Gisteren werd in de Kamer het debat gevoerd rond het akkoord in Griekenland. Nou ja “debat”, met een wel zeer strikte spreektijd (5 minuten) kan het debat over zulk belangrijk onderwerp uiteraard niet grondig gebeuren. Ook typisch Belgisch en laf dat men over de beslissing om miljarden belastinggeld in Griekenland te pompen geen stemming durfde te organiseren…
Hieronder kan u mijn tussenkomst in het ‘debat’ lezen:
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, bij de bespreking van het akkoord in de commissie maandag heb ik het optimisme wat getemperd door te stellen dat het een zoveelste akkoord is, maar geen oplossing. De voorbije dagen staan de kranten vol van opinies van economen die inderdaad argumenteren waarom dit zoveelste akkoord geen oplossing is.
Een oplossing voor een Griekse crisis die nu al bijna zes jaar duurt, kàn ook niet komen van een of ander Europees akkoord dat die euro-lijdensweg verder zet. Collega Van der Maelen heeft daarnet Helmut Kohl geciteerd. Die zei inderdaad al ten tijde van het verdrag van Maastricht dat met de euro een onomkeerbaar politiek project werd ingezet. Het is nochtans enkel een Grexit die een begin van een definitieve oplossing kan zijn. Heel veel economen delen die mening. Ik stel vast dat zelfs van Luc Coene tot Schäuble, men eindelijk tot dit voortschrijdend inzicht is gekomen.
Tsipras die het akkoord moet uitvoeren, gelooft er publiekelijk zelf niet meer in. Niemand gelooft nog in deze deal. Ik vraag mij af, mijnheer de premier, of u vandaag nog kunt zeggen dat u werkelijk gelooft in dit akkoord. Gelooft u werkelijk dat een derde hulpplan kan doen wat de eerste twee niet hebben gedaan?
Tsipras heeft meermaals verklaard dat het een ongelijk gevecht was. Het was inderdaad een machtsspel waarbij men niet als gelijken onderhandelt, maar waarbij de zwakke onderhandelingspositie van Griekenland schaamteloos werd misbruikt. Ik vraag mij dan af of dit uw idee is van politieke samenwerking in Europa, of dit de manier is waarop u het vertrouwen wilt terugbrengen.
Het toont nog maar eens aan dat de eurozone en democratie niet verenigbaar zijn. De Grieken stemmen in een referendum heel duidelijk “nee” en ze krijgen “ja”.
Een referendum is in dit land niet eens mogelijk: zoveel democratie kan België niet aan. Ook een stemming over het akkoord wordt afgewimpeld, ook tot mijn spijt trouwens, mijnheer Calvo. De heer Calvo heeft dikwijls om die stemming gevraagd, maar ik wil hem toch herinneren aan de ‘fiscal compact’, die hier twee jaar geleden, in juni 2013, in het halfrond werd goedgekeurd. Dat is een wurgverdrag dat hoort bij het Europees
Stabiliteitsmechanisme. Alleen het Vlaams Belang heeft toen tegengestemd, maar u hebt toen mee het groene knopje ingedrukt en daarmee hebt u juist de soevereiniteit aan de Europese Unie gegeven om alles te regelen zonder dat de nationale parlementen er nog toestemming voor moeten geven. Kom dus achteraf niet in elke commissie en voor elke camera zagen dat u een stemming wilt. U gaf er zelf uw goedkeuring voor, dus wees alstublieft niet hypocriet.
De meerderheidspartijen willen geen stemming en ik heb daar allerlei bijzonder flauwe argumenten voor gelezen in de kranten. Collega Vuye had met voorsprong de minste inspiratie. In De Morgen van vandaag beweert hij dat er toch niemand tegen het akkoord zou stemmen. Fout!
Ik had heel graag duidelijk tegen het akkoord willen stemmen omdat het even schandalig, vernederend en nutteloos is voor Griekenland als het verdrag van Versailles voor Duitsland.
Omdat het akkoord de lijdensweg voortzet voor iedereen, voor Griekenland aan wie het geen enkele oplossing biedt, maar ook voor de noordelijke landen van de eurozone die moeten blijven opdraaien voor de zuidelijke landen.
