N-VA: woorden vs. daden

Gisteren interpelleerde ik in de Kamer staatssecretaris voor Asiel en Migratie over een noodzakelijke andere aanpak van de asielcrisis. Hij vindt echter dat de regering goed bezig is en is niet van plan om initiatieven te nemen die zijn eigen partijvoorzitter lanceert.

 

Hieronder het letterlijke verslag:

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn interpellatie was aanvankelijk gericht aan minister Reynders, maar werd uiteindelijk in het bakje van de staatssecretaris gelegd. Vandaar dat zij werd samengevoegd met een soortgelijke vraag.

Een tijdje geleden konden wij vernemen dat België, samen met een hele reeks andere EU- landen, door de Europese Commissie in gebreke werd gesteld, omdat het nog niet in orde is met de omzetting van een aantal richtlijnen die ten laatste op 20 juli in nationale wetgeving omgezet moesten zijn. Als ik mij niet vergis, heeft de collega naast mij daarover straks nog een vraag.

Ik vind het bijzonder arrogant van de Europese Commissie om lidstaten die veel inspanningen doen te berispen voor zulke zaken, terwijl zij er zelf niet eens in slaagt om de basisregels na te leven die inzake asiel op Europees niveau afgesproken werden. Ik heb u er daarnet al in antwoord op een andere collega horen naar verwijzen: het grote probleem bevindt zich op het Europese niveau, met de grenzen in Italië en Griekenland, die lek zijn. U zegt zelf dat het grote probleem daar ligt. Het is dus een bijzonder betreurenswaardige actie van de Europese Commissie om de lidstaten op hun plichten te wijzen, terwijl zij haar plichten zelf niet nakomt.

Het Europese migratiebeleid faalt, door de buitengrenzen die lek zijn en het signaal van mevrouw Merkel aan de buitenwereld dat de hele wereld hier welkom is. Wij weten allemaal dat vluchtelingen vaak tot vijf veilige landen passeren, op zoek naar de beste sociale systemen. Dat kan natuurlijk de bedoeling niet zijn. Een totaal andere aanpak op Europees niveau lijkt noodzakelijk, omdat de situatie duidelijk niet beter wordt. Uw partijvoorzitter, mijnheer de staatssecretaris, heeft daartoe al een aanzet gegeven, door een pleidooi te houden voor een andere internationale aanpak. Hij verwees meer bepaald naar de herziening van het Internationaal Verdrag van Genève, betreffende de status van vluchtelingen.

Omdat mijn interpellatie naar hier overgeheveld werd en ik zo een beetje meer spreektijd krijg, zal ik er drie citaten aan toevoegen. Het is mijn gewoonte niet om Bart De Wever te citeren, maar als hij de analyse aanhaalt die wij al jaren vertolken en tot dat voortschrijdend inzicht is gekomen, kan ik evengoed zijn woorden gebruiken. Het eerste citaat is het volgende.

“Het internationaal recht is een keurslijf dat ons belet om de dingen te doen die ik logisch vind.” In zijn exposé noemde hij het niet realistisch dat het vluchtelingenverdrag van Genève uit 1951 dezelfde sociale rechten toekent aan politieke vluchtelingen als aan eigen landgenoten. “De sociale zekerheid van 1951 is echt niet wat de sociale zekerheid vandaag is”, heeft hij toen gezegd, en hij vervolgde: “Dat verdrag is in een totaal andere context geschreven, maar dat wordt niet in rekening gebracht. Sommige landen hebben een gulle sociale zekerheid uitgewerkt en de Conventie van Genève dient als ticket om daar als vluchteling deel van uit te maken.” Op een bepaald moment zei hij zelfs: “Rechtsregels zijn geen morele maximes zijn maar de vertaling van een sociale consensus op een moment in de tijd en in een welbepaalde ruimte. Als die consensus wijzigt, moet het recht zich daaraan aanpassen; de consensus moet zich niet aanpassen aan de wet.” Ik kan toch niet anders dan daaruit concluderen dat hij spreekt over de aanpassing van dat vluchtelingenverdrag.

Mijnheer de staatssecretaris, vooraleer u dat afdoet als onvolledige citaten of als academische beschouwingen, zal ik u mijn concrete vraag stellen. Ik weet immers dat de aanpassing van een dergelijk verdrag allicht een huzarenstukje zal zijn. Een artikel in de Conventie bepaalt echter dat elke lidstaat de secretaris-generaal van de VN mag verzoeken om tot een herziening over te gaan, al is het maar om het signaal te geven, binnen Europa, dat het huidig gevoerde beleid niet kan worden voorgezet.

