Tijdens het vragenuurtje in de Kamer wou ik de minister van Binnenlandse Zaken aan de tand voelen over zijn uitspraken rond atoma-schriftjes met geheime communautaire afspraken die volgens zijn collega’s in de regering helemaal niet bestaan. Niet minister Jambon, maar de eerste minister antwoordde. U kan het debatje hierover hieronder herlezen.
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, even kort over de werkzaamheden. Ik heb deze ochtend een vraag ingediend, gericht aan minister Jambon. Net voor de zitting heb ik vernomen dat de premier zou antwoorden in de plaats van de minister van Binnenlandse Zaken. Ik vraag mij af waarom. De minister van Binnenlandse Zaken is hier aanwezig. Ik dring er toch op aan dat ik mijn vraag aan de minister kan stellen. Het gaat over uitspraken die hij zelf heeft gedaan. De verklaring van de premier daarover heb ik al in de krant kunnen lezen. Ik denk niet dat het uw bedoeling kan zijn de indruk te wekken dat minister Jambon niet zelf kan of mag of durft antwoorden in deze zaak. Hij is toch wel mans genoeg om zelf zijn uitspraken te verdedigen. Ik vraag u dus dat mijn vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken gehandhaafd blijft en niet door de premier wordt beantwoord.
De voorzitter: Drie zaken, mevrouw Pas. Om te beginnen, en terzijde, meestal is de vraag omgekeerd. Meestal vraagt men dat de eerste minister antwoordt, niet de vakminister. Maar goed, zoals ik al zei, dit terzijde.
Ten tweede, als de regering het woord vraagt, dan ben ik volgens de Grondwet en het Reglement verplicht dat toe te kennen.
Ten derde, als de eerste minister oordeelt dat bij bepaalde vragen, gesteld aan sommige leden van zijn regering, de hele regering is aangesproken en hij namens de hele regering antwoordt, dan zal ik hem dat uiteraard niet beletten. Vandaar de samenvoeging, omdat er toch ook een ernstig vermoeden is dat de onderwerpen totaal gelijklopend zijn.
…
Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, ook ik had deze vraag graag aan de minister van Binnenlandse Zaken gesteld, niet alleen omdat hij die uitspraken gedaan heeft maar ook omdat hij, net als ik, in zijn studententijd actief was bij het KVHV, de studentenvereniging waar hij deze week die uitspraken heeft gedaan. Hij heeft onder meer gesproken over geheime atomaschriftjes met afspraken over een Grondwetsherziening. Die atomaschriftjes zouden zelfs in de kluizen liggen van alle vier de regeringspartijen. Alle andere regeringspartijen ontkennen echter dat dit het geval zou zijn.
Ik begrijp dat de heer Jan Jambon zijn Vlaams-nationalistische achterban heel wat uit te leggen heeft: een regeerakkoord dat communautair 0 op 10 scoort en minstens 5 jaar communautaire stilstand. Omdat ik niet wil dat mijn verbondsbroeders en –zusters, de leden van ons beider studentenkring, gratuit worden voorgelogen, stel ik de volgende vragen.
Hoe zit het nu? Wie liegt? Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel bestaan die schriftjes niet en zijn die uitspraken pure tsjeverij en gebakken lucht waarmee de minister van Binnenlandse Zaken zijn achterban probeert te sussen, ofwel bestaan die schriftjes echt en hebt u, mijnheer de eerste minister, een probleem, want dan zegt uw minister van Binnenlandse Zaken dat u en uw collega’s liegen. U hebt immers altijd gezegd dat er geen geheime communautaire akkoorden zijn.
Mijn vraag is: wat is het nu? Als Vlaams-nationalist neig ik uw verklaring te geloven, want het lijkt mij logisch dat als er echt een akkoord was, dit ook in het regeerakkoord zou staan. Ik zie alleszins dat u geen atomaschriftje bij zich hebt, dus ik maak mij geen illusies dat u de inhoud zou komen voorlezen. Ik reken er wel op dat u in dezen enige duidelijkheid verschaft.
…
Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, nogmaals wil ik een duidelijke boodschap meegeven omtrent dit onderwerp.
Nous avons eu ce débat dès la déclaration gouvernementale. Nous avons eu ce débat la semaine passée en commission de l’Intérieur. Systématiquement, la réponse du gouvernement a été exactement la même. Je vais donc très calmement, très sobrement, vous la répéter.
Monsieur Maingain, je voudrais vous dire, au-delà du moment humoristique pour lequel nous vous remercions, que ce n’est pas parce que vous répétez des mensonges que cela devient une vérité.
Il y a un accord de gouvernement qui se concentre sur les questions économiques et sociales, qui veut restaurer la compétitivité du pays, qui veut financer durablement nos protections sociales grâce aux réformes économiques nécessaires. Dans le même temps, il y a un accord politique entre quatre partenaires au sein de ce gouvernement pour dire que nous allons exécuter la réforme de l’État pendant cinq ans, telle qu’elle a été décidée.
Je risque d’être d’une banalité affligeante dans mon propos, et je vous prie par avance de m’en excuser. À la fin de cette législature, comme cela a chaque fois été le cas depuis ces trente dernières années et conformément à ce qui est prévu par notre Constitution, le gouvernement et le Parlement devront mener le débat politique calmement, sereinement et tranquillement sur la question des articles de la Constitution susceptibles d’être soumis à révision. Ni plus, ni moins!
Il n’y a pas d’accord secret entre nous! Il y a une volonté politique forte d’exécuter la réforme de l’État pendant cinq ans et de mettre en œuvre des réformes économiques et sociales pour faire en sorte qu’il y ait plus d’emploi, plus d’activité et plus de financement pour nos protections sociales!
Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, u hebt gelijk in uw antwoord, want dit debat wordt inderdaad al gevoerd sinds het aantreden van uw regering. U zegt, samen met al uw regeringsleden, behalve de minister van Binnenlandse Zaken, inderdaad steeds hetzelfde, namelijk dat er geen geheime akkoorden zijn. Echter, de minister van Binnenlandse Zaken, toch niet onbelangrijk, blijft dat tegenspreken. Daarom had hij vandaag zelf naar die uitspraken ondervraagd moeten kunnen worden, maar dat mag of durft men blijkbaar niet in dit land.
Mijnheer Jambon, het verbaast mij eigenlijk dat u niets beters hebt gevonden dan atomaschriftjes om uw achterban te sussen. Atomaschriftjes en politiek samen vertoeven altijd in een louche sfeer. Zo is dat in het verleden in ieder geval altijd geweest, met Delcroix, de Agusta-affaire, confidentiële afspraken rond politieke benoemingen, noem maar op. Communautaire afspraken horen niet thuis in atomaschriftjes in kluizen, maar moeten in een regeerakkoord staan. Maar dat was er blijkbaar te veel aan, dat was te veel gevraagd.
Het KVHV-verbondslied indachtig, is dat bij ons enigszins anders, mijnheer Jambon. Wij werken verwoed, waar het moet. Ave commilitones!