Mijnheer de eerste minister, maandag heb ik als enige naar het kostenplaatje voor onze belastingbetaler gevraagd. Ik heb toen van u geen antwoord gekregen. Ik verwacht niet van u dat u hetzelfde zegt als Yves Leterme in 2010, die zei dat Griekenland alles braafjes zou terugbetalen en wij zelfs nog zouden verdienen aan de hele operatie. Dat gelooft niemand meer. Ik verwacht echter wel van u, mijnheer de eerste minister, dat u eerlijk bent tegenover de burgers wiens belastinggeld wordt gebruikt om de bodemloze putten in Griekenland te vullen. Voor hen moet u openlijk de teller bijhouden van al wat aan belastinggeld – rechtstreeks, onrechtstreeks en via allerlei noodfondsen – al naar Griekenland is gevloeid en nog zal vloeien. Voor hen, in de eerste plaats, moet u daarmee stoppen, want het brengt geen zoden aan de dijk.
De essentie is al aangehaald door collega Dewael toen hij sprak over de euro. De euro was gedoemd om te mislukken en het is een ramp voor de Europese welvaart. Ik deel zelfs voor een deel de analyse van collega Van der Maelen, die Helmut Kohl citeert dat de euro alleen maar kan werken in een soort superstaat. Voor zo’n superstaat bedanken wij. Daar werkt het Vlaams Belang niet aan mee. Er is maar één oplossing die betaalbaar is, want de euro is niet houdbaar. Een derde van de landen in de eurozone hangen aan het infuus en hebben steun nodig. Hoe langer u de euro in stand wilt houden, hoe meer het kost, allemaal op de kap van de belastingbetaler. Dat kunt u niet langer blijven verantwoorden.
Repliek:
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb daarnet van collega Dedecker gehoord: “Hier ligt de streep, hierna is het gedaan.” Ik moet zeggen dat heel veel mensen in dit land die streep samen met ons reeds lang hebben getrokken. Zij zeggen vandaag reeds dat wat hen betreft geen pakket, geen programma, geen cent meer naar Griekenland gaat!
Als de heren en dames politici zonder enige garantie willen investeren in failliete bedrijven, dan doen ze maar, dat is hun volste recht, maar ze hebben dat recht niet als het gebeurt met centen van de belastingbetaler.
Men klampt zich vast, en dat is de essentie van heel het debat, aan die eurozone, die eenheidsmunt, waartoe Griekenland zelfs niet eens had mogen toetreden, met al zijn constructiefouten. Men klampt zich vast aan een eenheidsmunt die de Grieken zich niet kunnen veroorloven en die hen belet om een devaluatie door te voeren die hun economie een beetje zuurstof zou kunnen geven.
Mijnheer de minister van Financiën, in een vorig leven, toen u nog alleen maar sprak als econoom, heb ik regelmatig van u gehoord en gelezen dat volgens u Griekenland helemaal niet thuishoort in deze eurozone. Ik heb uw boek ‘Het Einde van de euro’ er nog eens bijgehaald. U maakt daarin een correcte analyse van het falen van de euro en u concludeert daarin dat er drie mogelijke uitwegen zijn.
Een eerste piste die volgens u toen zeker niet ondenkbaar was, is dat een sterk land als Duitsland de eurozone zou verlaten, omdat de kosten om ze in stand te houden veel groter zijn dan de uitstap. Ook nu weer moeten zij 25 % van heel het pakket aan Griekenland betalen.
Een tweede mogelijkheid noemde u ‘throwing-out-the-system’ en bestaat erin dat een aantal probleemlanden, al dan niet vrijwillig, uit de eurozone stappen, in casu Griekenland.
De derde mogelijke uitweg die u concludeerde was ‘more-of-the-same’, aanmodderen van de ene Europese top naar de andere. Ik betreur dat het die laatste optie is die u nu verdedigt, want u beseft dat door die euro koste wat het kost in stand te willen houden, die lose-losesituatie waar wij inzitten blijft duren. De noordelijke landen betalen de zuidelijke facturen en die zuidelijke landen worden opgescheept met een torenhoge schuld en een munt die hun economie verlamt.
U beseft het: de euro is geen geld, de euro kost geld. De enige oplossing is een Grexit of een ordentelijke opdeling van de eurozone. Jammer dat u uw besef niet verdedigt in hogere regionen nu u het petje van minister van Financiën draagt.
Ik vraag toch om er werk van te maken.