Mijnheer de staatssecretaris, daarom heb ik maar één eenvoudige vraag voor u. Zal België op Europees of op internationaal niveau de nodige contacten leggen en de nodige stappen zetten om de herziening van de Conventie van Genève op zijn minst op de internationale politieke agenda te plaatsen?

Staatssecretaris Theo Francken: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, ik wil een paar zaken antwoorden.

Ten eerste, u verwijst naar een toespraak van de heer Bart De Wever, die hij heeft gehouden als openingscollege voor de faculteiten Rechtsgeleerdheid en Politieke en Sociale wetenschappen van de Universiteit van Gent en waarin hij pleitte voor de herziening van sommige bepalingen van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, meer bepaald inzake de toegang tot de sociale zekerheid. Ik stel samen met u vast dat het debat daarover al enkele weken, zelfs maanden, wordt gevoerd en dat lijkt mij een goede zaak.

In een gezonde democratie kan een breed en diepgaand debat worden gevoerd, niet het minst over de fundamentele aspecten van de manier waarop wij onze samenleving wensen in te richten.

In Frankrijk en Duitsland legt men de laatste hand aan een nieuwe asielwetgeving, in Nederland kiest men voor een versobering van de opvang, en in Denemarken heeft men maatregelen genomen met het oog op de sociale zekerheid. Ik kan enkel samen met u vaststellen dat er in verschillende Europese landen een diepgaand debat wordt gevoerd.

De grote instroom van asielzoekers die ons land op dit moment kent, heeft uiteraard verregaande gevolgen, ook op het vlak van werkgelegenheid, integratie, sociale zekerheid en woonbeleid. Het is dan ook nodig de denkoefening te doen. Dat is wat de heer De Wever heeft voorgesteld.

Ik moet zeggen dat uw citaten nogal selectief zijn. In een aantal passages is het ook zeer duidelijk dat het principe van de Conventie van Genève — en dat is het expliciete standpunt van vele partijen, meen ik —, met name de bescherming van oorlogsvluchtelingen, totaal niet ter discussie wordt gesteld. Dat is het belangrijkste principe, en dat is trouwens de reden waarom de Conventie van Genève is ontstaan. Dat heeft de heer De Wever ook gezegd, maar dat citeert u niet. Het is nochtans belangrijk om daarmee te beginnen. Meestal is het zo dat als Bart De Wever iets zegt, er wordt verwezen naar of gedacht aan wat hij net niet heeft gezegd. In zijn toespraak had hij het wel degelijk over het belangrijkste principe van de Conventie van Genève, de bescherming van oorlogsvluchtelingen, en dat is het belangrijkste en het meest principiële punt in de discussie.

Als u mij vraagt of België stappen heeft ondernomen of zal ondernemen om de Conventie van Genève op te schorten, kan ik u antwoorden dat België vooral heel wat stappen heeft gezet om ervoor te zorgen dat er een beter asiel- en migratiebeleid komt. Het is België dat heel fel, van bij het begin, op de eerste vergadering van de Europese Raad inzake Binnenlandse Zaken, Justitie en Migratie in oktober, het terugkeerbeleid op de agenda geplaatst. Van de top van Valetta, binnen enkele weken, wordt veel verwacht. De verwachtingen zijn hoog gespannen.

Er zijn stappen vooruit gezet. Eindelijk zijn er hotspots, eindelijk is er nu ook Europese solidariteit om de grenzen beter te bewaken. Wij zien inderdaad dat sommige landen dat niet kunnen of niet willen, of een combinatie van beide.

De Belgische regering, meer bepaald de premier en de minister van Buitenlandse Zaken, hebben op Europees niveau telkens de juiste woorden gezegd en de juiste klemtonen gelegd om de juiste zaken te willen binnenhalen. Wij hebben daar grote stappen vooruit gezet en de zaken evolueren in de juiste richting.

Ik stel ook vast dat een aantal voorspellingen zijn uitgekomen. Maar als het gaat om de rol van Turkije, dan denk ik aan de pushbackoperatie, dit weekend. Dit is dus zeer actueel. Nu wordt er niet meer gepraat over push back, maar over take back, over het feit dat de Turkse kustwacht zelf een aantal boten zou terughalen naar de eigen kust en havens. Dat is wat er nu op tafel ligt in het gesprek tussen de Europese Commissie, mevrouw Merkel en de Turkse president. Het gaat niet over push backs, maar over take backs, maar het komt wel op hetzelfde neer.

