Jaarlijks rapport in Brussel: de laatste Vlaming doet het licht uit

Lees hieronder mijn Vrije Tribune, verschenen in Doorbraak :

Vlaams Huis

Jozef Ostyn, Brussels Vicegouverneur en voormalig Kabinetschef van CD&V-politica Brigitte Grouwels (rechts) tijdens de viering 20 jaar Vlaams Huis
foto: ©Michaël Vandamme

Het jaarverslag over het jaar 2021 van de Brusselse vicegouverneur over de (niet-)naleving van de taalwetgeving in Brussel toont eens te meer aan dat de taalwetgeving door de lokale besturen in Brussel-19 wordt aanzien als een waardeloos vodje papier, zegt Barbara Pas (VB) in deze vrije tribune; 

Hoog tijd dus dat de vernietigingsbevoegdheid van de besluiten onttrokken wordt aan de Brusselse regering en het College van de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en toegekend wordt aan de vicegouverneur zelf.

Donderpreek

18%. Dat is het percentage aanwervingen en benoemingen door de Brusselse gemeenten en OCMW’s dat in 2021 conform de taalwetgeving verliep. Studenten die dezer dagen met dat cijfer op hun rapport thuiskomen, krijgen minstens een donderpreek die hen de rest van het jaar zal heugen. Maar in de hoofdstad is zo een abominabel cijfer al jaar en dag schering en inslag wanneer het over taalwetgeving gaat.

Bij de 19 Brusselse gemeenten was amper 28.8% van de aanwervingen en benoemingen conform de taalwetgeving. Zo blijkt uit de cijfers uit het jaarverslag 2021. Opgesplitst per gemeente is slechts 1 van de 19 gemeenten geslaagd, weze het met de hakken over de sloot. In Vorst waren 64 van de 114 aanwervingen en benoemingen conform de taalwetgeving: 56.1%.

Het absolute dieptepunt vinden we bij de gemeente Sint-Joost-ten-Node van burgemeester Emir Kir, waar letterlijk geen enkele benoeming of bevordering in orde was met de taalwetgeving. 0% is zelfs geen tweede zit, maar met pek en veren van de school verjaagd.

Het probleem ligt vooral in de aanwerving en bevordering van contractuelen. Daar was amper 14.1% conform de taalwet – en bekijken we enkel de Franstalige dossiers dan gaat het maar om 12.5% dat in orde is.

Zelfs geen interesse

Bij de 19 OCMW’s is de situatie zo mogelijk nog dramatischer. In totaal waren de benoemingen en aanwervingen voor de OCMW’s voor 11.07% conform de taalwetgeving (237 van de 2141). Bij de contractuelen zelfs maar 6.2%. Opgesplitst per gemeente haalt geen enkel OCMW de 50%.

11 van de 19 OCMW’s slagen er zelfs niet in om nog maar 10% van de aanwervingen en benoemingen conform de taalwetgeving te doen. Het absolute dieptepunt vinden we bij de OCMW’s van Ganshoren en opnieuw Sint-Joost-ten-Node waar letterlijk geen enkele benoeming of bevordering in orde was met de taalwetgeving.

Hij heeft niet enkel lak aan de taalwetten én aan de Brusselse Vlamingen, ze interesseren hem zelfs niet eens

Het OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, niet toevallig de gemeente waar de rabiate francofoon Olivier Maingain (DéFi) de plak zwaait,  komt zelfs niet eens haar verplichtingen na om aanwervingen, bevorderingen en benoemingen te melden aan de vicegouverneur. Hij heeft niet enkel lak aan de taalwetten én aan de Brusselse Vlamingen, ze interesseren hem zelfs niet eens.

Schorsing

De vicegouverneur schorste in 2021 ook 30 aanwervingen en benoemingen wegens de schending van de taalpariteit voor de hogere betrekkingen. Het gaat hierbij louter om Franstaligen. Voor wat betreft deze leidinggevende functies stellen we vast dat slechts 3 van de 19 gemeenten en 5 van de 19 OCMW’s de pariteit of quasi-pariteit (een verschil van 1 bij oneven aantal functies) behaalt.

Iedere Brusselse gemeente of OCMW moet ook minstens 25% van de lagere betrekkingen voorbehouden aan Nederlandstaligen. In 2021 slagen 7 van de 19 gemeenten daar niet in voor wat de nieuwe aanwervingen betreft. De OCMW’s doen het op dat vlak opnieuw merkelijk slechter: 10 van de 19 OCMW’s halen de norm niet, en bij 5 OCMW’s (Koekelberg, Oudergem, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst en Watermaal-Bosvoorde) is het in 2021 nieuw aangeworven personeelsbestand zelfs voor de volle 100% Franstalig.

Men mag er evenwel van uitgaan dat op dat vlak vele honderden jobs de Vlamingen worden ontstolen

Hoe deze verhoudingen in de diverse gemeenten en OCMW’s liggen voor het globale personeelsbestand, eigenlijk het enige criterium dat volgens de wet telt, weten we niet omdat de vicegouverneur er geen cijfers over geeft. Men mag er evenwel van uitgaan dat op dat vlak vele honderden jobs de Vlamingen worden ontstolen.

