Geen genade voor het genaderecht

Voorbije donderdag ondervroeg ik Minister van Justitie Turtelboom tijdens het vragenuurtje in de Kamer over de koninklijke gratieverlening:

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het zoveelste koninklijk privilege staat in de belangstelling omdat koning Philippe de Belgique niet het gezond verstand heeft gehad om een einde te maken aan het vorstelijk genaderecht, voor zij die hun straf nog niet afkochten uiteraard.

De politieke verontwaardiging deze week was zeer groot toen bleek dat Philippe de Belgique een aantal verkeersovertreders gratie bleek te hebben verleend. Sommigen probeerden dat tevergeefs nog wat te vergoelijken alsof het enkel zou gaan om veroordeelde lieve grootmoeders die hun autopapieren waren vergeten. Dit mocht evenwel niet baten.

Alle Vlaamse partijen reageerden bijzonder verontwaardigd. Hilde Crevits zei dat de indruk werd gewekt dat verkeersovertreders zomaar gratie kunnen krijgen. Ook sp.a-collega Temmerman vond het een totaal verkeerd signaal. Opmerkelijk was dat ook uw partij, mevrouw de minister, zich achter die kritiek schaarde terwijl u nochtans politiek verantwoordelijk bent. De adviezen voor die gratie moeten namelijk eerst via uw administratie en uw kabinet passeren vooraleer Philippe de Belgique ze kan ondertekenen.

Ik stel vast dat bijna alle Vlaamse partijen vandaag dat genaderecht plots willen afschaffen. Mevrouw de minister, het Vlaams Belang heeft in 2009 al een voorstel ingediend om dit archaïsche principe voorgoed te bannen. Het is dan ook bijzonder hypocriet dat alle partijen, die vandaag moord en brand schreeuwen inzake die gratieverlening, dit destijds allemaal hebben weggestemd.

Ik vraag mij af, mevrouw de minister, waarom u Philippe de Belgique die gratieverleningen ter ondertekening hbft voorgeschoteld. U zegt dat u dit tot aan de verkiezingen niet meer zult doen. Kunt u dan ten minste doorprikken dat dit geen geveinsde verontwaardiging is die vooral in het teken staat van de verkiezingen van volgend jaar? Zult u vandaag reeds concrete stappen ondernemen om een einde te maken aan die achterhaalde praktijken?

Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.

 

Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik ben blij dat in het dossier van de gratie de sereniteit is teruggekeerd.

Op basis van een aantal cijfers ontstond er begin deze week een ongezien opbod van misinterpretaties en feitelijke onjuistheden. Nochtans worden de cijfers over het aantal gratieverleningen altijd in alle transparantie bekendgemaakt, zowel aan het Parlement als aan buitenstaanders.

De cijfers maken één ding wel heel erg duidelijk: gratie is een gebruik dat in frequentie heel sterk is gedaald. In 2009 waren er nog 1 332 genadeverzoeken, waarvan er 96 werden goedgekeurd. In 2012 was dat gedaald naar 995 genadeverzoeken, waarvan er nog 53 werden goedgekeurd. Sinds het aantreden van Koning Filip zijn er nog 11 gratieverzoeken goedgekeurd.

Het is een koninklijk prerogatief dat is ingesteld door artikel 110 van de Grondwet. Het vermeldt dat de Koning het recht heeft de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen. Het genaderecht behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de Koning. Er wordt daartoe een brief aan hem gericht, die nadien wordt doorgestuurd naar de minister van Justitie om de dossiers voor te bereiden. Na advies van het parket en de administratie kan op basis van bepaalde criteria al dan niet een positief advies worden verleend.

De vraag die vandaag rijst , is of er überhaupt gratie of genade moet zijn. Persoonlijk denk ik dat het belangrijk is mensen een tweede kans te kunnen geven. Willen wij in 2013 en vooral in de toekomst dat het gratierecht tot de bevoegdheden van de uitvoerende macht, zijnde de Koning, blijft behoren, of geven wij die bevoegdheid aan de rechterlijke macht via een onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld de strafuitvoeringsrechtbank?

In het licht daarvan heb ik beslist om geen gratieverzoeken meer te adviseren aan de Koning, zodat het fundamentele debat over gratie en het geven van een tweede kans en de bevoegdheid erover in alle sereniteit kan worden gevoerd. Het is immers niet de bedoeling dat het debat wordt gevoerd op de rug van individuele mensen.

Collega Pas, het was een goede poging om een verschil te vinden tussen mij en mijn partij. U zult echter van verder moeten komen om dat te vinden.

 

Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de vele cijfers die u hebt gegeven en waarnaar ik niet eens heb gevraagd.

U legt in uw antwoord uit wat genaderecht is.

Mevrouw de minister, het vorstelijk genaderecht, zoals het vandaag bestaat, is een verregaande miskenning van de scheiding der machten. Bovendien zijn de procedures ervan zo mistig als maar zijn kan.

Ik leid uit uw antwoord af dat de komende tijd ook nog niets aan die procedures zal veranderen, ondanks het feit dat u en uw partij voorstander zijn van de afschaffing van het genaderecht door de Koning.

U meldt dat de sereniteit is teruggekeerd. Inderdaad, iedereen heeft zijn zeg in de pers kunnen doen. In het Parlement gebeurt niks. Alles blijft bij het oude, net als bij de protocollaire functie van de Koning, waarover alle Vlaamse partijen bij elk incident nog maar eens spreken, maar waarvan in de praktijk niets in huis komt. Als men dat echt wil doen, had men met de troonswissel en met de staatshervorming gelegenheden genoeg daartoe.

Mevrouw de minister, ik heb de reacties van de PS op de gratieverlening gelezen. Mevrouw Onkelinx verklaarde bijvoorbeeld dat er altijd een systeem nodig is dat toelaat plaats te maken in de gevangenissen. Naar mijn mening is haar uitspraak niet alleen een aanfluiting van de rechtstaat, het is nogmaals een duidelijk signaal dat aan het vorstelijk systeem niets zal worden gewijzigd.

Philippe de Belgique mag op zijn twee oren slapen. Vanaf 26 mei 2014 zal hij onder alle gratieverleningen opnieuw mooi handtekeningen kunnen plaatsen.