In bepaalde landen wordt er effectief gepraat over het sociaal statuut, sociale woningen, voorrang, enzovoort. Het debat wordt in elk Europees land gevoerd en vooral in Europese landen die de terminus zijn. Er zijn een aantal doorstroomlanden, die een andere problematiek kennen. Een aantal landen, waaronder België, zijn terminuslanden, landen waar men wil verblijven, een asielaanvraag wil indienen en men toestaat dat er vingerafdrukken worden genomen van de persoon in kwestie. Dat is immers ook vaak een probleem.

Het debat is dus open en zal dat nog wel een tijdje blijven. Als u mij vraagt of het de goede richting uitgaat, dan zeg ik ja. Ik vind dat ook België de afgelopen maanden heel wat moed heeft getoond en blijft tonen. Ook de premier heeft vorige week op de Europese top de juiste woorden gesproken en is niet zonder meer meegegaan in het verhaal van Turkije bij de Europese Unie. Hij heeft daar een duidelijke lijn getrokken. Ik vind het een goede lijn. Wij moeten zeer voorzichtig zijn op dat vlak. Hij heeft gezegd dat wij kunnen nadenken over de visumvrijstelling voor studenten en onderzoekers. Die onderhandelingen lopen trouwens al jaren en bevinden zich in een finale fase. Er is echter een groot verschil tussen visumvrijstelling voor bepaalde categorieën en lidmaatschap van de Europese Unie. Daartussen bestaat er een interplanetair verschil.

In die zin zijn er stappen vooruit gezet. België heeft tot op heden altijd de juiste lijn aangehouden. Er zijn veel evoluties in de richting van het Belgisch standpunt en dat is een goede zaak. Ik zal ter zake zeker mijn steentje blijven bijdragen, zodat wij in Europa hopelijk komen tot een beter, correcter en rechtvaardiger asielbeleid voor iedereen, dat vooral echte oorlogsvluchtelingen bescherming biedt. Let’s give them shelter.

Barbara Pas (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

Debat is inderdaad een goede zaak, maar ook op Europees niveau moet men het juiste debat durven te voeren. België volgt veel te braaf de Europese Unie zonder de vinger op de wonde te leggen. Kijk maar naar landen als Hongarije die moeten overreageren omdat de Europese Unie niet ingrijpt.

U zegt dat men nu meer wil doen om eindelijk de lekke grenzen in Italië en Griekenland aan te pakken, maar die verdragen bestonden al. De buitengrenzen sluiten was een voorwaarde om de binnengrenzen te laten wegvallen, maar dat is nooit gelukt. Men mag ook niet zo naïef zijn om te denken dat dit nu in een-twee-drie zal lukken. In afwachting daarvan bent u verplicht om binnengrenzen te controleren — letterlijk dan —en om grenzen te stellen aan onze vrijgevigheid.

U verwijst naar Turkije, waar de voorspellingen zijn uitgekomen. Het zijn helaas, daar ben ik niet blij mee, voorspellingen van het Vlaams Belang die zijn uitgekomen. Wij zeggen al jaren dat Turkije een draaischijf voor mensensmokkel is. De mensen van Frontex zeggen dat er rond Izmir 500.000 mensen staan te wachten op de oversteek naar de Europese Unie. Turkije heeft altijd geweigerd om die mensensmokkelaars deftig in kaart te brengen. Mij maak u niet wijs dat het in een land met een dergelijke staatsveiligheid als Turkije, waar men elke kritische journaliste en cartoonist kan opsporen, vatten en in de gevangenis steken, niet mogelijk is om mensensmokkelaars, die openlijk reclame maken, in kaart te brengen en aan te pakken. Dat is manifeste onwil.

Ik heb minister Reynders hierover enkele jaren geleden ook ondervraagd, toen mensensmokkelaars via Facebook reclame maakten voor de overzet naar de Europese Unie. Eerst zien en dan geloven. Wij weten wat Turkije wil en wat zij als pasmunt gebruiken. Mevrouw Merkel zal alleszins reclame maken, dat lijkt in de perceptie alleszins zo, voor de verkiezingen van Erdogan. Dat gaat dus niet de goede kant uit. Ik ben zeker niet gerustgesteld, zeker niet omdat België nooit de opening van volgende hoofdstukken in de toetreding van Turkije heeft proberen tegen te houden. Integendeel, ondanks het feit dat elk rapport van de Europese Commissie veeleer een achteruitgangsrapport was dan een vooruitgangsrapport, heeft men daar ook nooit op tafel durven te slaan.

