Burgerbevraging is voorbeeld van censuur

“De zogenaamde burgerbevraging van ministers van Institutionele Hervormingen Annelies Verlinden (cd&v) en David Clarinval (MR) blijkt niet enkel een grandioze mislukking; maar ook een walgelijk potje censuur”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas. “Zo mochten we vandaag in de pers vernemen dat de vraag over het koningshuis onder politieke druk werd geschrapt. De koning als ‘hij die niet genoemd mag worden’, het doet me denken aan Harry Potter en Voldemort.”

“Vragen over de transfers werden in de burgerbevraging niet weerhouden omdat ze volgens Verlinden zogezegd te ingewikkeld waren om aan de burger voor te leggen , en nu blijkt dat ook over de politieke rol van de koning geen vragen gesteld mochten worden”, aldus Pas. “Van de 30 vragen bleven er, zelfs tot grote verwondering van de betrokkenen bij de organisatie van de bevraging, plots nog 29 over. Waar bijvoorbeeld in Nederland het koningshuis geen rol mag spelen in regeringsonderhandelingen, mag die politieke rol hier zelfs niet eens in vraag gesteld worden.”

“De analyse van de antwoorden van de burgerbevraging wordt nu best ook gecensureerd”

“Deze censuur bewijst alleen maar hoezeer wij het bij het rechte eind hadden toen we al van bij aanvang van de burgerbevraging stelden dat het een rookgordijn en een schijnvertoning was en niets met inspraak te maken had”, vervolgt Pas, die hierover minister Clarinval zal ondervragen. “Op de 14.515 mensen die een begin van een poging deden het onding in te vullen na, had het volledige doelpubliek van ruim acht miljoen mensen dit door.”

“Clarinval heeft ondertussen nog steeds geen databedrijf gevonden om de weinige antwoorden te analyseren”, merkt Pas tot slot op. “Hij kan zich die moeite besparen. Enerzijds omdat met 2.100.000 euro of 145 euro per respondent al veel te veel belastinggeld werd verbrast, en anderzijds omdat de democratie met een dergelijke ‘analyse’ op basis van gestuurde antwoorden door een niet-relevant aantal mensen alleen maar kan geschaad worden. Wat aanvankelijk voorgesteld werd als een ‘hoogmis voor de democratie’ en een ‘antwoord op de achterkamertjespolitiek’ is een antwoord op de democratie en een hoogmis van de achterkamertjespolitiek geworden.”