Werkzoekenden kunnen door het OCMW worden ingeschakeld in het kader van maatschappelijke integratie. Uit cijfers die ik opvroeg bij de POD Maatschappelijke Integratie blijkt dat het merendeel van deze OCMW-jobs in Vlaanderen weggelegd is voor niet-Belgen. Gezien de torenhoge werkloosheid bij onze eigen laaggeschoolden moeten deze gesubsidieerde jobs voorbehouden blijven voor wie over onze nationaliteit beschikt.
Van de 10.561 mensen die in 2016 door een Vlaams OCMW werden betaald in het kader van sociale tewerkstelling (de zogenaamde artikel 60’ers) beschikten er 5.700 of 54 procent niet over onze nationaliteit. Het gaat dan om onder meer mensen uit Azerbeidzjan, Bangladesh of Pakistan die worden ingeschakeld in de Kringwinkel of het rusthuis. Dit om voorbereid te worden op de arbeidsmarkt of om, surrealistischer nog, te kunnen doorstromen naar een werkloosheidsvergoeding. De sociale tewerkstelling van buitenlanders door de OCMW’s kostte de belastingbetaler afgelopen jaar 88 miljoen euro.
Binnen de OCMW’s is het een publiek geheim dat deze vorm van sociale tewerkstelling vaak wordt misbruikt om nadien het bewijs te kunnen leveren van een periode van tewerkstelling en zo het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen, doorgaans werkloosheidsuitkeringen.
Nationaliteitsvoorwaarde
Het is onzinnig dat er massaal laaggeschoolde buitenlandse werknemers worden aangeworven door de OCMW’s terwijl Vlaanderen meer dan 100.000 laaggeschoolde Vlaamse werklozen telt. Ik zal dan ook een wetsvoorstel indienen waarbij deze OCMW-jobs voorbehouden blijven voor wie over onze nationaliteit beschikt, net zoals dat voor ambtenaren het geval is.