Gulle Vlaamse centjes

Het Lombard- of Brusselakkoord uit 2001 voorzag in extra financiële middelen voor die Brusselse gemeenten die een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter zouden aanstellen. Intussen hebben alle 19 Brusselse gemeenten zo een schepen of voorzitter. De ene is een echte Brusselse Vlaming, de andere een excuus-Vlaming van het ergste soort. Maar de cijfers tonen aan dat hoe meer Nederlandstalige schepenen er in Brussel zijn – en hoe meer extra Vlaams geld er in het gemeentelijk laatje komt – hoe dramatischer het is gesteld met de cijfers.

Bij de uitwerking van het Lombardakkoord in 2001 waren nog 50.5% van de dossiers bij de gemeenten conform de taalwet en 18% bij de OCMW’s. Tien jaar later, in 2011, werd dat respectievelijk 30.9% en 14.9%. In 2021 dus nog slechts 28.8% en 11.1%. Misschien is het tijd dat Vlaanderen eens bekijkt of extra geld voor gemeentes met een excuus-Vlaming in het schepencollege nog wel nuttig is. De Brusselse gemeenten stellen in ruil voor de gulle Vlaamse centjes een Nederlandstalige schepen zonder echte bevoegdheid aan, en de schepen in kwestie danst naar het pijpen van de Franstaligen. Om toch maar zijn schepenlintje niet te verliezen.

Nul vernietigd

Vandaag is het de taak van de Brusselse regering voor wat betreft de gemeenten, en van het College van de GGC voor wat betreft de OCMW’s om de door de vicegouverneur geschorste benoemingen en bevorderingen om te zetten in vernietigingen. Van de bijna 3.000 uitgesproken schorsingen in 2021 werden er welgeteld… nul vernietigd. Dus ook de Brusselse gewestelijke overheid, met aan boord excellenties van de ‘Vlaamse’ partijen Groen, Vooruit en Open Vld – waar Sven Gatz nota bene minister bevoegd voor de Promotie van Tweetaligheid is! – trekken zich geen ene jota aan van de taalwet.

Dat is overigens puur incivisme. De Raad van State heeft immers al in meerdere arresten aangegeven dat deze vernietigingsbevoegdheid geen facultatief geven is, maar een verplichting. De Brusselse excellenties trekken er zich evenwel niets van aan en komen er ongestraft mee weg.

Als voogdijminister zou ook minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) hiertegen kunnen optreden, maar ook zij vertikt het om ook maar één initiatief te nemen om de taalwetten in dit land te laten naleven. Mag het trouwens iemand verbazen? Zelfs haar voorganger Jan Jambon, vandaag voor de N-VA Vlaams minister-president, weigerde hiertegen op te treden.

Meer nog: het was toenmalig commissievoorzitter Brecht Vermeulen – ook al N-VA – die er vanuit zijn functie voor zorgde dat in de bevoegde Kamercommissie voorstellen van het Vlaams Belang hierover zolang mogelijk werden geblokkeerd en tegengewerkt. De Franstaligen in Brussel lachen alvast in hun vuistje, met zoveel Vlaamse ruggengraat.

Omerta

Vanwaar komt die totale onverschilligheid van ‘onze’ Vlaamse politici voor deze brutale en massale verkrachting van de rechten van de Brusselse Vlamingen? Een deel van het antwoord op die vraag mag ongetwijfeld bij de Vlaamse media worden gezocht. Dat communautaire probleem interesseert hen geen bal en er wordt dan ook doorgaans niet over bericht. Men zou zich eens het omgekeerde moeten indenken.

Stel u even voor dat er in een of andere Brusselse gemeente een Vlaamse meerderheid aan de macht zou zijn en die het zou aandurven om ook maar een paar eentalig Nederlandstaligen aan te werven. Het kot zou in de Franstalige pers te klein zijn. Het zou voorpagina nieuws zijn in alle Franstalige media. Er zouden giftige editorialen aan gewijd worden en de Franstalige politici zouden erop springen alsof hun leven ermee op spel zou staan.

In de Vlaamse media daarentegen wordt deze schande al decennia gewoon doodgezwegen en worden de Vlaamse politici van de traditionele partijen er daardoor in genen dele toe aangezet om dat dossier ter harte te nemen. Het is geen excuus voor onze Vlaamse beleidsvoerders en parlementsleden van de traditionele partijen, maar het is wel tekenend.

De enige die in het dossier uiteindelijk vooralsnog zijn verantwoordelijkheid blijft opnemen, is de Brusselse vicegouverneur zelf. De oplossing ligt dan ook voor de hand. Ontneem de Brusselse regering en het GGC-College de bevoegdheid om de schorsingen om te zetten in vernietigingen en geef die bevoegdheid aan de vicegouverneur zelf.  Zo niet zal aan dit tempo de laatste Vlaming in Brussel binnen een paar jaar het licht uitdoen.