘afweerrechten’ worden beschouwd. Daarnaast werden in de 20eeeuw ook een reeks economische, sociale en culturele rechten voorzien, de zogenaamde rechten van de tweede generatie, die veeleer ‘doe-rechten’ zijn en de overheid een positieve handelingsplicht opleggen. “Met dit voorstel voegen wij daaraan een categorie toe, met name het recht op veiligheid”, besluit Pas. “Dit recht moet eveneens als een ‘doe-recht’ worden beschouwd en moet de burger de mogelijkheid geven om ten aanzien van de overheid zijn recht op veiligheid af te dwingen wanneer hij dat noodzakelijk vindt.”