Een jaar geleden kondigde de regering-Michel een heuse ‘bazooka’ antiterreurmaatregelen aan. Drieëndertig om precies te zijn. Ik vuurde een salvo aan vragen af om te achterhalen wat wel en wat niet gerealiseerd is. Conclusie: de antiterreurbazooka blijkt een waterpistool. Van de drieëndertig beloofde acties verdwenen er 15 in de vergeetput.
De meest in het oog springende maatregel was ongetwijfeld de invoering van een noodtoestand. Na de aanslagen in Parijs kondigde premier Michel reeds aan een gedetailleerde definitie van een noodtoestand in de grondwet te verankeren. En in de nasleep van 22 maart schermde de grootste regeringspartij wekenlang in de pers met een kordate veiligheidsnota waarbij de bestuurlijke overheden – zonder voorafgaande gerechtelijke controle – potentiële daders preventief zouden kunnen opsluiten, huisarrest opleggen en bijeenkomsten verbieden. Geen opzienbarende voorstellen aangezien Nederland en Frankrijk reeds jaar en dag over dergelijke wettelijke instrumenten beschikken. Toch stellen we een jaar en veel gepalaver later vast dat geen van deze speerpunten is gerealiseerd.
Maar ook andere belangrijke actiepunten grossierden vooral in hun aankondigingswaarde. Zo zouden ‘teruggekeerde Syriëstrijders in de gevangenis worden gestoken’. Factcheck: slechts 60 van de 120 teruggekeerden zit effectief achter slot en grendel. En ook van het ‘vastzetten’ van geradicaliseerden via een enkelband kwam niets in huis. Zelfs de schamele uitbreiding van het aantal uren voorlopige hechtenis bleef onuitgevoerd.
Zelfs het minimum minimorum, namelijk het wegwerken van de personeelstekorten, werd niet gehaald. Zo zijn de extra aanwervingen bij de federale politie ruim onvoldoende om het tekort van 3.000 agenten weg te werken. Zelfs de diensten die moeten zorgen voor de rekrutering van agenten zijn tot op vandaag onderbemand, waardoor het al spaak loopt bij de aanwerving. Als gevolg van de onderbezetting werden vorig jaar 1 miljoen overuren gepresteerd, waardoor steeds meer politieambtenaren langdurig ziek raken of de deur definitief achter zich dicht trekken. Kortom: de malaise is er compleet, de veiligheidsgarantie is dat allerminst.
En dan zijn er nog de wel gerealiseerde punten die kunnen worden ondergebracht in de categorie ‘gerommel in de marge’. Wie immers denkt dat camera’s voor nummerplaatherkenning of de registratie van prepaidkaarten (wat overigens compleet mank loopt) moslimterroristen op andere gedachten brengen, ijlt.
De voornaamste kritiek aan het adres van deze regering is dan ook dat ze zich beperkt tot halfslachtige symptoombestrijding. Aan de grondoorzaken wordt nauwelijks geraakt. Zo wordt de onmiskenbare band tussen de aanhoudende terreur en het compleet falend immigratiebeleid tot op vandaag geloochend. Reeds in 2005 waarschuwde de Europese Commissie in een rapport dat de moslimgemeenschappen in Europa dé kweekvijver vormden voor terroristen. Meer dan tien jaar later stellen we vast dat hieruit geen lessen werden getrokken. Wel integendeel: de massale instroom in combinatie met een rampzalig uitwijzingsbeleid zorgen ervoor dat deze kweekvijver voor jihadisten nog altijd groter wordt. Wil men de terreurdreiging effectief bestrijden, dan zal het erop aankomen een uitburgerings- en remigratiebeleid te voeren voor die immigranten die zich niet kunnen of willen inpassen in onze samenleving.
De aanslagen van 22 maart hebben alvast aangetoond dat het recht op veiligheid, dat decennialang een zekerheid was in dit land, intussen helaas tot het verleden behoort, mede door de inadequate aanpak van de overheid. Recht op veiligheid is nochtans een basisrecht. Ik zal dan ook vandaag, naar aanleiding van de herdenking van de aanslagen van 22 maart, een voorstel tot herziening van de Grondwet in ten einde het recht op veiligheid in de Grondwet te verankeren. Op die manier zal elke burger in staat zijn de overheid desnoods te dwingen de nodige maatregelen te nemen om zijn veiligheid te waarborgen. Aangezien de preconstituante vorige legislatuur voorzien heeft dat dit recht in de Grondwet zou kunnen worden opgenomen, kan dit zeer snel gerealiseerd worden als daartoe bij de traditionele partijen de nodige wil bestaat.