Begeleidingscommissie Comité I en Comité P

Gisteren werd in de Kamer een voorstel van reglementswijziging goedgekeurd rond de samenstelling van de begeleidingscommissie van Comité I en Comité P (Kamerdocument 393/001)

Voortaan heeft elke fractie een vertegenwoordiger in die begeleidingscommissies.

Op de vraag waarom dat nu pas kan, kwam er geen antwoord.

Lees hier mijn tussenkomst:

“Voorzitter, collega’s,

Ik heb in de commissie reeds gezegd dat het een goede aanpassing is aan het reglement, maar dat ik betreur dat ze zo laat komt.

Mijn vraag is eenvoudig: waarom kan nu wel wat vroeger niet kon.

Vroeger maakte de begeleidingscommissie van Comité I deel uit van de Senaat. Als je er de senaatsverslagen op naleest, kan je vaststellen dat reeds in 2002 partijen die toen uit de boot vielen zoals CDH, toen nog PSC, voorstander waren om alle fracties te vertegenwoordigen in de begeleidingscommissie van Comité I.

Als reden om dat niet te doen werd toen aangehaald dat het aantal leden moest beperkt worden omwille van het confidentiële karakter van de werkzaamheden.

Collega’s, Dat kan de reden niet zijn.

Het confidentiële karakter is er vandaag immers niet minder om. Het zeer selecte clubje zogenaamde betrouwbaren hebben in het verleden trouwens lekken georganiseerd want in 2001 en ook in 2004, als de begeleidingscommissie amper 5 leden telde, werden de jaarverslagen van het comité I al in de kranten gepubliceerd alvorens de begeleidingscommissie ze had goedgekeurd.

De verklaring waarom nu wel kan wat vroeger niet kon is eenvoudig: alle fracties kunnen eindelijk vertegenwoordigd worden omdat onze fractie geen erkende fractie meer is. Alleen de PS komt er openlijk voor uit. Furie Onckelinckx heeft dat in de commissie ook bevestigd.

Als bij het begin van een legislatuur bleek dat op grond van het proportionaliteitsbeginsel een lid van onze partij in de begeleidingscommissie moest zetelen, dan besliste de senaat onmiddellijk om het aantal leden van de commissie te verminderen. Nadat in de jaren ’90 het aantal leden nog werd verhoogd om een SP.a-er toegang te geven werd daarna elke legislatuur opnieuw het aantal leden selectief in aantal verminderd om onze fractie er uit te lichten. Op een bepaald moment werd het aantal leden voor het Comité I beperkt tot 5 leden zonder enige evenredige vertegenwoordiging. Zonder systeem D’Hondt! Later werd ook nog met een kunstgreep Hugo Coveliers er uit gelicht nadat hij de VLD-fractie had verlaten.

Collega’s, elke reglementswijziging tot hiertoe was een ordinair partijpolitiek manoeuvre!

Ik ben verheugd dat met deze reglementswijziging het principe van het evenredigheidsbeginsel min of meer in ere wordt hersteld. Elke fractie zal vertegenwoordigd zijn. Die basispeiler van ons democratisch denken werd in het verleden – met al die manoeuvres die ik heb opgenoemd – onderuit gehaald. Het is een minimum dat dat weer wordt toegepast. Maar ik zou u willen vragen of u hier durft verklaren dat dit reglement de volgende legislatuur niet opnieuw zal worden teruggedraaid als de politieke kaarten anders zullen zijn geschud.

Collega’s,

In een parlementaire democratie zou het de logica zelve moeten zijn dat alle politieke partijen die in het parlement zijn vertegenwoordigd controle zouden kunnen uitoefenen op het doen en laten van de politie- en veiligheidsdiensten. In dit land geldt dat des te meer omdat de veiligheidsdiensten van dit land in het verleden, en wellicht vandaag de dag nog steeds, politici van democratische partijen schaduwen. Iedere partij die is vertegenwoordigd in het parlement, moet het recht hebben om inzage te krijgen in het doen en laten van deze diensten om ontsporingen op dat vlak te vermijden. Om dat te bekomen hebben wij een amendement ingediend. Een amendement waardoor de niet-erkende politieke fracties zich in de begeleidingscommissie kunnen laten vertegenwoordigen door een waarnemer, een toegevoegd lid zonder stemrecht. Ik reken op uw democratische reflex en dus op uw steun.”

Het zal u niet verbazen dat alle andere partijen het amendement hebben weggestemd…