Men heeft niet het lef om de juiste vragen te stellen en de juiste discussie te voeren. Dat vind ik jammer.

Bijzonder jammer vind ik dat ons land zelfs nog verder gaat dan wat er in het Verdrag van Genève staat, in artikel 24, waarnaar uw partijvoorzitter terecht verwees. U hebt nog marge om op te treden inzake de bescherming van de sociale zekerheid. Uw voorzitter heeft gelijk als hij nu ons standpunt overneemt en zegt dat de zaken internationaal totaal anders moeten worden aangepakt. Anders blijft het dweilen met de kraan open.

Staatssecretaris Theo Francken: Heel kort, mevrouw Pas. U zegt dat het allemaal VB- voorstellen zijn die nodig zijn en worden uitgevoerd. Sta mij toe daaraan te twijfelen. U hebt ook een aantal cijfers genoemd. Uw partij doet dat de laatste weken en ik lees ze ook in alle mogelijke publicaties. Slechts 6% van de afgewezenen zou terugkeren en mijn budget voor repatriëring zou met een kwart gedaald zijn. Dat is manifest onjuist. Wees alstublieft intellectueel eerlijk en gebruik de juiste cijfers. Het repatriëringsbudget is gestegen, de plaatsen in gesloten centra stijgen van 405 naar 605 in zes maanden tijd en er komt heel wat extra personeel bij.. Er is een ongeziene uitbreiding van de personeelscapaciteit bij de DVZ en de middelen stegen.

Ik hoor alle mogelijke verklaringen. Amper 8 % zou terugkeren. Dat is niet juist. U neemt alleen de cijfers van de gedwongen repatriëringen, zonder rekening te houden met de cijfers van vrijwillige terugkeer, zelfstandige terugkeer, Dublinovernames en bilaterale overnames. U zegt dat er vorig jaar 48 000 bevelen zijn geweest om het grondgebied te verlaten, dat klopt, maar u moet wel naar het aantal personen kijken. U gooit het allemaal op een hoopje. Als uw voorstellen zijn zoals uw cijfers, dan houd ik mijn hart vast.

Barbara Pas (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb blijkbaar een gevoelige snaar geraakt, want ik krijg een repliek over geen enkel cijfer dat ik in mijn vraag heb genoemd en over zaken die straks nog in andere vragen voorkomen. Het enige cijfer dat ik heb genoemd is dat van 500 000 in en rond Izmir en dat komt van Frontex. Dat zijn niet eens Vlaams Belangcijfers, maar ik neem er bij deze akte van dat u de cijfers van Frontex in twijfel trekt.

Ik voeg er nog één citaat van uw voorzitter aan toe, ook met betrekking tot een analyse die wij reeds lang maken. Men kan niet massamigratie en een verzorgingsstaat allebei soigneren, dat kan gewoon niet in de praktijk. Men moet kiezen.Om het met de woorden van de heer De Wever te zeggen, niet in zijn zogenaamde academische beschouwingen, maar in het VTM-nieuws: “Ofwel sluit je je grenzen, ofwel sluit je je sociale zekerheid.” Dat is iets wat u niet doet, alle cijfergegoochel ten spijt.

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Barbara Pas

en het antwoord van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,

– gelet op het internationaal verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, beter bekend als de Conventie van Genève, meer bepaald artikel 24 betreffende de arbeidswetgeving en de sociale zekerheid;

– overwegende dat deze conventie stelt dat vluchtelingen dezelfde sociale zekerheidsrechten dienen te krijgen als ingezetenen van het land;
– overwegende dat dit een enorm aanzuigeffect op vluchtelingen en vermeende vluchtelingen creëert naar landen met een sterk uitgebouwd sociaal zekerheidsstelsel, waardoor het sociale zekerheidsstelsel van dit land ondermijnd dreigt te worden;

– overwegende dat de voorzitter van de grootste regeringspartij op 22 september vanuit deze overwegingen een pleidooi heeft gehouden ten einde deze conventie op dat vlakte te herzien;

vraagt de regering op internationaal vlak de nodige contacten te leggen en de nodige stappen te ondernemen om een eventuele herziening van de Conventie van Genève in die zin op de internationale politieke agenda te plaatsen.”